Bijdrage Joël Voordewind aan het VAO Stand van zaken politietrainingsmissie Afghanistan

donderdag 04 april 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als mede-indiener van twee moties met  de leden Hachchi (D66), Sjoerdsma (D66) en Van Ojik (GroenLinks), voorgelezen door mevrouw Hachchi (D66) in een voortgezet algemeen overleg met minister Hennis-Plasschaert van Defensie en minister  Timmermans van Buitenlandse Zaken

Onderwerp:   VAO Stand van zaken politietrainingsmissie Afghanistan (AO d.d. 21/03)

Kamerstuk:    27 925

Datum:            4 april 2013

Mevrouw Hachchi (D66):

Voorzitter. Mijn fractie heeft veel waardering voor de inzet van de Nederlandse mannen en vrouwen in Afghanistan, van militairen en politieagenten tot ontwikkelingswerkers en diplomaten. De politietrainingsmissie in Kunduz loopt dit jaar af, maar Nederland blijft betrokken bij Afghanistan. D66 vindt dat een goede zaak. Daarom dien ik de volgende twee moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat het Dutch Visitors Programme een bezoekersprogramma voor jonge potentiële leiders uit een aantal voor Nederland strategisch belangrijke landen op dit moment wel openstaat voor kandidaten uit landen als Brazilië, Egypte, Kazachstan en Saudi-Arabië, maar niet openstaat voor jongeren uit Afghanistan;

van mening dat jonge Afghanen een belangrijke rol zullen spelen bij het vormgeven van de toekomst van Afghanistan en dat Nederland door het openstellen van dit programma voor deze jongeren daaraan een bijdrage kan leveren;

verzoekt de regering, het Dutch Visitors Programme open te stellen voor Afghaanse jongeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hachchi, Sjoerdsma, Van Ojik en Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 476 (27925).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland sinds eind 2001 aanwezig is geweest in Afghanistan als onderdeel van de International Security Assistance Force (ISAF), als lead nation in Uruzgan en met de geïntegreerde politietrainingsmissie in Kunduz;

constaterende dat de Nederlandse inzet zich richtte op handhaving van de veiligheid en de openbare orde in Afghanistan door onder andere versterking van de civiele politie en justitie;

constaterende dat de behaalde resultaten in het licht van de Afghaanse context, het transitieproces en de beschikbare middelen positief zijn, maar dat internationale steun voor Afghanistan onontbeerlijk blijft;

overwegende dat Nederland door de verbondenheid van ruim tien jaar met Afghanistan ook na de overdracht van de verantwoordelijkheid voor veiligheid in 2014 blijvend betrokken dient te zijn bij de versterking van de Afghaanse rechtsstaat;

verzoekt de regering, na 2014 de ontwikkelingsrelatie met Afghanistan als partnerland minimaal op peil te houden of te intensiveren en het "rule of law"-programma voort te zetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hachchi, Sjoerdsma, Van Ojik en Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 477 (27925).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug