Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Situatie rond het tentenkamp Amsterdam Osdorp

woensdag 21 november 2012

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind met de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie aan een algemeen overleg met staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie

Onderwerp:               Situatie rond het tentenkamp in Amsterdam Osdorp

Kamerstuk:               29 344

Datum:                       21 november 2012

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ook ik ben bij het tentenkamp in

Amsterdam geweest. Eerder ben ik ook in Ter Apel geweest. We hebben wanhopige blikken en belabberde en tragische situaties aangetroffen. Sommige mensen zijn ziek, maar de mensen zijn vooral boos. Ze roepen dat het lijkt alsof ze in Nederland als asielzoeker minder rechten hebben dan dieren. Dat komt hard over, maar ik kan het heel goed begrijpen als ik zie in wat voor situatie ze zitten. Het is niet de eerste keer dat ze in een tentenkamp zitten. Sommigen hebben in het kamp in Ter Apel gezeten. Die zijn toen weliswaar opgevangen, maar na een paar weken weer op straat gezet.

We zitten in een patstelling. We hebben dit debat al een aantal keren gevoerd in de Kamer. Vorige keer was dat met voormalig minister Leers, nu voor de eerste keer met de staatssecretaris, die ik trouwens feliciteer met zijn nieuwe functie. Dit geeft wel nieuwe kansen. We hebben met een nieuw kabinet te maken waarvan de PvdA wel degelijk deel uitmaakt. Dat geeft me goede hoop. Ik heb goed samengewerkt met Sharon Dijksma, de voormalige PvdA-woordvoerder. We zijn gezamenlijk opgetrokken met betrekking tot de uitgeprocedeerde asielzoekers in de tentenkampen. Ik heb nog even teruggelezen wat Sharon Dijksma in het laatste debat heeft gezegd. Ze heeft toen heel duidelijk gezegd dat deze mensen niet terug kunnen naar onveilige situaties zoals in Irak en Somalië. De inzet in die debatten was hetzelfde. Ik hoop dat de lijn van de PvdA ook in dit debat, en ook in de komende debatten, hetzelfde zal zijn. De Kamer moet, het liefst samen met de staatssecretaris, die patstelling doorbreken. De staatssecretaris kan zeggen dat deze mensen prima kunnen terugkeren en opvang krijgen als ze vrijwillig terugkeren, maar we weten dat de situatie niet zo eenvoudig is. De mensen zijn werkelijk doodsbang om zelfs alleen maar een handtekening te zetten dat ze vrijwillig terug willen. Ik kan me dat heel goed voorstellen omdat ik de situatie in Irak ook zelf ken. Ik ben afgelopen weekend net teruggekomen van de Syrische grens. Ook daar zie je de angst in de ogen van de vluchtelingen en de uitzichtloosheid van de situatie waarbij het de vraag is hoelang ze moeten wachten op uitsluitsel en perspectief.

Voormalig minister Leers heeft eind mei in het laatste debat gezegd dat hij gaat bekijken of hij gezamenlijk met Irak tot een terugkeerbeleid kan komen. Hij heeft toen toegezegd dat hij in september naar Irak zou reizen. Dat heeft hij niet gedaan. Ik vraag de staatssecretaris hoe hij een vervolg geeft aan de toezegging van de toenmalige minister aan Irak om uit deze impasse te komen. De toenmalige minister heeft 5 miljoen euro aangeboden als afkoopsom om de asielzoekers wel gedwongen terug te nemen. De Irakese minister die we toen als Kamer hebben gesproken, heeft daarvoor vriendelijk bedankt. Die wilde uiteraard wel graag die 5 miljoen euro ontvangen, maar niet in ruil voor gedwongen terugkeer.

We zitten nu nog steeds in dezelfde situatie met betrekking tot de Irakese asielzoekers. Hoe gaat de staatssecretaris dit oplossen? Hij kan de asielzoekers wel uit de tentenkampen zien te krijgen, maar dan krijgen we weer een tentenkamp in Rotterdam of in Utrecht. Dat blijft zich herhalen totdat we een echt uitzicht bieden aan deze mensen, die niet terug kunnen vanwege de veiligheidssituatie en vanwege het feit dat de regeringen niet willen meewerken. Ik hoop dat de staatssecretaris niet alleen naar een tijdelijke oplossing gaat zoeken. Ik spreek mijn waardering uit voor burgemeester Van der Laan. Die heeft een perspectief geboden voor een week of vier, maar daarmee hebben we nog geen structurele oplossing. De vorige minister heeft over de Somaliërs ook gezegd dat hij ze, desnoods gedwongen, ging uitzetten. Hij heeft ze anderhalf jaar in vreemdelingendetentie gezet en moest ze noodgedwongen, onder andere door een tik op de vingers van het Europese Hof, weer op straat zetten omdat ze niet uit te zetten waren. Het alternatief dat hij bood, vrijwillige terugkeer, moest dan mogelijk zijn met één kleine kanttekening namelijk dat ze Al-Shabaab proof waren. Gekker kun je het niet maken: je wilt niet dat mensen in Nederland in boerka's lopen, maar dat wordt wel vereist van de asielzoekers die terug moeten. Ik kan deze lijnen niet met elkaar rijmen en ik hoop dat de staatssecretaris hiervoor toch een andere lijn bedenkt.

Ik heb ten eerste een oproep aan de staatssecretaris. Doorbreek de patstelling door de mogelijkheden te benutten. Interpreteer het buitenschuldcriterium zodanig dat we een oplossing vinden voor de mensen die op dit moment absoluut niet terug kunnen, met name de Somaliërs en de Irakezen, maar ook de statelozen. Nederland schijnt een van de weinige landen te zijn die geen verdrag voor statelozen kennen. Deze mensen zitten maar te wachten en zwerven door Nederland omdat ze nergens anders heen kunnen.

Ten tweede houd ik een pleidooi om de mensen die nog in een beroepsprocedure zitten of die nog in hoger beroep zijn, op te vangen en niet op straat te zetten, want dan worden ze de illegalen en de zwervers van de toekomst. Geef ze een humane behandeling.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug