Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg GGZ

donderdag 31 mei 2018

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg met staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kamerstuknr. 25 424

De voorzitter:

Dank u wel. Ik geef het woord aan mevrouw Dik-Faber, die spreekt namens de fractie van de ChristenUnie.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Ik hoop dat de Kamer bij de Raming deze onmoge-lijke vergaderopstelling besluit af te schaffen, maar goed, dat is een ander onderwerp.

De voorzitter:

Dat is een hartenkreet van mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Vlak voor haar afscheid zei de vorige Minister dat ze ontevreden was over wat er was bereikt in de geestelijke gezondheidszorg. Ze sprak over gebrek aan leiderschap, de onderlinge verdeeldheid en het niet nakomen van afspraken. Tegelijkertijd werken in deze sector ruim 80.000 mensen met hart en ziel om de mentale gezondheid van mensen te verbeteren. Nu, bijna een jaar verder, zijn er helaas nog steeds de bekende, hardnekkige problemen. Ik benijd de Staatssecretaris eerlijk gezegd absoluut niet. Hij zal samen met alle partijen in de zorg aan de bak moeten. Er is echt een enorme klus te klaren.

Voorzitter. De brief van gisteren over de wachtlijsten is heel teleurstellend. De afspraken van een jaar geleden waren stevig maar leveren veel te weinig resultaat op. Het is onacceptabel dat de sector zichzelf doodleuk een extra jaar geeft om de wachtlijsten op te lossen. Waarom lukt dit niet en wat vindt de Staatssecretaris van de brief van de betrokken partijen? Wordt het geen tijd om een regionale doorzettingsmacht te organiseren, over de zorgwetten heen?

Voorzitter. We mogen van de ggz verwachten dat die wachtlijstbemiddeling en ondersteuning van mensen onderdeel zijn van de kwaliteit van zorg. Op hun beurt moeten zorgverzekeraars hun zorgplicht nakomen. In de brief van de partijen staat: «Wachten op een noodzakelijke behandeling staat een spoedige start van herstel in de weg en leidt tot extra schade». Dat is medio 2019 toch absoluut niet acceptabel? Welke verwachtingen heeft de Staatssecretaris van de sector, met name waar het gaat om het wegwerken van de wachtlijsten voor specifieke cliëntgroepen?

Een deel van de ondertekenaars van de afspraken van vorig jaar staat niet onder de brief de we gisteren hebben ontvangen, onder anderen de psychologen en de psychiaters niet. Ik vraag de Staatssecretaris: wat zit hierachter? Ondanks de verplichting die er per 1 januari dit jaar is, heeft nog altijd 30% van de aanbieders geen wachttijdgegevens aangeleverd aan Vektis. Het lijkt me iets voor de NZa om hierop te handhaven. Gaat de NZa dit ook echt doen? Ik lees in de brief van de Staatssecretaris dat de NZa en de inspectie een start hebben gemaakt met de intensivering van de samenwerking. Heel goed, maar eigenlijk te laat, gezien de afspraken die al een jaar geleden zijn gemaakt.

Voorzitter. Inmiddels zijn er enkele hoofdlijnenakkoorden gesloten. Kan de Staatssecretaris ons een update geven van hoe het staat met het hoofdlijnenakkoord ggz? Welke partijen zijn hierbij betrokken? Ik heb gelezen dat er sprake is van een toename van niet-gecontracteerde zorg in de ggz. Dat lijkt me niet wenselijk, ook met het oog op de kwaliteit van de zorg. Wat gaat de Staatssecretaris doen om contracteren in de ggz aantrekkelijker te maken?

Voorzitter. Volgens de VNG zijn er geen substantiële resultaten geboekt met betrekking tot de ambulantisering. Mensen zitten óf zonder zorg óf te lang in klinieken. Hoe staat het volgens de Staatssecretaris met de ambulantisering? Gemeenten lijken te worstelen met het implementeren en borgen van initiatieven na afloop van de ZonMw-subsidie. Zo schiet het niet op. Wil de Staatssecretaris hierover ook in overleg treden met de gemeenten?

Voorzitter: Voortman

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De samenwerking tussen de ggz en het sociaal domein is ook lang niet overal goed van de grond gekomen. Volgens mij vroeg collega Voortman, die nu even weg is... De voorzitter: Nee, collega Voortman is nu aan het voorzitten.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

O ja, u bent even voorzitter geworden. Collega Voortman vroeg dus ook naar de populatiegebonden bekostiging op wijkniveau. Zou een experiment daar beweging in kunnen brengen?

Voorzitter. Gemeenten hebben bij de aanpak van verwarde personen een belangrijke rol bij de preventie, vroegsignalering en versterking van de openbare ggz. De wijk-GGD’er kan hierbij een belangrijke rol spelen. Hoe wil de Staatssecretaris de positie van de wijk-GGD’er beter borgen en wat wordt er gedaan om na 1 oktober de expertise van het Schakelteam te behouden?

Voorzitter, ik kom bij de depressieaanpak. Ik schrok er eerlijk gezegd van: ruim 1 miljoen Nederlanders slikken antidepressiva. Ik ben dan ook ontzettend blij met de aandacht die de Staatssecretaris heeft voor depressie. Het is goed dat hij hiervoor een concrete doelstelling heeft: 30% minder mensen met een depressie in 2030. Door stevig in te zetten op preventie en vroegsignalering kan medicalisering hopelijk worden voorkomen. Volgens mij is dit ook echt een samenlevingsvraagstuk. Stoppen met antidepressiva blijkt namelijk heel lastig te zijn.

De voorzitter:

Wilt u afronden, mevrouw Dik-Faber?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ja. Mijn laatste vraag gaat over de systeemtherapie. Die wordt momenteel niet vergoed. Tegelijkertijd is de systeemtherapie bewezen effectief en is er geen discussie over de meerwaarde voor de overige hulpverleners. Mijn vraag aan de Staatssecretaris is of hij het Zorgin-stituut wil vragen om te onderzoeken op welke wijze systeemtherapie beter toegankelijk gemaakt kan worden.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Dik-Faber. Ik neem eventjes de honneurs waar, omdat mevrouw Lodders even naar een andere vergadering in dit gebouw moest.

Verdere informatie

« Terug