Inbreng Joël Voordewind inz. Wijziging Vreemdelingenwet 2000 ivm herschikken gronden asielverlening

woensdag 04 juli 2012

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind inzake Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000

Onderwerp:   Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het herschikken van de gronden voor asielverlening

Kamerstuk:   33 293

Datum:            4 juli 2012

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel hetgeen beoogt de Vreemdelingenwet 2000 te wijzigen in verband met het herschikken van de gronden voor asielverlening.

Herschikking beschermingsgronden

De regering stelt dat de Europese ontwikkelingen richtinggevend geweest zijn in het voornemen de nationale asielgronden te lanter vervallen. Daarmee komt voor een aantal specifieke groepen ook de bescherming te vervallen. De leden van de fractie van de ChristenUnie verzoekt de regering toe te lichten welke alternatieven er zijn overwogen voor de afschaffing van de nationale asielgronden en daarbij in ieder geval in te gaan op het in de brief met Kamerstuknummer 28490 nr. 520, genoemde alternatief.

Traumatabeleid

De regering stelt dat het beleid inzake traumata goeddeels overbodig is geworden. Kan de regering aangeven hoeveel vergunningen er op basis van dit beleid de afgelopen jaren zijn verleend, zo vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie.

De regering treft geen regeling voor de categorie vreemdelingen waarvoor dit het schrappen van deze grond consequenties zal hebben, maar verwijst naar artikel 64 van de vreemdelingenwet. Terecht wijst de afdeling advisering van de Raad van State erop dat Artikel 64 van de Vw 2000 het toetsingskader van het huidige traumatabeleid niet dekt. De Afdeling wijst er op dat de medische belemmering om te reizen niet hetzelfde is als klemmende redenen van humanitaire aard om terug te keren in verband met de situatie in het land van herkomst.

De leden van de fractie van de ChristenUnie verzoeken de regering nader toe te lichten waaruit de nood­zaak bestaat om het specifieke toetsingskader met bijbehorende vergunning op grond van het traumatabeleid te laten vervallen. Op welke wijze wil de regering de bescherming van deze categorie kwetsbare vreemdelingen wel borgen, zo vragen deze leden.

Specifieke groepen

De regering ziet geen noodzaak voor voortzetting van het beleid ten aanzien van specifieke groepen. Die zullen daarom onder de a- of de b- grond van artikel 29 gaan vallen. De leden van de fractie van de ChristenUnie maken zich zorgen over de consequenties die dit heeft vanwege het individualiseringsvereiste. Deze leden verzoeken de regering nader toe te lichten welke mate van individualisering voor leden van specifieke groepen onder het nieuwe beleid vereist wordt om in aanmerking te komen voor de noodzakelijke bescherming.

Schrappen categoriaal beschermingsbeleid

De regering stelt voor het categoriale beleid te laten vervallen.De Afdeling advisering van de Raad van State is niet overtuigd van het voorgenomen gebruik van de besluit- en vertrekmoratoria als alternatief voor het categoriaal beschermingsbeleid. Deze moratoria zijn in de tijd beperkt tot de periode van één jaar en kunnen daarom geen langdurige of permanente bescherming bieden. Daarnaast geldt dat degenen die onder het bereik van deze moratoria vallen niet in het bezit worden gesteld van een verblijfsvergunning, maar slechts tijdelijk recht­matig verblijf hebben. Het categoriaal beschermingsbeleid is ooit ingevoerd om aan dergelijke (langdurige) 'gedoogsituaties' een einde te maken. De leden van de fractie van de ChristenUnie verzoeken de regering nader toe te lichten hoe het uitstellen van het nemen van een beslissing zich verhoudt tot het uitgangspunt dat er sneller duidelijkheid moet zijn voor de asielzoeker. Deze leden verzoeken ook in het kader van het afschaffen van het categoriaal beschermingsbeleid de regering nader toe te lichten welke mate van individualisering vereist wordt om in aanmerking te komen voor de noodzakelijke bescherming.

Nareis gezinsleden

De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn blij dat de regering tot het inzicht is gekomen dat het laten verkrijgen van een reguliere status door nareizigers, geen enkel voordeel op zou leveren. Ten aanzien van het huidige voorstel, hebben deze leden nog wel een aantal bezwaren en opmerkingen.

De Adviescommissie Vreemdelingenzaken voorziet ten aanzien van het voorgestelde onderdeel ‘nareis’ strijdigheid met het EU-recht. De ACVZ wijst erop dat de Gezinsherenigingsrichtlijn geen ruimte laat om het recht op gezinshereniging op de voorgestelde manier te beperken, namelijk middels de vereisten ‘feitelijk behoren tot het gezin’ en ‘dezelfde nationaliteit hebben als de hoofdpersoon’. Ook de Afdeling advisering van de Raad van State adviseert de nationaliteitseis te laten vervallen. De leden van de fractie van de ChristenUnie verzoeken de regering aan te geven op basis van welk artikel in de Definitierichtlijn en op basis van welk artikel in de Gezinsherenigingsrichtlijn de mogelijkheid bestaat om de eis van de gelijke nationaliteit als algemene voorwaarde voor de gezinshereniging asiel te stellen? Deze leden verzoeken de regering artikel 29 overeenkomstig de adviezen van de Raad van State en de ACVZ aan te passen. Is de regering daartoe bereid?

De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn van mening dat voorkomen moet worden dat kinderen, die in het land van herkomst duurzaam met hun ouders samenleefden, ten gevolge van onzorgvuldigheden in de vaststelling van de gezinsband blijvend van hun ouders gescheiden worden. Deze leden verzoeken de regering toe te lichten op welke wijze een zorgvuldige toetsing van de feitelijke gezinsband gewaarborgd wordt.

De Europese Commissie heeft erop gewezen dat Nederland door het tegenwerpen van overschrijding van de nareistermijn zonder volledige belangenafweging in strijd met de Gezinsherenigingsrichtlijn handelt. Ook de UNHCR heeft zich uitgesproken tegen de rigide toepassing door Nederland van de nareistermijn. De leden van de fractie van de ChristenUnie verzoeken de regering de nareistermijn in het wetsvoorstel te schrappen. Is de regering daartoe bereid? Zo nee, waarom niet?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug