Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Eurogroep / Ecofin Raad

donderdag 13 juni 2013 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Financiën aan een algemeen overleg met minister Dijsselbloem van Financiën en staatssecretaris Weekers van Financiën

Onderwerp:   Eurogroep / Ecofin Raad

Kamerstuk:    21 501 - 07

Datum:            13 juni 2013

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Voorzitter. Er zijn al veel vragen gesteld en daar kan ik me grotendeels bij aansluiten. Laat ik beginnen met het vraagstuk Letland. Ik kan mij in grote lijnen vinden in de woorden die collega Dijkgraaf hierover heeft gesproken. Toen ik de ECB-rapportage las, was ik hoogst verbaasd over de opmerkingen die daarin over de Letse situatie gemaakt worden. De ECB heeft zorgen over de hoogte van de inflatie, die volgend jaar waarschijnlijk wel boven het toetredingscriterium zal uitkomen, en het gebrek aan mogelijkheden om daar iets tegen te doen, over de concurrentiekracht van de economie op de langere termijn, de slecht functionerende arbeidsmarkt, de zwakke overheidsinstituties en de afhankelijkheid van banken van Russisch geld. Dat is nogal een rijtje! Je kunt natuurlijk stellen dat er partijen zijn die koste wat het kost geen extra landen bij de eurozone willen hebben, maar dat is niet het probleem dat nu op tafel ligt. De vraag is wie wij ermee helpen door Letland te laten toetreden tot de eurozone. Twee derde van de Letse bevolking ziet het niet zitten om toe te treden tot de eurozone. De eurozone zelf heeft op dit moment al genoeg problemen te tackelen. Wij lopen nu het risico dat wij een land bij de eurozone krijgen dat er misschien goed uitziet als je er een momentopname van maakt, maar waarvoor een slecht scenario dreigt, als je er een hele film van zou maken. Wij moeten hiermee wijs omgaan. Ik vraag de minister of de staatssecretaris -- wie van hen ook het woord zal doen op dit dossier -- om serieuze vraagtekens te zetten bij de toetreding van Letland, als die aan de orde is. Ik sluit mij aan bij het verzoek van de heer Dijkgraaf om een duidelijke appreciatie van het kabinet. Wij moeten echt nog beter naar dit onderwerp kijken.

Ook wij waren not amused toen wij de IMF-oordelen hoorden. De afgelopen jaren heb ik in de debatten misschien wel acht keer gevraagd of de Griekse schuld houdbaar was. Steeds opnieuw luidde het antwoord dat het IMF de schuld houdbaar achtte en dat het kabinet zich daarbij aansloot, maar er is ook nog zoiets als een eigen afweging. Wij kunnen het IMF nu zwartmaken en zeggen dat men daar verkeerde conclusies heeft getrokken, maar de Kamer was hier zelf gedeeltelijk ook bij. Wij moesten ook onze eigen conclusie trekken. Het feit dat in 2010 al een privateschuldafschrijving moest plaatsvinden, gaf al aan dat de schuld op dat moment niet houdbaar was. Anders was dit niet nodig geweest. Het lijkt mij belangrijk om hier nog dieper op in te gaan. Wij zullen dit debat later nog voeren.

Een andere vraag over Griekenland ligt in het verlengde hiervan: hoe houdbaar is de schuld op dit moment? Griekenland zit nog steeds in grote problemen en krijgt het niet voor elkaar om de economie op orde te krijgen. Wij blijven echter bij het oude recept. Wij sturen er geld naartoe, gooien er nog meer hervormingen tegenaan en hopen dat het goed komt. Ik heb de Nederlandse bewindvoerder van het IMF, de heer Snel, ook gehoord. Hij heeft gezegd dat Nederland rekening moet houden met het feit dat er op een bepaald moment sprake zal zijn van schuldafschrijving. Ik wil graag de kabinetsappreciatie hiervan vernemen. De minister heeft zich hierover al enigszins uitgelaten, maar Griekenland moet weer perspectief krijgen op een economie die weer gaat draaien. Dat is de enige manier om het land weer op orde te krijgen. Wat acht de minister hiervoor het goede pad? Wij kunnen nu weer keuzes gaan maken. Is het een optie om naar schuldafschrijving te kijken, eventueel in combinatie met uittreding uit de eurozone, zodat Griekenland de mogelijkheid krijgt om de eigen economie weer op orde te krijgen? Is het kabinet bereid om serieus op dergelijke voorstellen in te gaan?

Er zijn al heel wat vragen gesteld over de landenspecifieke aanbevelingen. Voor ons is de vraag met name hoe het kabinet zal omgaan met de aanbevelingen. Dit blijft in het ongewisse. Ik sluit mij vanwege de tijd gemakshalve aan bij de vragen die collega’s hierover gesteld hebben. In het licht van de komende discussie over de bezuinigingen in eigen land lijkt het mij goed om te horen wat de reactie van Nederland op de aanbevelingen zal zijn.

Tot slot iets over de Frans-Duitse voorstellen over de toekomst van de EMU. Als er plannen zijn om meer soevereiniteit over te dragen vanuit het idee dat dit beter is, benoem dat dan ook zo, zou ik tegen de Franse en Duitse collega's willen zeggen. Er worden nu continu deelvoorstelletjes gepresenteerd, bijvoorbeeld over een vaste voorzitter van de eurogroep en nieuwe structuren voor de eurozone. Durf dan gewoon aan te geven waar je wilt eindigen! Ik roep ook het kabinet daartoe op. Dan kunnen wij daarover het debat voeren in plaats van telkens stap voor stap maatregelen te nemen die maar op één ding gericht zijn, meer overdracht van soevereiniteit naar Brussel. Ik hoop dat het kabinet hierop de eigen visie wil geven.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 


« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

december 2019

juni

september 2018

juni 2017

mei

april

februari

januari

december 2016

november