Bijdrage Joël Voordewind aan pl. debat: Europese miljardensteun aan Egyptische moslimbroederschap

woensdag 13 maart 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind aan een plenair debat met minister Timmermans van Buitenlandse Zaken

Onderwerp:   Debat over de Europese miljardensteun aan de Egyptische moslimbroederschapsregering

Kamerstuk:    21 501 - 02

Datum:            13 maart 2013

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik dank de minister voor de brief die hij stuurde als reactie op de motie van collega Segers en mij. We lezen in de brief over de spagaatpositie waarin de minister op dit moment zit. Hij heeft zijn steun uitgesproken voor een democratische transitie, maar inmiddels begrijpen we ook dat de EU op het punt staat om heel veel geld aan Egypte te geven. De minister houdt dit nauwkeurig bij en heeft ons ook gezegd dat er op dit moment de facto geen geld wordt overgemaakt aan Egypte. Maar hoe zit het met de steun van de bouw van een metrolijn? Kan de minister bevestigen dat die fondsen wel worden overgemaakt?

In de brief lees je dat de minister zelf die spagaat ook voelt. Aan de ene kant steunt hij de democratische ontwikkelingen, maar aan de andere kant heeft hij ernstige zorgen.

Er zijn positieve ontwikkelingen te melden, geeft de minister aan, maar er zijn ook tegenvallers en groeipijntjes. Mijn fractie ziet die positieve ontwikkelingen op dit moment echter niet onder dit regime van Morsi. De verkiezingen zijn weer uitgesteld. Ik wijs ook op de toegezegde onderzoeken naar de slachting van christenen in Maspero. Zo kan ik doorgaan. Er vindt geweld tegen vrouwen plaats. Buitenlandse ngo's worden ingeperkt. In die context zegt de minister: laten we maar weer wapenvergunningen verstrekken aan Egypte. Hoe ziet hij die positie zelf? Vorige keer meldde hij zeer aan het twijfelen te zijn en dat we misschien in de positie zitten van "less for less" in plaats van "more for more". Maar tegelijkertijd geeft hij wapenvergunningen af.

Het doet mij een beetje denken aan een doerian, een tropische vrucht die er heerlijk uitziet. Ik moet er alleen niet aan denken om die op te eten, want deze vrucht staat bekend om zijn vreselijke lijkengeur. Dat moet mij denken aan Egypte. Als je ziet hoe welwillend de woorden van Egypte jegens Europa zijn, lijkt dat een heel mooie buitenkant. Maar als je vervolgens inzoomt op wat er dagelijks gebeurt -- ik hoef alleen maar naar de doodstraffen te verwijzen die nu zijn uitgesproken met betrekking tot de voetbalrellen -- slaat de angst je om het hart als je ziet hoe dit regime op dit moment enorm hard optreedt.

De civiele controle over het leger is vergroot. Topgeneraals zijn weliswaar vriendelijk met pensioen gestuurd, maar de president heeft een grondwet aangenomen die de minderheden verder aan de kant zet. De minister gooit het op groeipijntjes, maar men kan geen wonderen verwachten van een land dat geen democratische conditie kent. Mijn fractie realiseert zich dat heel goed. Het is bijna tegen het naïeve aan dat de minister zegt dat de ontwikkelingen op het gebied van de rechtsstaat, van de mensenrechten en van de waarborging van de rechten van minderheden, onder andere voor vrouwen en kopten, niet onverdeeld positief zijn. Dat moet toch een understatement zijn van wat er op dit moment aan de gang is?

De bedoeling van de motie was dan ook om helder te krijgen hoe de stand van zaken op dit moment is als het gaat om de positie van de mensenrechten. De minister heeft de fondsen keurig op een rij gezet. Er staat een en ander over koppelingen die te maken zijn met de mensenrechtenpositie. Ook staat er dat er bij andere fondsen de koppeling wordt gemaakt met het IMF. We weten dat het IMF zich vooral richt op economische hervormingen en niet zozeer op mensenrechten. Wil de minister daar ook nog op reageren? Waar wel de koppeling gemaakt wordt met de mensenrechten, zie ik geen analyse van de minister dat de mensenrechten niet op orde zijn en dat de fondsen op dit moment niet overgemaakt zouden moeten worden. Kan de minister een klip-en-klaar kader geven waaraan Egypte zou moeten voldoen, wil de deur van de fondsen opengesteld kunnen worden? Dat was de intentie van de motie. Ik hoop dat we daarover meer duidelijkheid krijgen in dit debat. Welke voorwaarden stelt de minister in de breedte? Welke ontwikkelingen moeten er plaatsvinden, zoals op het gebied van het geweld tegen vrouwen en de inperking van de geloofsvrijheid in de geloofswetten?

Ik zie uit naar de reactie van de minister.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug