Bijdrage Carola Schouten aan het AO inzake de Eurogroep / Econfinraad

woensdag 14 juni 2017 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten aan een algemeen overleg met minister Dijsselbloem van Financiën, en staatssecretaris Wiebes van Financiën

Onderwerp:   Eurogroep / Ecofinraad

Kamerstuk:    21 501 - 07   

Datum:           14 juni 2017

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Voorzitter. Mijn eerste punt betreft Griekenland. Er moet weer een nieuw leningdeel komen, oftewel een derde steunpakket. Dat is nodig om de schuldeisers van de vorige pakketten te compenseren. Zo blijven we aan de gang. Nederland en Duitsland hebben altijd aangegeven dat ze ook het IMF aan boord willen hebben, voordat ze kunnen instemmen met een nieuw leningdeel. Dan komt de klassieke discussie over de schuldhoud-baarheid terug. Ik had het er net al even over in een interruptiedebatje met de heer Harbers. Het valt enorm op dat Europa en het IMF verschillende aannames hebben over hoe de economie van Griekenland zich gaat ontwikkelen. Het IMF is veel terughoudender in zijn verwachtingen over de groei, de rentevoet, het primair saldo, maar ook over de opbrengst van de privatiseringen. Misschien vindt de heer Harbers het IMF wat behoudend, maar als ik kijk naar de opbrengst van de privatiseringen in de afgelopen jaren, dan heeft het IMF voor de komende twee jaar toch iets meer het gelijk aan zijn kant. Het IMF zegt dat er ongeveer 3 miljard valt op te halen met de privatiseringen. Tussen 2011 en 2016 was het ook ongeveer 3 miljard. Europa zegt dat het weleens zo’n 18 miljard kan worden. Ik weet dat de Minister een positief mens is. Is hij op basis van historische cijfers werkelijk zo positief over de Griekse economie dat hij verwacht dat deze aannames allemaal gerealiseerd gaan worden? Zal er tussen 2018 en 2030 inderdaad een primair overschot van 3,5% zijn? Als je van ver komt, kun je ook snel stijgen. Dat weet ik. In de afgelopen jaren was dat ook het geval, maar zijn die cijfers, op een enkele keer na, niet continu gerealiseerd. Dat zijn wel de aannames waarvan men nu uitgaat. Waar wordt het verschil door verklaard? Zijn het volgens deze Minister echt realistische aannames?

We lezen ook dat er waarschijnlijk een soort van tijdelijk akkoord gesloten gaat worden. Ik weet niet wat de status is van een soort tijdelijk akkoord of een tussenakkoord. Is dat iets waarvan het IMF kan zeggen dat het ermee kan instemmen als in de toekomst schuldverlichting gaat plaatsvinden? Kan de Minister dit bevestigen? Als dat inderdaad de voorwaarde is van het IMF, op welke termijn moet die schuldverlichting dan plaatsvinden? Over welke bedragen spreken we dan? Vindt dat plaats door langere looptijden en – how low can you go – lagere rentes? Of is het echt een haircut? Kan de Minister iets meer inzage geven in de huidige stand van de discussie tussen Europa en het IMF over het al dan niet afsluiten van een akkoord over een nieuwe leningenpakket voor Griekenland? Laat ik maar helder zijn: ik ben niet zo heel optimistisch over de situatie van Griekenland. Ik denk dat dit geen verrassing is. Het land heeft gewoon echt nog heel grote problemen. Zo’n langjarig primair overschot van 3,5% lukt bijna niet, zeker als je ziet, zoals het IMF ook zegt, dat de bezuinigingen zo zwaar op de economie drukken. Ik denk dat we niet aan schuldverlichting ontkomen, in combinatie met een exit van Griekenland. Dat standpunt is bekend.

Ik kom op het punt van de banken. Mijn collega’s hebben er al heel veel vragen over gesteld en gemakshalve sluit ik me er maar even bij aan. Ik vraag me wel af hoe een niet-solvabele bank in aanmerking kan komen voor preventieve herkapitalisatie. Soms spreken we regels af in Europa waarvan we al weten dat er marge in zit. Bijna precies hetzelfde is hierbij gebeurd. We spreken in het SGP 3% af. Als we er dan onderdoor gaan, zeggen we: ach ja, we gaan eronderdoor. Wat is zo’n afspraak waard als dit een echt harde eis zou zijn in de bankenunie? Denkt de Minister niet dat dit de opmaat zal zijn voor toekomstige banken die in de problemen raken, om te zeggen: maar toen mocht het ook en dus mogen wij het ook? Hoe duidt de Minister deze situatie?

Ik herken veel van de landenspecifieke aanbevelingen. Het zijn wijze woorden, maar ik zeg er gelijk bij dat wij daar Europa niet voor nodig hebben. Wij kunnen zelf ook conclusies trekken over wat wij moeten doen met onze woningmarkt en arbeidsmarkt. Er wordt gepleit voor een hogere reële loongroei. Wij hebben vanochtend de heer Knot dit ook nog horen zeggen. Ik herken er veel in. Hopelijk is het aan een nieuw kabinet om er snel invulling aan te geven.

Mijn laatste punt betreft een compliment aan de Staatssecretaris. Volgens mij is het zo’n drie jaar geleden dat wij enorm liepen te duwen op een gelijk btw-tarief voor de gedrukte pers, de kranten, en alle e-readerachtige kranten en digitale publicaties. Ik weet niet precies welke woorden daarvoor zijn. Het is een lang gevecht geweest, ook voor de Staatssecretaris. Ik vind het echt mooi dat het nu lijkt te lukken. Ik ben wel benieuwd wanneer dit in Nederland geëffectueerd gaat worden.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

december 2019

juni

september 2018

juni 2017

mei

april

februari

januari

december 2016

november