Discussie moet meer gaan over zorg dan euthanasie

Fractieblog-esmemaandag 07 maart 2011 10:51

Toen ik afgelopen week op bezoek was in het hospice Kuria te Amsterdam realiseerde ik me hoe de discussie in de media vooral beheerst wordt door nieuwe voorstellen om de euthanasiewet te verruimen, terwijl de verbetering van de palliatieve zorg de nodige aandacht verdient.

Als er al aandacht is voor de zorg, dan gaat de meeste aandacht van het publiek en de wetenschap uit naar het verhogen van genezingspercentages bij kanker, terwijl de ongeneeslijk zieken minstens zoveel aandacht behoeven waar het gaat om pijnbestrijding en levensvragen.

De vergrijzing van de samenleving en de toename van het aantal mensen met een chronische ziekte zal de vraag naar palliatieve zorg in de toekomst vergroten. Omdat mensen langer thuis zullen wonen en steeds meer mensen ervoor kiezen thuis uiteindelijk ook te sterven zal de palliatieve zorg in de 1e lijn (huisarts, thuiszorg, wijkverpleegkundige) op orde moeten zijn.

In veel gevallen zetten oncologen onvoldoende en te laat palliatieve zorg in. ‘Ik kan niets meer voor u doen,’ klinkt het dan in de spreekkamer. Artsen doen er beter aan als genezingskansen gering zijn, patiënten beter te informeren over de gezondheidssituatie en van start te gaan met palliatieve zorg. De laatste levensfase vraagt deskundige zorg en ondersteuning. Het ziekenhuis focust op genezing. Palliatieve zorg is gericht op kwaliteit van leven en erkent de eindigheid van het leven. Palliatieve zorg zou een erkend specialisme moeten worden. Met een palliatieve polikliniek zouden de muren tussen ziekenhuis en thuissituatie geslecht kunnen worden.

Geestelijke verzorging is onlosmakelijk met palliatieve zorg verbonden. Vrijwel alle mensen die hun laatst levensfase ingaan worstelen met levensvragen. Steeds minder mensen hebben vanzelfsprekende contacten met een eigen predikant of pastoor. Geestelijke verzorging is echter niet in de 1e lijn terug te vinden en ook niet financieel geborgd in zorgbudgetten. Dat moet anders. Beschikbaarheid van deze zorg moet samengaan met meer kennis en opleiding.

Ik heb al eerder gevraagd om een leerstoel geestelijke verzorging. Het is de hoogste tijd dat gedane toezeggingen worden waar gemaakt.

Palliatieve zorg wordt nu uit verschillende potjes gefinancierd. Het AWBZ-budget voor de thuiszorg voorziet in de bekostiging van de zorg aan het bed, vanuit de Wmo wordt de huishoudelijke hulp betaald. De huisarts en apotheek worden vergoed uit de zorgverzekering, voor vrijwilligers is een speciale subsidieregeling in het leven geroepen. Maar ook van bewoners van een hospice wordt een eigen bijdrage gevraagd voor huisvesting en voeding. Van die eigen bijdrage zouden we af moeten. Voor veel patienten betekent opname in een hospice dat alles in een stroomversnelling komt. Woonlasten van het eigen huis lopen door en kunnen niet op zo’n korte termijn opgezegd worden. Een eigen bijdrage mag nooit een hindernis vormen om de laatste weken in een hospice door te brengen.

Voor de wet is een hospice nu een zorginstelling, inclusief de grote administratieve rompslomp waar grote zorginstellingen al moeite mee hebben om daaraan te voldoen. Een hospice verdient een andere status, die past bij het kleinschalige huiselijke karakter en de complexe zorg die daar geleverd wordt.

Het zou beter zijn om alle kosten vanuit één budget te financieren, met daarbij wel de waarschuwing dat niet handig van het moment gebruik gemaakt mag worden om daar eerst een bezuinigingsslag overheen te doen.

Palliatieve zorg brengt de aandacht weer terug waar het om zou moeten gaan: barmhartigheid bij het lijden en de zorgplicht waar artsen en medemensen toe geroepen zijn.

Labels
Esmé Wiegman
Euthanasie
fractieblog

« Terug

Plaats het eerste bericht!

Nieuw bericht

Nieuwsarchief > 2011 > maart

Geen berichten gevonden