Bijdrage Carola Schouten aan plenair debat inz. Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW.

woensdag 01 februari 2012 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten in een plenair debat met minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Onderwerp:   Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW

Kamerstuk:   33 046

Datum:            1 februari 2012

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. In 2009 besloot de toenmalige coalitie om de AOW-leeftijd te verhogen van 65 naar 67 jaar. Dit werd gedaan om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen en om de overheidsfinanciën op orde te brengen na de economische crisis van dat moment. We zijn zo'n drie jaar verder. Nu behandelen we eindelijk het wetsvoorstel waarmee die verhoging wordt geregeld. Wederom vindt het debat plaats tegen de achtergrond van een financieel-economische crisis die een gat slaat in de overheidsfinanciën.

Vanochtend konden we allemaal lezen welke gedachten het kabinet heeft over mogelijke aanvullende bezuinigingen. Daarbij stond ook de optie om de AOW-leeftijd sneller te verhogen dan in 2020. De ChristenUnie-fractie snapt deze gedachte. In ons verkiezingsprogramma pleitten we ook al voor een eerdere stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd. We leven gelukkig allemaal langer in goede gezondheid. Dat betekent ook dat we langer kunnen doorwerken. Tegelijk moeten werknemers wel kunnen rekenen op een toereikende oudedagsvoorziening. Daar hebben we gisteren ook over gesproken in het debat over het korten op pensioenen. Zowel gepensioneerden als jongeren hebben baat bij een toekomstbestendig pensioenstelsel en een waardevaste AOW. Al jaren worden AOW-uitkeringen niet meer volledig betaald uit de opgebrachte premies. Als deze trend doorzet, zal dat een enorme claim op de overheidsfinanciën leggen, waardoor de jongere generaties de hoge lasten moeten gaan dragen. Dat wil de ChristenUnie niet. Bij het denken over de AOW moet de solidariteit tussen jong en oud vooropstaan. Hervormingen zijn nodig om de AOW toekomstbestendig te houden. Met dit wetsvoorstel wordt daarin een eerste stap gezet. De AOW-leeftijd wordt in twee fases verhoogd naar 67 jaar en daarna gekoppeld aan de stijgende levensverwachting.

Deze tijden waarin nieuwe bezuinigingen nodig zijn, vragen echter ook om verdergaande hervormingen. Het eerder dan in 2020 stapsgewijs laten ingaan van de AOW-verhoging biedt die mogelijkheid. Het is een maatregel die de arbeidsproductiviteit verhoogt en die tegelijkertijd bijdraagt aan houdbare overheidsfinanciën. De ChristenUnie-fractie wil het kabinet daarom vragen een snellere verhoging van de AOW-leeftijd te overwegen. Als ik de krantenkoppen mag geloven, wordt daar nu over nagedacht. Ik hoor graag van de minister wat de concrete plannen op dit punt zijn.

In eerdere debatten heeft de ChristenUnie-fractie steeds aandacht gevraagd voor mensen met lage inkomens en zware beroepen. Het voorliggende wetsvoorstel komt aan een groot aantal van onze toenmalige bezwaren tegemoet. De ingangsleeftijd van de AOW is geflexibiliseerd. Door de verhoging van de AOW en de invoering van de inkomensafhankelijke ouderenkorting krijgen mensen met een lager inkomen ook de mogelijkheid om op hun 65ste te stoppen met werken, net als alle andere Nederlanders.

Het belangrijkste is uiteraard dat oudere werknemers op een gezonde manier langer aan het werk kunnen blijven. Dit is niet alleen een vraagstuk voor de politiek, maar juist en vooral ook van de sociale partners. Er moeten goede afspraken worden gemaakt over de arbeidsdeelname van ouderen.

Dit wetsvoorstel bevat ook een vitaliteitspakket dat het langer doorwerken faciliteert. Het CPB heeft eind december berekend wat de participatie-effecten van het vitaliteitspakket zijn. Dat stemde ons niet zo hoopvol. Het CPB verwacht een beperkt effect van maatregelen als het "van werk naar werk"-budget en de intersectorale scholing. Ik ben benieuwd naar de reactie van de minister hierop. Deelt hij de zorg van het CPB of gaat hij ervan uit dat het wel goed komt? Graag hoor ik hier meer over. Als wij mensen langer willen laten doorwerken, dan moeten zij daar ook echt perspectief op krijgen. Draagt het vitaliteitspakket daar voldoende aan bij?

Ik heb nog enkele vragen over het overgangsrecht voor bepaalde groepen werknemers. Ten eerste heb ik een vraag over de uitzondering voor pensioenregelingen waarbij een premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid is ingegaan. Bij andere wetswijzigingen werd een overgangsmaatregel voor deze groepen geregeld. Nu geeft het kabinet aan een soortgelijke aanwijzing in soortgelijke gevallen en onder soortgelijke voorwaarden ook te doen voor dergelijke pensioenregelingen. Dat is wel allemaal heel erg soortgelijk. Wat betekent dit concreet? Komt er een overgangsmaatregel en zo ja, hoe ziet die er uit?

Ten tweede heb ik een vraag over de mensen die naar het buitenland zijn verhuisd en tot hun AOW-leeftijd niet meer terugkeren naar Nederland. Zij krijgen te maken met een korting van eerst 2% en straks mogelijk 4% in de opbouwperiode, doordat de opbouwleeftijd straks start met 16 jaar en later met 17 jaar. Deze mensen waren tussen 15 jaar en straks 17 jaar verzekerd voor de AOW, maar kunnen nu, omdat zij zijn geëmigreerd, geen AOW meer opbouwen na hun 65ste. Zo ontstaan er twee verschillende regimes, namelijk voor mensen die emigreren en voor mensen die op hun pensioengerechtigde leeftijd in Nederland wonen. Deelt de minister mijn mening dat er op die manier ongelijkheid ontstaat en dat deze niet wenselijk is? Graag ontvang ik een reactie hierop.

Ten derde zal de groep werknemers die in 2013 58 jaar of ouder is, door de aanpassing van het Witteveenkader een iets lager pensioen hebben kunnen opbouwen dan onder het huidige Witteveenkader. Dit zou men kunnen inlopen door wat langer door te werken. Veel cao's staan vrijwillig langer doorwerken echter nog steeds niet toe. De genoemde groep zal daar in ieder geval last van hebben. Het kabinet stelt dat langer doorwerken al mogelijk is, maar wat doet het kabinet in situaties waarin de cao langer doorwerken wel belemmert, terwijl 58-plussers dit straks wel willen om ten minste een volledige pensioenopbouw te realiseren? Om deze reden zal de ChristenUnie het amendement van D66 op dit punt steunen.

Zeer binnenkort komt er een hoofdlijnennotitie van de minister waarin het punt van het invaren van oude rechten zal worden meegenomen. Dat zei hij gisteren. Eerder heeft de minister beloofd -- de heer Ulenbelt kwam hier ook al op terug -- dat zowel ouderen- als jongerenorganisaties betrokken worden bij de discussie over de wijze waarop oude rechten ingevaren kunnen worden in het nieuwe stelsel. Ons bereiken inderdaad ook berichten dat die betrokkenheid nihil is. Voor een breed draagvlak in het veld lijkt het mij van het grootste belang dat de genoemde partijen wel hierbij betrokken worden. Kan de minister aangeven op welke wijze hij vertegenwoordigers van ouderen- en jongerenorganisaties nu betrekt bij het overleg? Graag ontvang ik een reactie hierop.

De heer Koolmees (D66):

Ik ben blij dat de fractie van de ChristenUnie ook een voorstander is van het geleidelijk verhogen van AOW-leeftijd. Betekent dit dat de ChristenUnie het amendement van D66 en GroenLinks steunt?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik heb het amendement van D66 en GroenLinks gezien. Ik heb overigens begrepen dat de heer Koolmees nu ook nog een ander amendement zal indienen. Op welk amendement doelen wij dus? Ik neem aan dat het gaat om het amendement over het verhogen van de AOW-leeftijd in stappen van twee maanden. Dat zal de ChristenUnie welwillend bekijken.

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.


« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

december 2019

juni

september 2018

juni 2017

mei

april

februari

januari

december 2016

november