Bijdrage Joël Voordewind plenaire afronding artikel-100 brief inzake Libië

donderdag 31 maart 2011

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Nadat zij kennis had genomen van de aanvallen van Kadhafi op zijn eigen burgerbevolking, heeft de ChristenUnie meteen duidelijk gemaakt dat Nederland een bijdrage zou moeten leveren aan het beschermen van de burgerbevolking en aan het steunen van de no-flyzone. Vorige week hebben wij uitgebreid gesproken over een bijdrage aan het wapenembargo. Ook daarover waren wij positief. Toen hebben wij zelfs gezegd: liever nog zouden wij een bijdrage leveren aan de handhaving van de no-flyzone, omdat dit een directe bescherming van de burgers zou inhouden. Het ligt dus voor de hand dat wij met volle overtuiging kunnen instemmen met deze missie.

            Bij dezen trek ik de motie in, die wij vorige week hebben ingediend om alsnog een bijdrage te leveren aan de no-flyzone. Wij hebben duidelijke antwoorden van het kabinet gehad over de zelfverdediging en veiligheid van de F-16-piloten. Daarover hoeven wij ons geen zorgen meer te maken. Wij vertrouwen erop dat een wezenlijke bijdrage wordt geleverd aan de concrete bescherming van de burgers in Libië. Dat maakt dat de ChristenUnie volledig en met overtuiging kan instemmen met deze missie. Wij wensen de militairen hierbij veel wijsheid en sterkte toe, evenals een behouden thuiskomst.

 

De voorzitter: Aangezien de motie-Voordewind (32623, nr. 11) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

**

« Terug