Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat Belastingplan 2013 - oa Wet verhuurdersheffing

donderdag 15 november 2012 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten aan een plenair debat met minister Blok voor Wonen en Rijksdienst en staatssecretaris Weekers van Financiën

Onderwerp:   Belastingplan 2013 – Wet herziening fiscale behandeling eigen woning (33405) en Wet verhuurderheffing (33407)

Kamerstuk:    33 405

Datum:            15 november 2012

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. Allereerst wil ik de minister voor Wonen en Rijksdienst van harte welkom heten. Dit is het eerste debat dat wij met hem aangaan. Wij zijn altijd gewend geweest dat hij aan de andere kant van deze zaal zat, maar het is goed dat hij nu aan deze kant zit, helemaal als hij goed luistert naar onze argumenten bij alle wetsvoorstellen. Ik hoop dan ook op een prettige samenwerking met deze minister.

We bespreken hier twee belangrijke wetsvoorstellen. De woningmarkt zit compleet op slot. Vanochtend hoorden we de cijfers over de economische ontwikkeling in Nederland en die zijn toch wel schrikbarend. Als een van de oorzaken werd genoemd dat de bouw helemaal is ingestort. Het is van cruciaal belang dat wij hier in deze Kamer snel duidelijkheid geven over wat wij willen met de woningmarkt. Er liggen nu twee wetsvoorstellen voor.

Het eerste betreft de woningmarkt. Het is van belang dat er duidelijkheid komt, waar de sector zelf ook om vraagt en waar de sector zelf ook voorstellen voor heeft gedaan die we allemaal hebben gelezen en al dan niet hebben verwerkt in onze verkiezingsprogramma's. Daarnaast is maatwerk van groot belang. De woningmarkt is niet een standaardmarkt, maar wordt gekenmerkt door vele situaties, vele gezinnen en bedrijven die allemaal hun eigen behoeftes hebben.

Wij hebben in het Lenteakkoord een hieruit voortvloeiend wetsvoorstel opgesteld over het voor nieuwe gevallen verplichte aflossen. Het mag bekend zijn en ik herhaal dat mijn fractie in die discussie heeft aangegeven dat wij de voorkeur geven aan een forfaitair annuïtair aflossingsschema, juist om dat maatwerk te kunnen bieden. Dat is er uiteindelijk niet van gekomen, maar ik vraag de minister, juist hem als liberaal, wat hij ervan vindt dat alle consumenten op deze manier in één mal worden gezet om te kijken hoe zij de hypotheek op hun woning zullen gaan aflossen. Wij hebben in de inbreng verschillende vragen gesteld over -- toch nog -- de mogelijkheden voor een forfaitair, annuïtair aflossingsschema. Kan de minister nog eens aangeven wat de bezwaren daartegen zijn? Daar moet volgens mij helderheid over komen. Waarom is dus heel bewust voor deze variant gekozen? Ziet hij misschien toch nog mogelijkheden om deze optie in te voeren? Er zijn praktische bezwaren genoemd, maar ik kan mij voorstellen dat die overkomelijk zijn. Ik hoor graag van de minister of hij daartoe mogelijkheden ziet.

Dit is ook van belang voor de positie van de starters. Er werd hier al gezegd dat er nu eigenlijk twee regimes komen: voor de huidige gevallen en voor de nieuwe gevallen. Juist de doorstroom op de woningmarkt is gebaat bij het erbij komen van starters. Kan de minister daarom aangeven welke effecten dit wetsvoorstel heeft op de doorstroming op de woningmarkt?

Ik heb ook een vraag over de gevolgen voor andere financiers dan banken, bijvoorbeeld de verzekeraars. De hypotheken die straks afgesloten moeten worden, zijn allemaal annuïtair. Niet alle financiers bieden die producten aan; zij kunnen dat zelfs niet allemaal. Heeft de minister de gevolgen hiervan in kaart gebracht en, zo ja, kan hij die ook melden?

Er is natuurlijk ook een nieuw feit gekomen doordat er nu een regeerakkoord ligt. Toen wij het Lenteakkoord sloten, was nog niet bekend wat de maatregelen in het regeerakkoord zouden worden. Er was toen nog helemaal geen regering, laat staan een regeerakkoord. Dat regeerakkoord is er nu wel. Daarin staat tot mijn blijdschap dat er nu echt stappen worden genomen op het terrein van de hypotheekrenteaftrek, maar daarmee wordt wel een situatie gecreëerd waarin er twee momenten komen: in 2013 met het annuïtair aflossingsschema en in 2014 met de hypotheekrenteaftrek. Heeft de minister overwogen om die zaken ineen te schuiven, dus om één moment te kiezen waarop je de woningmarkt rust en duidelijkheid geeft door één pakket neer te leggen dat dan wellicht ook breder wordt gedragen door de hele sector?

Wij hebben ook vragen gesteld over de problematiek van de restschuld.

De heer Paulus Jansen (SP):

Mevrouw Schouten formuleert vrij bedaagd, maar hoe beoordeelt de fractie van de ChristenUnie het totaalbeeld van wat dit kabinet in petto heeft voor de koopsector en voor de huursector? Is dat het eindbeeld dat de fractie van de ChristenUnie-fractie in haar hoofd heeft? Of vindt zij dit eigenlijk toch maar half werk of nog minder?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Wij hebben natuurlijk ons eigen verkiezingsprogramma. Daarin staan onze eigen voorstellen over de woningmarkt en de huurmarkt. Wij hebben natuurlijk nog behoorlijk wat vragen over het wetsvoorstel inzake de koopmarkt; ik zal straks ook nog de nodige vragen stellen over de verhuurdersheffing. Ik wil eerst de antwoorden van de minister op een aantal vragen afwachten voordat wij tot een finaal oordeel komen, maar het mag duidelijk zijn dat wij op een aantal punten wel kritische vragen hebben.

De heer Paulus Jansen (SP):

Denkt de fractie van de ChristenUnie dat het pakket waarvan wij vandaag een eerste deeltje behandelen, de rust op de woningmarkt doet terugkeren? Dat was toch uiteindelijk een van de doelen die wij allemaal nastreven?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Die vraag heb ik ook aan de minister gesteld. Ik heb bijvoorbeeld gevraagd of hij heeft overwogen om het hele pakket ineen te schuiven en voor 2015 een duidelijke lijn neer te leggen.

Wel vind ik dat dit niet het eindplaatje is. In 2014 worden nadere stappen op de woningmarkt gezet, overigens ook bij de verhuurdersheffing. Ook in 2014 zullen wij wel de nodige kritiek en vragen hebben, omdat wijzelf andere voorstellen hebben. Ik wil eerst weten welke afwegingen de minister heeft gemaakt bij de indiening hiervan. Ik moet mijn finale afweging nog maken. Ik moet zeggen dat ik dat op dit moment nog niet helemaal heb gedaan.

De heer Paulus Jansen (SP):

Ik kan me voorstellen dat u benieuwd bent naar de antwoorden van de minister; ik ben dat uiteraard ook. Ik zou mij ook kunnen voorstellen dat u in de huid kruipt van de consument, de woningbezitter en de huurder. Heeft de ChristenUnie-fractie op dit moment het gevoel dat hiermee de rust en het vertrouwen van mensen in de toekomst van de woningmarkt terugkeren? Dat lijkt mij ook voor u een heel belangrijke vraag.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voor de derde keer: daarvoor wil ik eerst de beantwoording van de minister weten. En wat de huid van de consument betreft: ik ben zelf ook een consument, want ik heb net een huis gekocht en weet dus heel goed wat er op dit moment speelt op de woningmarkt en op het gebied van de financiering. Ik ben beide in één persoon, dus wat dat betreft kan ik die zaken zelf ook afwegen.

Nu de restschuld. Wij hebben vragen over de termijn van vijf jaar. Ik heb gezien dat er een meerderheid in de Kamer is om de periode op te rekken naar tien jaar. Wij steunen dat van harte. Vijf jaar was kort, en al helemaal in het licht van de huidige economische situatie. Wij zijn van mening dat je mensen langer de tijd moet geven, om zo de restschuldproblematiek enigszins te verzachten. Ik heb daarbij een vraag over de medewerking van de financiers. Die is namelijk wel het knelpunt. Als wij hier mooie voorstellen maken maar de financiers werken daar niet aan mee, heeft de consument er nog niet veel aan. Ik vraag de minister daarom of hij dit heeft besproken met de financiers, de hypotheekverstrekkers. Wat was hun analyse? Wilden ze hier echt aan bijdragen? Zo niet, welke mogelijkheden ziet de minister dan om dit dwingend op te leggen? Anders geven wij namelijk hier het signaal af, maar zal dat in de praktijk niet veel uitmaken. Dat is niet wat wij hiermee willen en beogen. Graag een reactie daarop.

Ik had ook nog een punt over de startersleningen, maar dank voor de antwoorden in de brief van de minister. Het is goed dat dit op korte termijn is opgelost. Ik ben benieuwd naar hoe dit straks structureel gaat gebeuren. Als de minister hier meer inzicht in kan geven, hoor ik dat graag.

Ik kom bij de kapitaalverzekering eigen wonen in de clausule overgangsrecht. Die clausule moet voor 1 januari 2013 zijn opgenomen, anders is het niet meer mogelijk om deze in box 3 het houden. Ik vraag de minister om hierbij enige coulance toe te passen. Tussen het tijdstip waarop dit wetsvoorstel straks in de Eerste Kamer is aangenomen en een en ander moet zijn geregeld, heeft men denk ik nog maar een week, met de kerstdagen en verder alles van dien. Ik vraag de minister om dit te regelen.

De heer Knops (CDA):

Voorzitter. De minister heeft dat al toegezegd in zijn nota van wijziging.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Sorry. Hartelijk dank, ik denk ook namens de minister. Excuses, ik had dit nog niet opgemerkt. De stukken kwamen allemaal erg laat binnen.

Ik heb ook nog een vraag over de tijdklem voor de kapitaalverzekering eigen woning, de spaarrekening eigen woning en het beleggingsrecht eigen woning. Wij willen dat het mogelijk wordt om eerder af te lossen. Nu zit daar een tijdklem op. In een aantal gevallen kan dit soelaas bieden. Door de mogelijkheid om die tegoeden op te nemen, kunnen wij mensen die echt in de problemen zitten, tegemoetkomen. De Nederlandsche Bank heeft een impactanalyse verricht en de mogelijke gevolgen enigszins uiteengezet. De Nederlandsche Bank concludeert dat het waarschijnlijk niet storm zal lopen om die tijdklem eraf te halen, maar dat lijkt mij een reden om dit mogelijk te maken, zodat juist die specifieke gevallen waarin dit soelaas kan bieden, tegemoet wordt gekomen. Ik heb een amendement ingediend om dit mogelijk te maken. Ik hoor graag de reactie van de minister daarop.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik kreeg dat amendement op stuk nr. 17 zojuist inderdaad onder ogen. De Nederlandsche Bank kan niet inschatten hoe groot het risico is, maar sluit het risico ook zeker niet uit dat het leidt tot massale toeloop. De Nederlandsche Bank noemt dat niet-rationeel gedrag van consumenten. Hoe denkt mevrouw Schouten daarover?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Dat heb ik ook gelezen. De Nederlandsche Bank hinkt wel een beetje op twee gedachten, want aanvankelijk concludeerde deze bank dat het wel zou meevallen: er is een mogelijkheid. Ik zie zelf wel meer problemen voor de verzekeringsmarkt. Het feit dat men straks alleen nog maar annuïtaire hypotheken kan afsluiten, is een veel grotere klap voor de verzekeraars dan het opheffen van de tijdsklem. Ik heb dat risico wel degelijk gewogen, maar omdat het in sommige gevallen helemaal niet goedkoop is om de tijdsklem eraf te halen, zullen mensen volgens mij een rationele afweging maken. De opbrengsten zitten immers meer aan het eind, terwijl de kosten meer aan het begin zitten. Al met al denk ik dat hiervan slechts in de hoognodige gevallen gebruik zal worden gemaakt en dan biedt het soelaas.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Is het niet opvallend dat de regering wel een analyse maakt, maar zelf geen concrete stappen zet? Dat is des te opvallender, omdat de markt hier wel degelijk om vraagt. Blijkbaar vindt de regering het te lastig en is zij bang voor het risico dat er verzekeraars omvallen. De Nederlandsche Bank zegt niet voor niets dat het wel eens het einde zou kunnen zijn van enkele verzekeraars doordat hun businessmodel omvalt. Als de Kamer dit initiatief overneemt, lopen wij dan niet het risico dat wij over drie maanden of een halfjaar in deze zaal met elkaar in debat moeten over het redden van een verzekeraar?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Als het businessmodel van een verzekeraar helemaal is gebaseerd op kapitaalverstrekking voor eigen woningen, moet men nog maar eens goed naar dat businessmodel kijken. En nogmaals: er wordt dan wel van uitgegaan dat iedereen straks naar zijn verzekeraar rent om de tijdsklem eraf te halen. Daarover heeft de Nederlandsche Bank heel duidelijk gezegd dat de kans daarop klein is.

Het kabinet moet zo dadelijk zelf maar uitleggen waarom het wel de analyse heeft gemaakt, maar geen stappen heeft gezet. Mijn fractie heeft dit risico ook gewogen en wij achten het wel verantwoord, ook met de impactanalyse van de Nederlandsche Bank in de hand.

Voorzitter. Wij zien graag een integrale aanpak van de woningmarkt en die behoefte aan integraal beleid voelen wij ook bij de verhuurderheffing. De verhuurderheffing is echter genomen als een losse maatregel, want er is niet gekeken naar de relatie met de huurtoeslag en de mogelijkheden voor een huurverhoging. Het kabinet heeft heel weinig woorden gewijd aan de redenen waarom zij de verhuurderheffing niet in verband heeft gebracht met die aspecten. Kan de minister mij zeggen waarom hij vindt dat ze niet in samenhang hoeven te worden bezien? Vindt hij het met andere woorden wel verantwoord om het nu los te behandelen?

Wij maken ons zorgen over de gevolgen van de verhuurderheffing voor bepaalde regio's en corporaties. In 2013 is het bedrag voor de corporaties relatief gering. In het Lenteakkoord hebben wij dat bewust zo afgesproken en wij zijn dan ook op zichzelf niet tegen het principe van een verhuurderheffing. Wij hikken echter wel aan tegen de enorme bedragen die vanaf 2014 worden ingeboekt. De sector heeft hierover inmiddels de nodige brandbrieven gestuurd. Hoe schat de minister de risico's hiervan in? Wij spraken in verband met de verzekeraars al over het gevaar van reddingsacties en ook hier moeten wij natuurlijk de situatie voorkomen dat corporaties elkaar moeten redden of dat de overheid corporaties moet gaan redden. We moeten met andere woorden voorkomen dat wij het hele gebouw opblazen door een te hoge heffing op te leggen. Dit probleem zou zich vanaf 2014 kunnen voordoen, maar de eerste stap in die richting wordt nu al wel gezet, zie bijvoorbeeld de in het wetsvoorstel genoemde percentages. Hoe schat de minister die risico's in?

De regering schrijft nu al dat twee van de 45 regio's met solvabiliteitsproblemen te maken kunnen krijgen en stelt dat de sector dat onderling maar moet oplossen, die daarvoor een soort waarborgmechanisme heeft. Er wordt nu wel een heel groot beroep gedaan op dat mechanisme. Er zijn al corporaties die al in de problemen zitten, om wat voor reden dan ook. De spoeling van de corporaties die de anderen nog moeten gaan redden, wordt steeds dunner. Dat kan niet een argument zijn om dit daar maar neer te leggen. Ik wil ook weten of de minister, wanneer dit een probleem mocht gaan opleveren, zelf ook de bereidheid heeft om hier in te stappen en dit te voorkomen.

Er wordt nu een grondslag neergelegd. Wij vragen of het mogelijk is om een meer gedifferentieerde grondslag neer te leggen, zodat je rekening kunt houden met de regionale verschillen op de woningmarkt. Zo kun je bijvoorbeeld ook het probleem dat ik net schetste proberen te voorkomen, namelijk dat de ene corporatie in problemen komt en dat de andere daarvoor in de bres moet springen, maar ook dat het ten koste gaat van de investeringen in de woningvoorraad. Heeft de minister überhaupt een gedifferentieerde grondslag onderzocht? En welke varianten zijn daarbij mogelijk in beeld geweest? Is de regering ook bereid om te bekijken of er een gedifferentieerde heffingssystematiek mogelijk is, eventueel richting 2014?

De huurgrens geldt niet voor de geliberaliseerde huursector, die wordt gevrijwaard van de heffing. Wij zien wel het gevaar dat er hierdoor een soort opwaartse druk komt om huurwoningen te gaan liberaliseren. Het kan voor corporaties een stimulans zijn om net boven die grens te gaan zitten, zodat zij gevrijwaard worden van de verhuurderheffing, waardoor er steeds meer woningen in de geliberaliseerde sector terecht gaan komen, wat dan weer ten koste gaat van de beschikbaarheid van voldoende betaalbare huurwoningen. Waarom laat de minister de heffing alleen gelden voor de gereguleerde sector? Ziet hij ook voordelen om die breder uit te smeren over de gehele sector, bijvoorbeeld omdat de tarieven dan omlaag kunnen, wat ook weer een risicodaling met zich meebrengt per corporatie? Ik heb hierop een amendement ingediend, waarop ik graag de reactie hoor van de minister.

Over de gevolgen van de verhuurderheffing voor de zorginstellingen vraag ik de minister of hij heeft onderzocht wat daarbij de risico's zijn. Ik krijg nu ook geluiden dat het voor bijvoorbeeld instellingen lastig gaat worden en mogelijk ten koste zal gaan van het zorgbudget, of dat er eventueel ook hogere huren zullen worden geheven. Kan de minister aangeven of hij hier problemen ziet en of hij hierover eventueel ook overleg heeft gehad met de zorgsector of met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

december 2019

juni

september 2018

juni 2017

mei

april

februari

januari

december 2016

november