Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Armoede- en schuldenbeleid

20160514-CU-Opwekking-21402woensdag 06 juli 2016 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan een algemeen overleg met staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Onderwerp:   Armoede- en schuldenbeleid

Kamerstuk:    24 515          

Datum:           6 juli 2016

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Voor dit algemeen overleg staan zo veel onderwerpen op de agenda dat er bijna sprake is van keuzestress. Laat ik beginnen met het voor mij belangrijkste onderwerp: de evaluatie van de Wet op de gemeentelijke schuldhulpverlening. Daar hebben we lang op gewacht. Het is fijn dat de evaluatie er nu ligt, maar ik had eigenlijk eenzelfde gevoel als de Algemene Rekenkamer, zeg ik met heel veel respect voor de Algemene Rekenkamer. Immers, wat weten we eigenlijk na deze evaluatie? Ik ben nagegaan welke vragen we zelf hebben gesteld de afgelopen jaren over de toegang tot schuldhulpverlening, over de effectiviteit van schuldhulpverlening of over de draaideurcliënten, om het oneerbiedig te zeggen, die weer terugkomen. Waar blijven de mensen die niet in beeld zijn of die worden weggestuurd bij de schuldhulpverlening? Allemaal vragen waarop ik gehoopt had een antwoord te krijgen. Ik kan alleen maar constateren dat we nog meer vragen hebben na deze evaluatie.

De staatssecretaris zegt: we gaan nog meer onderzoek doen. Op een aantal punten zijn al vaak vragen gesteld. We hebben ook voorbeelden uit de praktijk aangedragen waaruit blijkt dat het niet goed gaat. Neem de toegankelijkheid. Ik heb moties ingediend over zzp'ers, over mensen met een eigen huis en over jongeren. Wij kregen signalen dat er geen toegang was tot de schuldhulpverlening. De staatssecretaris zei steeds: dat is niet zo, want juridisch gezien moet er gewoon toegang worden verleend. Nu blijkt dat we het eigenlijk helemaal niet weten en laten we er weer een onderzoek op los. Waarom zo veel tijd verdoen? Waarom niet meteen actie en zeggen tegen gemeenten "die mensen hebben gewoon recht op toegang, punt, en u gaat het nu regelen"?

Ik stel vast dat we voldoende handvatten hebben in de wet om te komen tot een informatieuitvraag. De Algemene Rekenkamer heeft hierover een heel zinvolle opmerking gemaakt. Die zegt: komt tot een informatiearrangement in de wet, zoals ook bij de decentralisaties is gebeurd. Is de staatssecretaris bereid om daartoe over te gaan? Als we weer eerst gaan kijken naar de eigen afspraken met gemeenten, verliezen we kostbare tijd. Dit is eigenlijk nog maar het eerste deel van de evaluatie; ik denk dat we later, als we meer hebben, er nog op terug moeten komen.

Mijn tweede punt gaat over het WRR-rapport over zelfredzaamheid. Ik vond dat heel verhelderend. Veel zaken weten we natuurlijk al, bijvoorbeeld dat het kabinet heel ingewikkelde regels maakt. Dat doen wij ook; ik wil best naar mijn eigen rol kijken. Ik denk echter dat we hier wel wat aan moeten doen. Ik zou heel graag van de staatssecretaris willen horen dat zij the lead wil nemen om na te gaan waar regels elkaar tegenwerken en waar ze buitengewoon ingewikkeld zijn. Laat de staatssecretaris daar gewoon de vaandeldrager van worden.

In het kader van zelfredzaamheid noem ik specifiek een groep die al heel kwetsbaar is: de groep die in de maatschappelijke opvang terechtkomt. Is de staatssecretaris bereid om met de maatschappelijke opvang na te gaan hoe we specifiek deze groep kunnen bereiken en hoe we de zelfredzaamheid nog kunnen vergroten?

Ik kom bij het beschermingsbewind. Dank voor het onderzoek naar aanleiding van de motie van de heer Heerma en mij over de ontwikkeling hiervan. Ik ben wel geschrokken van de cijfers: 32% meer mensen onder beschermingsbewind tussen 2013 en 2015 en meer kosten voor de gemeenten in deze periode; van 55 miljoen in 2013 naar 115 miljoen in 2015. Ik denk dat we heel snel moeten gaan kijken naar alternatieven. Ik zie de staatssecretaris hierop ook acteren, maar ik vraag me wel af waarom het weer zo lang moet duren. In Apeldoorn gebeurt het volgens mij al. Waarom kunnen we die ervaringen niet breder inzetten en nu al aan de slag gaan, in plaats van weer allerlei pilots?

Ten aanzien van het beslagregister vroeg ik me echt af of ik wel goed las wat er stond. Naar mijn weten moet de overheid gewoon worden aangesloten op het beslagregister. Ik lees nu weer allerlei mitsen en maren. Zit ik ernaast? Dat hoop ik wel. Ik hoop dat dan ook meteen te horen van de staatssecretaris. Het kan toch niet zo zijn dat dit niet meer doorgaat? Kan de staatssecretaris bevestigen dat we bezig zijn met de aansluiting?

Ik heb nog twee vragen, om te beginnen over het rijksincassobureau. Dat is prima, maar is het CJIB echt de partij die dit moet gaan doen? Over deze instantie is al veel discussie.

Over armoede onder eenverdieners — ik had hierover al een interruptiedebatje met de heer Moors — vraag ik de staatssecretaris of zij bereid is om vanuit haar verantwoordelijkheid te onderzoeken hoe het kan dat er meer werkende armen komen, of dit specifiek speelt onder eenverdieners en in hoeverre het beleid hieraan bijdraagt, zodat we dat kunnen aanpassen.

Meer informatie: www.tweedekamer.nl

« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

december 2019

juni

september 2018

juni 2017

mei

april

februari

januari

december 2016

november