Inbreng Joël Voordewind inzake Regels subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten

woensdag 17 april 2013

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Onderwerp:   Regels voor subsidiëring van landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (20..))

Kamerstuk:    33 558

Datum:            17 april 2013

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van de Regels voor subsidiëring van landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (20..)). Zij stellen enkele vragen, met name over de uitwerking van amendement nr. 38 van de leden Rog en Schouten op het wetsvoorstel centrale eindtoets en leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs. 1)

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of het voor andere toetsaanbieders dan Cito haalbaar is om aan de eisen voor de eindtoets te voldoen. De leden vragen of het beschikbaar stellen van de referentiesets niet zozeer een voorziening is, maar een basisvoorwaarde voor het ijken van de eindtoets aan de referentieniveaus. Zij wijzen daarnaast op de ontwikkelingstijd van twee tot drie jaar die nodig is, terwijl de referentieniveaus pas in september 2013 beschikbaar zijn. Is het haalbaar voor andere toetsaanbieders om op korte termijn een eindtoets ontwikkeld te hebben, zonder dat duidelijk is aan welke eisen de toets moet voldoen?

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of het reëel is te verwachten dat andere niet-gesubsidieerde toetsaanbieders het risico nemen om een forse investering te doen in de ontwikkeling van een alternatieve toets, terwijl onduidelijk is of de investering kan worden terugverdiend of achteraf gesubsidieerd wordt. De leden vragen daarnaast of er sprake is van gelijkwaardigheid tussen de positie van Cito en van andere toetsaanbieders, wanneer slechts wordt gekozen voor directe subsidiëring van Cito. De optie om een aanvullende vergoeding via de lumpsum te verstrekken, zoals in de brief van 27 maart 2013 wordt gesuggereerd, levert immers ook geen gelijkwaardige positie op voor andere toetsaanbieders. Op welke manier kunnen andere ontwikkelaars van toetsen dan Cito een reële inschatting maken van de ontwikkelkosten en de mogelijke haalbaarheid van het ontwikkelen van een eigen toets, terwijl in voorliggende wet alleen financiering voor Cito wordt geregeld?

De leden van de fractie van de ChristenUnie wijzen op de huidige situatie, waarin toetsuitgevers vaak al een psychometricus in dienst hebben. Worden kosten doorberekend aan andere toetsaanbieders, wanneer zij desondanks gebruik maken van de helpdeskfunctie van Cito?

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen op welke manier andere eindtoetsen worden beoordeeld en toegelaten. Door wie wordt deze beoordeling en toelating uitgevoerd?

1) Tweede Kamer, vergaderjaar 2011-2012/2012-2013, 33 157

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

 

 

 


« Terug