Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Vreemdelingenbeleid

donderdag 13 december 2018

Bijdrage Joël Voordewind aan een algemeen overleg met Staatssecretaris Harbers van Justitie en Veiligheid en Minister Kaag voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Kamerstuknr. 19 637

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Ik begin bij de gezinnen met kinderen in detentie. Zoals collega Jasper van Dijk al zei, zijn hierover 92 aanbevelingen aangereikt aan de Staatssecretaris. Ik moet zeggen dat de brief niet heel erg geruststelde met betrekking tot de aanpassingen en de overname van die aanbevelingen. Het zijn meer cosmetische veranderingen. Het is een sterk terughoudende brief, met weinig verbeterpunten. De beperking in de verhuizingen, waar de Kamer al jaren op aanstuurt, is nog steeds niet gerealiseerd. De plannen zijn er wel – dat is goed – maar die zijn nog niet gerealiseerd.

Voorzitter. Dan het aanhouden van die kinderen en die gezinnen. De Kamer heeft hierover een motie aangenomen, met het verzoek om wijzigingen en verbeteringen door te voeren, en om vooral iets meer gevoeligheid te laten zien met betrekking tot de aanhouding ’s morgens vroeg. Ik moet zeggen dat die brief ook vrij teleurstellend is, want de Staatssecretaris zegt dat alle opties, zoals het niet meer aanhouden in uniformen, het niet aanhouden op een heel vroeg tijdstip en de alterna-tieven voor aanhoudingen, niet door te voeren zijn. Dat is teleurstellend. Voorzitter. Dan het afscheid nemen van de mensen die in Zeist terecht-komen. We hebben begrepen dat mensen zich, als ze geen familie zijn, drie dagen van tevoren moeten aanmelden. Dat kan weleens leiden tot zeer grote teleurstellingen, aangezien er soms wel heel snel wordt uitgezet. Dan is men te laat. Hoe kunnen we die bureaucratie van die drie dagen voorkomen? Misschien waren het wel heel close vriendjes of vriendinnetjes, die simpelweg even afscheid willen nemen. Kan de Staatssecretaris dat in ieder geval garanderen? Ook bij het vertrek mogen ze geen afscheid nemen van de juf of van vriendjes. Is daar niet een mouw aan te passen, om kinderen op z’n minst de mogelijkheid te geven om gedag te zeggen?

Sommige kinderen dragen, als ze zijn opgehaald en in Zeist terechtkomen, dagenlang dezelfde kleren. Waarom geven we hun niet even de tijd om hun koffer in te pakken, zo vraag ik de Staatssecretaris. Ik heb ook begrepen dat sommige spullen uiteindelijk niet in Zeist belanden. Dat zijn toch heel humane oplossingen die wij als overheid gewoon kunnen doorvoeren?

Voorzitter. Ik heb gelezen dat het aantal herhuisvestingen vanuit Turkije flink terugloopt. Wat is daar de oorzaak van? Gaat Nederland die resettlements, die herhuisvestingen vanuit Turkije, die een onderdeel zijn van de Turkijedeal, toch op peil houden?

In het inspectierapport over sociale veiligheid zien we een harde conclusie van de inspectie. Het COA krijgt gewoon een onvoldoende. Dat is voor een deel begrijpelijk, omdat 2015–2017 een hele hectische periode was. Maar inmiddels moeten de verbeteringen toch wel kunnen worden doorgevoerd. Wij verbaasden ons erover dat de woorden «christenen» en «lhbt’s» in het hele rapport niet voorkomen. Dat zijn toch echt twee groepen die – dat weten wij uit meldingen – soms zwaar te lijden hebben onder pesterijen of zelfs geweldplegingen. Ik vraag de Staatssecretaris om met name naar deze twee groepen te kijken. Stichting Gave, die zich bezighoudt met christenen, heeft een meldpunt ingesteld voor pesterijen et cetera en wil daar graag met het COA over in gesprek, maar het COA weigert schijnbaar het gesprek over zo’n meldpunt. Kan de Staatssecretaris hierin bemiddelen?

Voorzitter. Er is een motie ontraden van de SGP over het niet toestaan van gebedsoproepen in de openbare ruimtes van de azc’s. De Staatssecretaris zei dat mensen toch wel een gebedsoproep via hun telefoon moeten kunnen afluisteren, als die een beetje een appetijtelijk geluidsniveau heeft. Dit geldt dan niet voor de christenen, die soms in hun eigen slaapkamer een gebed proberen uit te spreken. Is er dan wel sprake van gelijke behandeling, vraag ik de Staatssecretaris.

Ik ben blij dat het Global Compact on Refugees er komt. We hadden natuurlijk al het Vluchtelingenverdrag. Nu komen er allerlei handvatten voor hoe we dat Vluchtelingenverdrag beter kunnen implementeren, met name in de landen waar de vluchtelingen worden opgevangen, in de regio. Ik heb nog wel twee vragen aan de Minister. Er komen nieuwe supportplatforms voor de host countries. Wat voegen die toe naast de diensten die de UNHCR al aanbiedt? Ik begrijp dat er ook global refugee forums komen, die zelf ook weer geld gaan werven. Is dat noodzakelijk, gezien de pledges die al worden doorgevoerd voor de UNHCR?

Ten slotte, voorzitter, de lvv’s. Ik zie dat ik aan mijn tijd ben. Ik ben heel blij dat het gelukt is om dit voor elkaar te krijgen. Dit moet mensen nu toch perspectieven geven, of op terugkeer of op een verblijf hier. Ik vraag de Staatssecretaris nog wel waarom Nijmegen of Arnhem als plaatsen in het oosten niet zijn meegenomen in de pilot, want nu missen we het oosten. Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Er was een vraag van de heer Van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik zou graag willen dat de heer Voordewind ingaat op de situatie rond het gezin waar Hayarpi deel van uitmaakt. Zij verblijft al wekenlang in een kerk. De heer Voordewind moet daar veel affiniteit mee hebben. Kan hij uitleggen waarom Howick en Lili wel een verblijfsvergunning krijgen en mevrouw Hayarpi, die al drie keer in het gelijk is gesteld door de rechter, geen verblijfsvergunning krijgt onder de regering met de ChristenUnie erbij?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dat is de discretionaire bevoegdheid van de Staatssecretaris. Het mag duidelijk zijn wat wij vinden over Lili en Howick en wat we vinden van Hayarpi. Ik ben daar zelf ook geweest. Ik heb met haar en haar familie gesproken. Het mag duidelijk zijn dat wij pleiten dat het gezin van Hayarpi mag blijven, ook gezien haar asielrelaas. Zij kwam al in de eerste asielprocedure over de vijf jaar heen. Het is dus echt een zaak voor het kinderpardon, omdat de kinderen geworteld zijn. Ze hebben ook geen procedures gestapeld. Ons geluid is bekend, maar het is uiteindelijk aan de Staatssecretaris om dat besluit te nemen.

De voorzitter:

Een vervolgvraag van de heer Van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Die laatste zin klinkt een beetje als: het lot zal wel beslissen. Hoe lang kan dit blijven doorgaan met de ChristenUnie in de coalitie? Ik hoor eigenlijk in het antwoord van de heer Voordewind dat hij het volstrekt oneens is met het beleid zoals dat nu gevoerd wordt. De Staatssecretaris heeft onlangs nog in de media gezegd: «Dit schiet niet op. Er is geen perspectief voor deze mensen. Ze moeten terug.» Hoe lang blijft u dat accepteren?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het is altijd geven en nemen in een coalitie. De SP weet dat misschien van collegevormingen in het land. Het blijft een optelsom. Dit blijft, zoals we van het begin af aan hebben gezegd, een bittere pil voor ons, maar dat wil niet zeggen dat wij vervolgens op onze lauweren gaan rusten. We blijven dit onder de aandacht brengen van iedereen die het wil horen. Wij hopen echt dat het uiteindelijk nog tot een oplossing komt.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik heb, voordat de heer Voordewind gaat zitten, nog even een vraag over hetzelfde punt. Hij zegt dat dit uiteindelijk een zaak is van de Staatssecretaris. Dat geldt voor zover je kijkt naar de discretionaire bevoegdheid. Dat ben ik met hem eens. Die is per definitie een zaak van de Staatssecretaris. Maar als het gaat om de zaak waar de heer Van Dijk op wees, de petitie voor een beter kinderpardon over heel veel vergelijkbare situaties als de situatie van de kinderen die nu in de Bethelkerk zitten, dan is het een zaak van beleid, en het aanpassen of niet aanpassen van de huidige toepassing van de regels voor – «kinderpardon» heet het dan officieel niet – langdurig verblijf van de kinderen. Dat is wel degelijk een verantwoordelijkheid van de Kamer. Daarvoor kun je niet naar de Staatssecretaris wijzen.

De voorzitter: En uw vraag?

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Of de heer Voordewind en zijn partij bereid zijn om de politieke verant-woordelijkheid te nemen en te kijken naar mogelijke aanpassing van de huidige regeling zodat situaties als met Hayarpi en haar gezin niet meer voorkomen. De voorzitter: Helder. De heer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het denken is natuurlijk niet gestopt na het regeerakkoord en de situaties zijn ook alweer veranderd. Daarom heeft de Kamer hier ook een motie aangenomen van collega Van Toorenburg om te kijken of de schrijnendheid en de rechten van kinderen genoeg worden meegewogen in de asielprocedure. Daar is een commissie-Van Zwol uit voortgekomen. Die gaat nu kijken of we het kunnen voorkomen. Misschien ligt het voor een deel ook aan de Staat dat die procedures zo lang duren en dat kinderen geworteld raken als ze meer dan vijf jaar in Nederland zijn. Misschien moeten er andere dingen gebeuren. Misschien moeten de rechten van kinderen nog beter verankerd worden in de Vreemdelingenwet. Dat zouden wij erg toejuichen. Daar is nu een commissie mee aan de slag. Ik hoop daar goede voorstellen van te zien. Als die er komen, dan zullen we daar ongetwijfeld weer over spreken in de Kamer. Dan zult u in mij een warm voorstander vinden om de positie van kinderen in de asielketen te versterken.

De voorzitter:

Dank u wel.

Meer informatie

« Terug