Bijdrage Joël Voordewind aan het VAO Maatschappelijke organisaties en ontwikkelingssamenwerking

donderdag 28 november 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan een voortgezet algemeen overleg met minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Onderwerp:   VAO Maatschappelijke organisaties en ontwikkelingssamenwerking (AO d.d. 13/11)

Kamerstuk:    33 625

Datum:             28 november 2013

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Het is goed om het AO met de minister af te sluiten met een aantal punten waarvan ook de ChristenUnie denkt dat de minister nog een duwtje in de rug zou kunnen gebruiken, met name met betrekking tot het maatschappelijke middenveld en de financiële verdeling van de middelen. Wij maken ons daar zorgen over. Vandaar de volgende twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Algemene Rekenkamer concludeert dat ongeveer 45% van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking in 2012 via multilaterale kanalen wordt besteed;

overwegende dat deze constructies leiden tot extra beheerskosten volgens de Algemene Rekenkamer en dat Nederland minder zicht heeft op de besteding van de middelen die via multilaterale instellingen worden besteed;

verzoekt de regering, te onderzoeken of (een deel van) de ontwikkelingsgelden die nu als multi-bi-financiering worden besteed, effectiever kunnen worden besteed door maatschappelijke organisaties,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 63 (33625).

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Bij de begrotingsbehandeling van gisteren heb ik hiervoor expliciet aandacht gevraagd. Natuurlijk ben ik benieuwd naar het antwoord op dit punt. U bent wel heel snel met uw motie; ik had er ook een in voorbereiding voor vanmiddag. Misschien kunnen we samen anticiperen, als het antwoord van de minister niet afdoende blijkt.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Graag, samenwerking kan altijd. Ik moest mijn spreektijd verdelen tussen dit VAO en de begroting van vanmiddag. Vandaar dat ik dit hier heb gedaan.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat voor het duurzaam en inclusief maken van economische groei een versterkt maatschappelijk middenveld onontbeerlijk is;

overwegende dat dit aansluit bij de kabinetsvisie op het gecombineerde belang van privatesectorontwikkeling en een versterkt maatschappelijk middenveld;

overwegende dat de WRR "het Nederlandse denken over de betekenis van de civil society beschouwt als unieke profileringskans" en dat de AlV vindt dat "het strategische belang van civil-societyontwikkeling als doel op zichzelf dient te worden erkend";

overwegende dat in 2016 de budgetten voor versterkt maatschappelijk middenveld en privatesectorontwikkeling nagenoeg gelijk zijn;

verzoekt de regering, de budgetten voor privatesectorontwikkeling en versterkt maatschappelijk middenveld ook in 2017 en 2018 met elkaar in balans te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind en Van der Staaij. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 64 (33625).

De heer Van Laar (PvdA):
Wat telt de heer Voordewind mee in dit budget? Is dat ook het Dutch Good Growth Fund en het revolverende deel van het fonds? Telt dat elk jaar opnieuw mee om te bepalen wat de balans zou moeten zijn?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Nee, als wij dat zouden doen, dan zou de privatesectorontwikkeling helemaal uit balans raken ten opzichte van het maatschappelijk middenveld. Wij hebben alleen de harde cijfers voor de privatesectorontwikkeling bij elkaar opgeteld. Wij zien daarin een stijging van nu 300 miljoen naar straks 500 miljoen, terwijl wij in de financiering aan het maatschappelijke middenveld, zelfs als je de speerpunten erbij optelt, een sterke verlaging zien ontstaan. Daarom hopen wij dat wij dit ook met steun van uw fractie een beetje in balans kunnen houden, want u hebt er zelf ook voor gepleit.

De heer Van Laar (PvdA):
De Partij van de Arbeid ziet geen tegenstelling tussen privatesectorontwikkeling en de capaciteit van het maatschappelijk middenveld. Juist het maatschappelijk middenveld is heel actief, ook bij de privatesectorontwikkeling. Dat juichen wij toe, anders dan andere partijen. Deze motie zullen wij dus niet steunen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ieder gaat over zijn eigen steun, uiteraard. Ik merk echter wel op dat in het debat ook de Partij van de Arbeid heeft aangegeven dat zij zich zorgen maakt over de besteding van het maatschappelijk middenveld. Deze motie probeert die disbalans wat gelijk te trekken. Ik zou het zeer teleurstellend vinden als de Partij van de Arbeid de motie niet ondersteunt.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug