Inbreng Carla Dik t.b.v. de invoering van een stelsel voor verantwoorde mestafzet (Meststoffenwet)

maandag 26 augustus 2013

Inbreng verslag (wetsvoorstel) ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als  lid van de vaste commissie voor Economische Zaken ten behoeve van een wijziging van de Meststoffenwet

Onderwerp:   Nader verslag wetsvoorstel tot Wijziging van de Meststoffenwet (invoering stelsel verantwoorde mestafzet)

Kamerstuk:    33 322

Datum:            26 augustus 2013

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij zijn verheugd dat de verplichte mestplaatsingsovereenkomsten (met hoge administratieve lasten en nalevingskosten) van de baan zijn. Zij hebben echter nog wel enkele vragen bij de nota van wijziging, met name over de mogelijkheden die het wetsvoorstel biedt om grip te krijgen op het mestoverschot in Nederland

Doel en aanleiding nota van wijziging

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat het kabinet voor 1 januari 2014 wil kunnen beoordelen of verplichte mestverwerking een voldoende alternatief is voor het huidige stelsel van dierrechten en melkquota. Genoemde leden vragen aan welke voorwaarden volgens de regering in dat geval moet zijn voldaan. Welke harde garanties wil de regering hebben van de sector, zo vragen genoemde leden. 

Graag ontvangen deze leden in dit licht in de nota naar aanleiding van het nader verslag een appreciatie van het sectorplan ‘Koersvast richting 2020: voortvarend in verantwoordelijkheid’.

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat er een ex ante beleidsevaluatie wordt uitgevoerd door PBL, LEI en RIVM. Krijgen de onderzoekers toegang tot alle beschikbare informatie, bijvoorbeeld ook de privacy-gevoelige informatie over mestverwerkingsiniatieven die nog niet openbaar is gemaakt? Wanneer verwacht de regering dat het genoemde onderzoek gereed is?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering te schetsen wat het tijdspad zal zijn richting 2015, in het geval uit de ex ante beleidsevaluatie blijkt dat er twijfels zijn of verplichte mestverwerking voldoende zal zijn.

Mestverwerkingsplicht

De leden van de Christenunie-fractie constateren dat een systeem met borging vooraf wordt vervangen door een systeem met controle achteraf. Pas na een jaar kan worden aangetoond of er inderdaad voldoende mest is verwerkt en of overschotten daadwerkelijk op een verantwoorde manier zijn afgezet. Welke garanties biedt het wetsvoorstel om fraude in de tussentijd te voorkomen?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering inzicht te geven in de huidige mestoverschotsituatie per regio en per sector.

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat door het wegvallen van de verplichte mestverwerkingsovereenkomsten die vooraf moeten worden opgesteld, mogelijk onzekerheid ontstaat voor individuele mestverwerkers die van tevoren onvoldoende zicht hebben op de aanvoer van mest. Deelt de regering deze mening? Hoe wordt bewerkstelligd dat er voor elke verwerker een stabiel aanbod zal zijn?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoe en wanneer de mestverwerkingspercentages zullen worden vastgesteld.

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat er onvoldoende duidelijkheid is over hoe te handelen bij mestverwerkingsketens waarbij sprake is van meer dan drie partijen en waarvoor dus een driepartijenovereenkomst niet voldoet.  Kan de regering aangeven hoe zij hiermee om wil gaan, zo vragen deze leden.

Registratieverplichting voor intermediairs en Bibob-toetsing

De leden van de ChristenUnie-fractie verwelkomen de registratieverplichting voor intermediairs. Blijkens de memorie van toelichting zal het niet naleven van de regels bij de mestafzet de komende jaren aantrekkelijk blijven. Welke acties onderneemt de regering om frauduleus gedrag en het niet naleven van de regels te voorkomen?

Kan de regering aangeven wat het verscherpt toezicht inhoudt dat de NVWA momenteel uitoefent bij intermediaire ondernemingen die zijn aangemerkt als risicobedrijven, zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wat de effecten zijn van de registratieverplichting voor de aanpak van fraude met ‘zwarte mest’. Genoemde leden vragen hoe nu in de praktijk wordt omgegaan met intermediairs waarbij handel in zwarte mest wordt geconstateerd. Klopt het dat de mineralenboekhouding bij verwerkers niet wordt gecorrigeerd als er in de toeleverantie handel in zwarte mest wordt geconstateerd, waardoor verwerkers in feite moeten frauderen om de balans kloppend te krijgen, zo vragen deze leden.

Artikelgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A         

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wat de stand van zaken is van de gesprekken/onderhandelingen tussen Nederland en de Europese Commissie over de status van mineralenconcentraat.

Artikel I, onderdeel F, artikel 33a

Het zesde lid van artikel 33a biedt een delegatiegrondslag voor het creëren van ‘schotten’ tussen sectoren voor wat betreft het overdragen van de verwerkingsplicht. De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat deze “kan-bepaling” onduidelijk geeft over de mogelijkheden van overdracht van verwerkingsplicht. Genoemde leden pleiten voor duidelijkheid en helderheid vooraf zodat veehouders weten wat hun opties zijn. Wil de regering nu wel of geen schotten plaatsen tussen de sectoren?

Artikel I, onderdeel F, artikel 33c

De leden van de ChristenUnie-fractie pleiten voor goed onderbouwde mestverwerkingspercentages. Zij vragen de regering om vooraf eerst gedegen berekeningen uit te laten voeren, bijvoorbeeld door het LEI, over de verwachte productie van dierlijke meststoffen en de beschikbare landbouwgrond en aldus de hoogte van het overschot op de Nederlandse mestmarkt.

Overig

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen op welke wijze communicatie gaat plaatsvinden richting ondernemers om hen voor te bereiden op de zaken die van hen verwacht worden, aangezien het tijdspad tussen behandeling en beoogde inwerkingtreding zeer krap is.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug