Bijdrage Joël Voordewind inbreng wijziging van de wet op het voortgezet onderwijs ivm vakanties

donderdag 31 maart 2011

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van de wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onderwijskwaliteit, onderwijstijd en vakanties. Genoemde leden willen waken voor een al te grote inmenging van de overheid in zaken als lestijden en invulling van deze uren, aangezien deze verantwoordelijkheid hoofdzakelijk bij scholen, ouders, docenten en leerlingen ligt. Zij stellen nog enkele vragen.

 

Urennorm

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben vragen bij een al te starre norm vanuit de overheid om aan het aantal uren te voldoen. Zij wijzen hierbij op de zelfstandige verantwoordelijkheid van scholen om goed les te geven. Is binnen deze verantwoordelijkheid door het kabinet een bandbreedte van het aantal uren overwogen waarbinnen scholen les moeten aanbieden? Zou enige flexibiliteit niet op zijn plaats zijn? De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen daarbij ook naar de behandeling van scholen met zeer goede resultaten die met minder uren, maar juist intensievere uren, buiten de urennorm vallen. Op welke manier worden deze scholen beoordeeld, op kwaliteit of op kwantiteit?

 

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen naar de ontwikkelingen rondom ‘ophokuren’, waarnaar ook wordt verwezen in de Memorie van Toelichting. Recent meldde het LAKS dat uit een panelonderzoek bleek dat de urennorm nog steeds niet altijd wordt gevuld met onderwijs en zinvolle lessen, maar dat er wel verbetering merkbaar is de afgelopen jaren. De maatregel om de urennorm naar 1000 uur bij te stellen draagt volgens de minister bij aan betere naleving van de urennorm. Kwaliteit van de invulling van lessen hangt echter nog steeds vooral af van de beschikbaarheid van voldoende goede docenten en bijvoorbeeld ook de klassengrootte. Is de regering het met de leden eens dat het investeren in voldoende goede docenten zwaarder weegt dan het aantal uren? Op welke manier wordt ervoor gezorgd dat scholen ook in staat zijn de lesuren zinvol in te vullen? Welke investeringen zijn daarvoor nodig? En kan het kabinet toezeggen dat de vermindering van het aantal uren geen verlaging van investeringen in het onderwijs rechtvaardigt?

 

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen naar de verhouding tussen bekostiging van lesuren en de vereiste wettelijke lesuren. Is deze verhouding gelijk? Zo ja, kan het kabinet dit nader toelichten op basis van de huidige lumpsumbekostiging? Zo nee, zijn scholen financieel wel in staat om te voldoen aan de wettelijke urennorm?

 

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen nadere toelichting op het inroosteren van 40 uur maatwerk binnen de 1000 uur. Welke mogelijkheden hebben scholen die meer dan 40 uur nodig hebben om maatwerk te leveren aan individuele leerlingen? Hoe beziet het kabinet deze maatwerkuren binnen de zorgplicht die scholen straks in het passend onderwijs op zich nemen?

 

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen naar de druk op scholen enerzijds om maatschappelijke taken op te pakken binnen de lestijd en anderzijds om voldoende uren aan basisvakken te besteden. Hoe ziet het kabinet de verhouding tussen maatschappelijke taken voor scholen en voorliggende wet?

 

Horizontale dialoog

De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn het eens met het kabinet dat invulling van onderwijstijd dat een ‘inspirerend en uitdagend karakter’ heeft het beste kan worden gerealiseerd door ouders, leerlingen, leraren en scholen zelf. Op welke manier houden ouders en leerlingen ook grip op de voortgang van afspraken over invulling van onderwijstijd?  

 

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen nadere toelichting op de rol van de Inspectie bij het toezicht op de horizontale dialoog. Wat houdt deze rol van de Inspectie in? Waarom is het noodzakelijk dat de Inspectie hier actief op controleert, aangezien de medezeggenschapraad ook zelf in het verweer kan komen? Is dit niet vooral een zaak van scholen en ouders zelf?

 

Vakanties

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen nadere toelichting op de invulling van de extra roostervrije dagen voor docenten. Het aantal onderwijsdagen wordt voor leerlingen niet gewijzigd, van docenten kan wel verwacht worden dat zij op deze dagen beschikbaar zijn, zo lezen de leden. Worden deze roostervrije dagen naar verwachting van het kabinet ingezet voor vergader- en studiedagen? Leiden deze roostervrije dagen tot werkdrukverhoging in het onderwijs?

 

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen het kabinet op welke manier de extra roostervrije dagen van invloed zijn op cao’s. Lerarenorganisaties hebben hierbij al bedenkingen geuit. Ook voor ouders wordt de invulling van lestijd niet overzichtelijker. Nu al worden soms studiedagen voor docenten belegd, wat inhoudt dat leerlingen een vrije dag hebben. Op welke manier hebben ouders en leerlingen inspraak op de planning van deze beschikbare dagen?

 

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen naar de compensatie van feestdagen die binnen een schoolvakantie vallen binnen de nieuwe wetgeving. Extra vakantiedagen kunnen onder de huidige regeling worden gecompenseerd. Indien dit niet meer zal gelden, scheelt dat vier vakantiedagen per schooljaar. Kan het kabinet dit nader toelichten?

 

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen naar de mogelijkheden van scholen om leerlingen en leraren op bijzondere feestdagen vrij te geven. Als voorbeelden noemen zij bid- en dankdag en Goede Vrijdag. Hoeveel ruimte hebben scholen om deze dagen als vrije dag in te stellen, aangezien ook roostervrije dagen vaak opgaan aan studie- en vergaderdagen, dan wel de eerder genoemde compensatie voor extra vakantiedagen? 

 

 

« Terug