Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Brede schuldenaanpak / Armoede

donderdag 14 juni 2018

Bijdrage Eppo Bruins aan een algemeen overleg met staatssecretaris van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Kamerstuknr. 24 515

De heer Bruins (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Wij spreken vandaag over schulden, een groot en vaak onzichtbaar probleem, dat grote impact kan hebben op het leven van mensen en op de samenleving als geheel. Ik zie van dichtbij wat schulden met mensen doen. Het geeft schaamte, het geeft stress en het kan je hele leven in de greep houden. De ChristenUnie maakt zich al jarenlang hard voor dit onderwerp. In het regeerakkoord hebben we ons ook ingespannen voor een stevige schuldenparagraaf. Het is goed om te zien dat het kabinet hier voortvarend mee aan de slag is gegaan en dat er nu een uitgebreide brief ligt met maar liefst 40 actiepunten uit een breed samenwerkingsverband voor een brede schuldenaanpak.

Maar voordat ik op de brief inga, wil ik even een stapje dieper ingaan op de oorzaken van schuldenproblematiek, de fundamentele oorzaken. Ik noem een paar punten. De mythe dat alle mensen autonoom en zelfredzaam zouden zijn en in staat zijn om een weg te vinden in deze complexe samenleving. De digitalisering, waardoor mensen het zicht verliezen op hun geldzaken. Het taboe dat er rust op geldzaken, op schuld en op armoede. Het gemak waarmee mensen kunnen lenen en kredieten kunnen krijgen. De markt die er is ontstaan voor bewindvoering, incasso en het doorverkopen van schulden. Het is te gek voor woorden dat juist rondom dit kwetsbare onderwerp een soms perverse markt is ontstaan waarin kwaadwillenden proberen winst te maken over de ruggen van mensen met schulden. Stuk voor stuk zijn dit fundamentele vraagstukken die rechtstreeks te maken hebben met het onderwerp van vandaag. We moeten oppassen dat we niet alleen aan symptoombestrijding doen, maar ook stilstaan bij deze fundamentele vraagstukken. Kan iedereen nog wel meekomen in onze samenleving? Hoe gaan we de excessen aanpakken? Ik denk aan flitskredieten uit het buitenland. Hoe maken we schuldenproble-matiek bespreekbaar? Hoe zorgen we dat kinderen en jongeren van jongs af aan leren hoe ze met geld moeten omgaan? Ik hoor graag ook een wat fundamentelere reflectie van de Staatssecretaris.

Voorzitter. Ik ben er namelijk van overtuigd dat we moeten stilstaan bij deze dieper liggende factoren, omdat we anders dweilen met de kraan open. We zien nu dat mensen met schulden pas in beeld komen als het te laat is. Het is essentieel dat we deze mensen eerder in beeld krijgen en dat men in een zo vroeg mogelijk stadium geholpen wordt. We moeten daarom investeren in vroegsignalering, bijvoorbeeld door het delen van signalen tussen gemeenten, woningcorporaties, energieleveranciers, scholen, het BKR, sportverenigingen, buurtteams en kerken. We moeten de bestaande maatschappelijke structuren benutten en zorgen voor adequate hulp, zodat mensen niet zonder gas en licht komen te zitten of zelfs uit hun huis geplaatst worden.

Als er dan toch sprake is van problematische schulden, moet de toegang tot schuldhulpverlening zo laagdrempelig mogelijk zijn, met goede informatie, korte wachttijden en adequaat maatwerk. Onnodige obstakels en te strenge criteria moeten worden aangepakt. Welke mogelijkheden heeft de Staatssecretaris om dit te bevorderen? Voor de ChristenUnie is dit een belangrijk punt, want we zien nu dat alle 380 gemeenten hun eigen beleid hebben. Ja, ze gaan erover, maar het gaat het niet overal goed. Bovendien is het voor gemeenten vaak moeilijk om adequate schuldhulp te verlenen, omdat in het minnelijke traject alle schuldeisers akkoord moeten gaan met een schuldenregeling. Kan dat niet worden aangepast, zo vraag ik de Staatssecretaris.

Dan een ander punt: de hoge rentetarieven van gemeentelijke kredietbanken. Elke gemeente mag zijn eigen rentetarief hanteren bij sociale kredietverlening, tot een maximum van maar liefst 14%. Deze hoge tarieven zorgen dat deze kwetsbare doelgroep fors moet betalen voor een lening die nodig kan zijn voor het betalen van zorgkosten, het vervangen van een kapotte koelkast of het aflossen van schulden.

De voorzitter:

Meneer Bruins, u heeft een interruptie van mevrouw Van Brenk, 50 PLUS.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Meneer Bruins zal dat vast wel begrijpen. Wij hebben namelijk over dit punt vorige keer een motie ingediend. Daarin vroegen wij de regering om de sociale kredietverlening beter af te stemmen op de doelgroep en de rente zo mogelijk terug te brengen tot 0–5%. Daar heeft de ChristenUnie tegen gestemd. Ik wil graag weten wat de ChristenUnie nu dan vraagt op dit terrein. Is hij tot inkeer gekomen? Dat zou heel mooi zijn.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Tot inkeer komen past wel bij de ChristenUnie, maar niet als het gaat om politieke standpunten, want die zijn toch redelijk consistent. Ik vraag vandaag aan de Staatssecretaris waardoor die verschillen komen. Wat vindt de Staatssecretaris van die verschillen? Kan zij afspraken maken met de gemeenten om lagere tarieven te gaan hanteren? Kan het kabinet er ook werk van maken om dat maximumtarief van 14% naar beneden te brengen? Mijn boodschap is: als dat kan, doen. Daar zouden wij voorstander van zijn.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Mijn conclusie is dan: als het kabinet het kan, is het goed, maar als partijen dat zelf willen vragen, is dat schijnbaar niet goed. Maar als het doel bereikt wordt, vinden wij het prima.

De heer Bruins (ChristenUnie):

De motie van mevrouw Van Brenk van destijds sprak over 0–5%. Ik weet niet of dat haalbaar is. Dat was voor ons een reden om op dat moment te zeggen: deze motie kunnen we niet steunen. Maar ik weet ook dat de Autoriteit Financiële Markten dit onderwerp meeneemt in haar onderzoek naar kredietverlening. Wij vinden het ook verstandig dat wij wachten op dat onderzoek. Destijds vonden we het ook verstandig om de bredeschul-denaanpakbrief, die we nu van de Staatssecretaris hebben gekregen, af te wachten. Dat hebben we gedaan. Nu ligt het plan er. Dit is dan ook het moment om ons uit te spreken over wat wij vinden van dat maximum-tarief van 14%.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ja, dank u wel. Dan kan ik meteen aan de Staatssecretaris vragen wanneer dat onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten komt, want dat bepaalt dan ook wanneer we kunnen praten over het al dan niet verlagen van het maximumtarief. Dus dank aan mevrouw Van Brenk voor deze mogelijkheid.

Voorzitter. Als ik denk aan preventie en vroegtijdige hulp, denk ik ook aan de vrijwilligersorganisaties, zoals SchuldHulpMaatje. Deze organisaties hebben vaak een goed netwerk en komen makkelijker bij mensen achter de voordeur. Vrijwilligers bereiken vaak meer dan overheidspartijen en professionele instellingen. Het is daarom goed dat in het regeerakkoord is afgesproken dat er een landelijk dekkend netwerk van vrijwilligersprojecten komt. Hoe staat het hiermee, zo vraag ik de Staatssecretaris. Vanuit de sector worden hier al prachtige plannen voor gemaakt. Wil de Staatssecretaris helpen om die plannen verder te brengen? Wat de ChristenUnie betreft mag een fors deel van het budget voor armoede en schulden naar die vrijwilligersorganisaties, al dan niet via gemeenten. Want we zien dat vrijwilligersorganisaties vaak meer effect hebben en dat het geld zo veel directer terechtkomt bij de mensen die het nodig hebben. Het is ook van groot belang dat de overheid kijkt naar haar eigen rol als schuldeiser. De overheid heeft een voorbeeldfunctie en moet alles in het werk stellen om te voorkomen dat schulden onnodig oplopen. Daarom vindt de ChristenUnie dat het kabinet een halt moet toeroepen aan de stapeling en de ophoging van bestuurlijke boetes en de bestuursrechtelijke premie. Het kabinet onderzoekt dit al op het terrein van VWS, maar wat de ChristenUnie betreft mag dit nog veel breder getrokken worden, ook naar verkeersboetes, toeslagen, studieleningen, enzovoorts. Dit past ook goed bij de ambitie die in het regeerakkoord is uitgesproken. Ik bereid samen met D66 en CDA een motie voor om breed te verkennen hoe die ophoging bij de overheid kan worden gemaximeerd.

Voorzitter. Nog speciale aandacht voor jongeren die met schulden te maken hebben of daar een risico op lopen.

De voorzitter:

U heeft nog iets minder dan een minuut.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ja. Ik denk aan studenten die tegenwoordig veel moeten lenen om hun studie te betalen. In het brede samenwerkingsverband uit het werkveld missen we een partij met specifieke expertise op het gebied van jonge schuldenaren. Kan de Staatssecretaris hier alsnog voor zorgen? Kan zij toezeggen dat zij ook concrete plannen ontwikkelt om te voorkomen dat jongeren in de schuld raken?

Voor de ChristenUnie is het van groot belang dat er werk gemaakt wordt van het incassoregister. Graag hoor ik van de Staatssecretaris hoe het kabinet hier werk van gaat maken en welk tijdpad daarbij hoort.

Tot slot. Op de agenda van vandaag staat ook een uitstelbrief over het onderzoek naar het bestaansminimum in Caribisch Nederland. Dit was eind april in concept gereed en zou aan de vertegenwoordigers van het Rijk en de openbare lichamen worden voorgelegd. In haar brief wil de Staatssecretaris geen termijn geven voor de afronding van het rapport. Ik wil de Staatssecretaris vragen naar de stand van zaken. Wanneer wordt het onderzoek naar de Kamer gestuurd? Kan dit s.v.p. zo snel mogelijk gebeuren?

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Bruins.

Verdere informatie

« Terug