De speech van Arie Slob uitgesproken op het congres 14 MEI 2011

2009 Arie Slobzaterdag 14 mei 2011 22:20

Arie Slob heeft, als nieuwe fractievoorzitter en politiek leider van de ChristenUnie, vandaag voor het eerst het congres toegesproken. Hieronder vindt u de tekst van zijn toespraak.

Hier ben ik (Here I am). Dat zingt Martin Smith, de leadzanger van de voormalige Britse gospelband Delirious in het prachtige nummer ‘Majesty’. Dit muzieknummer gaat al enige weken door mijn hoofd. En dat kan geen toeval zijn.

Hier ben ik. Ik heb me met overtuiging - na het aangekondigde vertrek van André Rouvoet - beschikbaar gesteld als voorzitter van de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie. Ik dank Joel, Esmé, Cynthia en Carola voor de steun en het vertrouwen dat ik daarin van hen heb ontvangen. En die dank wil ik ook overbrengen aan het landelijk bestuur van de ChristenUnie.

Ik besef dat ik mijn werk niet in eigen kracht kan doen. Daarom helpt het mij dat ik boven alles tegen mijn Hemelse Vader kán en mág zeggen:  hier ben ik.  Ik weet mij – ook in mijn nieuwe verantwoordelijkheid - een instrument in Uw hand. En met Martin Smith van Delirious zeg ik: “Majesty, Majesty. Your grace has found me just as I am. Empty handed, but alive in your hands”.

Dat is een geweldig rijke en bemoedigende boodschap. Niet alleen voor mij, maar ook voor u, voor jou, voor ons allemaal. Als betrokkenen bij de ChristenUnie die politiek willen bedrijven bij een open Bijbel en onze politieke keuzes willen maken als navolgers van Jezus Christus. U en ik, wij, staan voor een politiek en doen ons werk vanuit een diepe overtuiging dat in de dienst aan God en de dienst aan de naaste iets opbloeit van het goede leven.

Weet u nog hoe we dat vorig jaar in ons verkiezingsprogramma hebben opgeschreven? Ik citeer. “De politiek van de ChristenUnie is politiek van geloof en hoop. Geloof dat God ons de weg wijst en trouw blijft. Hoop op bevrijding van geknechte mensen en op een nieuwe start voor een ontspoorde samenleving”. En vanuit dat geloof, die hoop, zetten we ons in voor een bloeiende samenleving, voor een duurzame economie en voor een dienstbare overheid.

Dat was, Egbert Schuurman, ook altijd jouw verlangen, jouw inzet, jouw streven. Al die 28 jaar dat je in de senaat trouw je werk hebt gedaan. Diep respect voor het werk dat je verricht hebt. En dat zelfde respect geldt voor Remmelt de Boer, die jarenlang politiek actief is geweest als raadslid en wethouder  in Kampen en de laatste jaren als Eerste Kamerlid, en ook voor Flora Lagerwerf, die evenals Remmelt, in mei afscheid zal nemen. Maar ik denk ook aan al onze inmiddels oud-gedeputeerden. Dank voor jullie bevlogenheid, jullie betrokkenheid en grote inzet in de afgelopen jaren. Zij verdienen een groot applaus.

Ik kijk nu naar André Rouvoet. André, goede vriend, wat zullen we jou gaan missen. We kijken met dankbaarheid terug op je werk als Kamerlid, fractievoorzitter, lijsttrekker en niet te vergeten als dienaar van de Kroon. Wat dat laatste betreft. Diep, diep respect, André, voor de wijze waarop jij, samen met Eimert en Tineke, inhoud aan die grote verantwoordelijk hebt gegeven.

Het waren politieke tropenjaren. Onder jouw leiding heeft de ChristenUnie laten zien niet weg te lopen voor het nemen van een deze zware verantwoordelijkheid. Onder jouw leiding zijn we als kleinste coalitiepartner, die voor het eerst regeringsverantwoordelijkheid droeg, overeind gebleven in een coalitie waar in het bijzonder tussen CDA en PvdA vaak veel animositeit was. Dat viel deze week ook weer op in interviews met oud-bewindspersonen als Verburg en Balkenende. Het is goed als straatjes worden schoongeveegd, maar concentreer je dan allereerst op het vuil op je eigen stoepje. André, jouw reactie op het rapport van de commissie Schipper is daarin een voorbeeld.

Onder jouw leiding wisten we op een aantal voor de ChristenUnie belangrijke terreinen daadwerkelijk resultaat te boeken. We hebben dat niet als successen, maar als zegeningen ervaren. En dat spreken we vandaag ook hardop uit. Ondanks de tekortkomingen die er ook in dat werk zijn geweest. Prachtig om in het digitale afscheidsboek van André Rouvoet reacties te lezen van mensen die op deze manier en soms voor het eerst de relevantie van het christelijk geloof voor de samenleving hebben ervaren. Dank aan onze goede God voor wat hij in jou, André, maar ook in Eimert en Tineke, in de afgelopen jaren aan de ChristenUnie gegeven heeft. En dank, André, voor de vriendschappelijke wijze waarop wij al die jaren hebben kunnen samenwerken. Laten we deze dank met een daverend applaus ondersteunen.

Dat applaus is meer dan verdiend. Moge onze God, jou, Liesbeth en jullie kinderen, in de toekomst verder nabij zijn. Adieu André, ga met Hem.

Gaan met Hem. Dat is ons gezamenlijk verlangen. Op welke plaats we ook gesteld zijn. We weten ons geroepen – én daarom hebben we ons ook in een politieke unie van christenen verenigd – om vanuit ons christelijk geloof invloed uit te oefenen op het bestuur van ons land en in de samenleving. Dat is, beste ChristenUnie-vrienden en vriendinnen, wat ons bindt. En laten we er in deze tijd met elkaar voor zorgen dat we deze unieke band met elkaar niet kwijtraken maar juist versterken.

Ik zeg er iets bij. We hebben wel wat te doen. Na de periode die nu achter ons ligt – en ik denk in het bijzonder aan de teleurstellend verlopen verkiezingen - kun je niet zomaar over gaan tot de orde van de dag. Juist dan mag van ons verwacht worden dat we kritisch naar onszelf kijken. Ook als Tweede Kamerfractie.

In de afgelopen jaren is veel van onze tijd en energie gaan zitten in het invulling geven aan onze coalitieverantwoordelijkheid. Het was de tijd waarin mensen als Alexander Pechtold en Mark Rutte als politieke free-riders van alles konden roepen en doen. Rutte had het in die tijd zelfs over ‘de vijand in het torentje’ en Pechtold riep moord en brand omdat een organisatie als Youth for Christ subsidie kreeg. Als ChristenUnie werden we beschuldigd van betutteling. De VVD noemde ons vanwege ons standpunt over koopzondagen‘de taliban in de polder’.

En wij? Wij voelden een grote verantwoordelijkheid voor een deugdelijk bestuur van ons land en goede uitvoering van gemaakte coalitieafspraken, waaronder natuurlijk de punten die ons in het bijzonder dierbaar waren. En waarbij we soms letterlijk moesten waken voor een goede uitvoering daarvan. Weet u het nog: eindelijk extra geld voor de opvang van tienermoeders, eindelijk extra geld voor uitstapprogramma’s van prostituees, eindelijk en voor het eerst een regeerakkoord dat sprak over veilige grenzen voor Israël, eindelijk na jaren van liberaal individualisme een regeerakkoord met aandacht voor gemeenschapzin en voor rentmeesterschap én niet te vergeten eindelijk aandacht voor de grote waarde van het gezin voor de samenleving. Beste mensen, laten we blij zijn met deze zegeningen!

We hebben in de afgelopen jaren niet met de hand voor de mond gesproken, maar het is waar, zoals de commissie Schipper stelt, dat het onbekommerd spreken uit ons eigen programma niet altijd mogelijk was. We zitten nu weer in een andere positie. Dat biedt nieuwe mogelijkheden. Maar ook al is onze positie veranderd, er is geen gram van onze verantwoordelijkheid voor het bestuur van ons land afgegaan. Ik zie het als een opdracht om als ChristenUnie in de komende jaren scherpe oppositie te bedrijven, maar zeg ik erbij: geen goedkope oppositie. Zoals we ook niet goedkoop in de coalitie zijn gaan zitten. We moeten helder zijn waar we voor staan, maar óók geloofwaardig blijven in ons optreden. Want óók dat is ChristenUnie. U verwacht ook niet anders van ons!

We zullen – zoals we dat de afgelopen maanden ook al gedaan hebben – het kabinet Rutte met een open houding benaderen. Oppositie voeren is geen doel in zichzelf. Met de manier van oppositievoeren van Mark Rutte uit de vorige kabinetsperiode is daarin niet mijn voorbeeld. Ik spiegel me liever aan mensen als Gert Schutte. Uiteindelijk zal ieder voorstel van een kabinet, dus ook dit minderheidskabinet, inhoudelijk getoetst moeten worden aan onze eigen idealen. Wat goed is, zullen we goed noemen. Wat slecht is slecht. Dan geven we een eerlijke beoordeling. En dan kijken we ook niet steeds eerst in het rond om te zien wat anderen daarvan vinden.

Misschien is het daarom wel dat ik niets heb met de discussie over links en rechts. Ik steek mijn energie veel liever in een ChristenUnie waarin actief wordt nagedacht over de politieke boodschap die moet worden uitgedragen en het profiel dat daarbij hoort. We zouden ook geen knip voor de neus waard zijn als we daarover niet spraken. Ik ben niet ‘links’ of ‘rechts’, maar ik ben ‘christen’ en wil vanuit die hoedanigheid naar eer en geweten politiek bedrijven.

Enig historisch besef bij een dergelijke doordenking is dan wel op zijn plaats. Dan hoeven we niet eens zo ver terug in het verleden. In 2006 trokken we veel nieuwe kiezers die zich aangesproken voelden door onze beginselvastheid, de consistente en betrouwbare wijze van optreden van onze vertegenwoordigers, gekoppeld aan aansprekende posities ten aanzien van jeugd en gezin, opkomen voor kwetsbaren (in die tijd speelde vooral de problematiek van vluchtelingen) en zorgvuldige omgang met de schepping. Een christelijk-sociaal perspectief noemden we dat - evenals in 2003 en 2002.

Het ging om thema’s die het toenmalige kabinet (óók toen met CDA en VVD) volledig liet liggen. We lanceerden de Psalmnorm om uitdrukking te geven aan de Bijbelse opdracht aan de overheid om recht en gerechtigheid te betrachten. Waar het maar kon probeerden we het kabinetsbeleid bij te stellen.

In het door u als congres in 2010 aan ons meegegeven verkiezingsprogramma worden voor een groot deel de lijnen van de jaren ervoor doorgetrokken. Dat is ook niet zo verwonderlijk. Hier klopt het hart van de christelijke politiek.

Als mensen in de knel dreigen te komen, dan horen we er met psalm 72 in de hand te staan. Deze meer dan 3000 jaar oude psalm (die gaat over vreemdelingen, eerlijke rechtspraak, het aanpakken van verdrukkers) staat toch in ons hart geschreven!

En als Gods Schepping bedreigd wordt, dan doen wij - vanuit een diep geworteld besef rentmeesters te zijn - onze mond toch open? We zien dat toch als een opdracht!

Als de grote waarde van het gezin in het overheidsbeleid niet meer of onvoldoende erkend wordt, dan gaan we toch niet op onze handen zitten!

En als het door God geschonken leven bedreigd wordt, als niet het omzien naar elkaar en goede zorg voor levensvragen, maar de zelfgekozen dood wordt verheerlijkt, dan komen wij toch in beweging!

Beste vrienden en vriendinnen, u verwacht toch ook niet anders van ons? We kunnen en we willen niet anders!

Na het terugtreden van André Rouvoet kreeg ik meerdere malen de vraag voorgelegd wat ik nu allemaal anders ging doen. Een spannende vraag. Ik heb antwoorden gegeven in de trend van ‘alles’ tot ‘niets’. Met een knipoog zeg ik: dat geeft me enige ruimte in de komende jaren. In ernst: het zou raar zijn als we opeens het roer om zouden gooien. Ons programma is nog geen jaar oud en daar is, kijkend naar de christelijk-sociale politieke boodschap van de ChristenUnie, ook geen enkele reden voor. De commissie Schipper geeft zelfs aan dat we goud in handen hebben. Van goud gaan we toch geen ijzer maken? Wel zie ik voor de komende tijd een aantal onderwerpen, die extra aandacht zullen gaan krijgen. Ik noem er u een paar.

De grote bezuinigingen waar we in deze tijd voor staan vragen om een nadere herijking van de verhouding tussen de overheid en de samenleving. De absorptiekracht van de overheid is in de afgelopen decennia wel eens te groot geweest. Denk alleen maar eens aan de ca. 900 regels waar de Nederlandse Noordzeevissers mee te maken hebben. Of aan de enorme bureaucratie waarmee het onderwijs en de zorg steeds meer geconfronteerd is.

In de komende tijd zullen we versterkte aandacht gaan geven aan het thema ‘minder overheid, meer samenleving’. Snoeien is onvermijdelijk, maar wel met als doel om daar de samenleving als geheel door te laten groeien. Erken de kracht die in de samenleving zit. Leg waar dat kan meer taken en verantwoordelijkheden terug naar burgers, bedrijven en instellingen. Geef meer ruimte voor het maken van eigen keuzen. Dat moet uiteraard wel zorgvuldig gebeuren. Geen enkel misverstand: wie de steun van de overheid wél nodig zal hebben, voor korte of lange tijd, zal daarop ook moeten kunnen blijven rekenen. Juist dan hoort de overheid er te staan.

En nee, dan loopt de agenda van de ChristenUnie niet per definitie parallel aan die van het kabinet Rutte. Natuurlijk mag er kritisch gekeken worden naar bestaande regelingen voor bijvoorbeeld jonggehandicapten. Maar als dit kabinet haar plannen doorzet, zitten straks vele duizenden jonggehandicapten thuis achter de geraniums. Dat kan niet de bedoeling zijn!

En waarom roept dit kabinet dat ze met bezuinigingen eerst in eigen vlees zal gaan snijden, maar is direct na haar aantreden in oktober de eerste miljard bezuinigingen direct ingeboekt bij de allerarmsten van deze wereld?

En waarom worden de dure villabezitters in dit land de hypothecaire hand boven het hoofd gehouden, maar moet de gehandicaptenzorg het met steeds minder geld doen?

Zomaar een paar vragen. Bezuinigen, beste Mark Rutte en Maxime Verhagen, doe je met wijsheid, zorgvuldig en niet met de botte bijl. Bijzonder overigens dat juist deze beide mannen van ferme wil, onder groot applaus van SP, GroenLinks en PvdA, leiding geven aan één van de meest grote bezuinigingen die er ooit op defensie heeft plaatsgevonden. Juist bij dit kabinet. Ik zie maar één consistentie: er wordt grof bezuinigd met de botte bijl en straks verdedigen we ons land nog slechts met een botte bijl. Hans Hillen, dat moet je als verantwoordelijk minister toch niet willen.

Ik noem u nog een thema waar de ChristenUnie blijvend aandacht aan zal moeten schenken. Dat is het vraagstuk van politieke en geestelijke vrijheden. Zowel in ons eigen land als  daarbuiten. Onze inzet kan ook alleen maar geloofwaardig zijn als we ons voor beiden inzetten. Ons motto daarbij is: ‘godsdienst vrijheid hier, godsdienst vrijheid daar’.  In ons eigen land zullen we dan strijd moeten leveren tegen het seculiere libertijnse eenheidsdenken van partijen als D66, GroenLinks en de VVD. GroenLinks vindt het Scharlaken Koord te christelijk en vond dat er geen subsidie meer gegeven mocht worden. D66 schrijft letterlijk in haar verkiezingsprogramma: “streng religieuze scholen mogen vrijzinniger leerlingen én leraren niet weigeren”. Brr. Bizar. Onder het mom van ‘vrijheid voor iedereen’ wil men het christelijk deel van de samenleving dicteren welke keuzen men zou moeten maken. Je bent dus vrij om te denken wat zij willen dat je gaat denken. Wat een geweldig liberaal keuzemenu.

We dienen ons principieel te verzetten tegen deze libertijnen en pal te staan voor de vrijheid van godsdienst en meningsuiting voor iedereen in dit land, ongeacht afkomst of geloof.

En ja, dan zullen we van tijd tot tijd ook principieel verzet moeten leveren tegen een partij als de PVV die, als het er op aan komt, een overwegend seculiere agenda hanteert, selectief winkelt in grondrechten en tegenstellingen in de samenleving tussen bevolkingsgroepen vergroot.

Maar we zullen ook niet blind en naïef moeten zijn voor het gevaar dat de islam met zich mee kan brengen. Dat vraagt ook om alertheid en actief optreden van de overheid in eigen land als mensen de grenzen van onze rechtsstaat overtreden. Maar ook internationaal zullen we onze stem moeten blijven verheffen tegen islamitische dictaturen. We zullen op moeten blijven komen, zoals we dat al sinds jaar en dag doen, voor onze broeders en zusters die zuchten onder moslimgeweld. Zoals in de afgelopen week opnieuw weer pijnlijk duidelijk werd in Egypte. Koptische kerken die worden aangevallen door Islamitische salafisten. In het Midden-Oosten, maar ook in andere delen van de wereld, is een felle strijd gaande en geen enkel misverstand over de vraag aan welke kant wij staan. Onze broers en zussen in deze landen kunnen op ons rekenen. Dat geldt ook voor het volk Israël. En wat fijn als we zien dat die inzet van tijd tot tijd ook gezegend wordt. Zoals kort geleden toen mede door onze aanhoudende inzet twee tot het christendom bekeerde moslims in Afghanistan de dodencel konden verlaten. Dat is pure zegen, beste mensen!

Ik noem u nog twee zaken waar ik de komende tijd meer aandacht voor zal vragen. Te vaak horen we het verwijt dat de ChristenUnie geen aandacht voor ondernemers zou hebben. Nu is het verleidelijk om allerlei voorbeelden te noemen van onze inzet in de afgelopen jaren die dit verwijt weerspreken. Ik doe dat nu echter niet. Al kan ik het niet laten om in ieder geval het omvangrijke crisispakket uit 2009 te noemen met diverse stimuleringsmaatregelen voor het Nederlandse bedrijfsleven. Die hebben hun effect niet gemist. En óók dat was ChristenUnie. We kijken nu vooruit. In het besef dat de koek niet alleen kan worden verdeeld, maar allereerst ook gebakken moet worden.

We pakken de ondernemershandschoen verder op en zullen in de komende tijd ondernemerschap een meer centrale plaats in ons optreden gaan geven. In goede samenwerking met andere geledingen in onze partij. Eind juni zal ook het ondernemersplatform binnen de ChristenUnie van start gaan.

Ik ben blij met de toetreding komende woensdag van Carola Schouten tot de Tweede Kamerfractie. Haar financiële en economische expertise kunnen we daarin goed gebruiken. Carola, weet je meer dan welkom!

Samenwerking zal de komende tijd een belangrijk thema zijn. Een Tweede Kamerfractie neemt binnen een partij een belangrijke plaats in, maar mag niet geïsoleerd van de rest van de partij komen te staan. Ik ben dankbaar voor de grote kwaliteit die ik overal in het land onder onze volksvertegenwoordigers en bestuurders tegen kom. We doen het samen. Iedereen op de plaats waar hij of zij gesteld is. Waar het maar kan pakken we met elkaar thema’s op. We voeden elkaar met onderwerpen en onderhouden intensief contact. Ik zie daarin voor mijzelf ook een belangrijke taak.

Als partij hebben we ook een opdracht. Zeker nu de christelijke politiek naar de mens gesproken terrein aan het verliezen is. Als we écht een unie van christenen willen zijn, zullen we veel energie moeten steken in het bijeen brengen én houden van mensen die óók in de politiek Jezus Christus willen volgen. Laten we dat met een open houding doen en indien nodig over schaduwen heen springen.

Dan passen we ook op om in afgeleide discussies terecht te komen die dat gezamenlijk volgen van Jezus Christus eerder verder weg dan dichterbij brengt.

Dan investeren we ook in jongeren omdat we hen daarin graag willen meenemen.

Dan zoeken we nog meer dan ooit de samenwerking met maatschappelijke organisaties die vanuit eenzelfde of op onderdelen verwante visie en motivatie bezig zijn. Organisaties als het Scharlaken Koord, ZOA, Present, Tear, Exodus, de Hoop, GMV Netwerk, de RMU, CNV, Dorkas, de christelijke media, Opwekking, Gids Netwerk, het christelijk onderwijs, en noemt u maar op. Mijn verlangen is dat in Nederland christenen de handen ineen slaan en waar het maar kan, in woord en daad, laten zien en horen wat in deze tijd de relevantie van het volgen van Jezus Christus is voor de samenleving. We hebben een boodschap aan en voor de wereld. Laten we elkaar steunen, laten we elkaar waar het nodig is wakker schudden en bij de arm nemen. Doet u mee?

Ooit waarschuwde ik in maart 2007 in Lelystad voor te grote euforie over onze regeringsdeelname. Er komen, zo heb ik aangegeven, ook mindere tijden. Dat is uitgekomen. Ook nu wil ik waarschuwen voor te hoge verwachtingen. Maar ook voor een te grote mineurie. Christenen mogen in meerdere opzichten opgewekte mensen zijn. En geen misverstand: van ons mag gevraagd worden alles te doen wat binnen onze mogelijkheden ligt om de ChristenUnie stevig op de politieke kaart te zetten. Ik ben daar, met Joel, Esmé, Cynthia, Carola en al onze fantastische medewerkers, tot in mijn tenen voor gemotiveerd.

Ik ben trots op onze partij. En dankbaar voor de mogelijkheden die we anno 2011 van onze goede God nog krijgen om recht vanuit het hart inhoud te geven aan christelijke politiek. Als brede politieke partij van betrokken christenen in plaatsen als Rijssen en Rotterdam, Graafstroom en Groningen, Urk en Utrecht, Dalfsen en Deventer, Lelystad en Liesveld, Twenterand en Tilburg, Zuidplas en Zwolle. Maar ook als partij waar jong en oud zich thuis kan en mag voelen: gepensioneerden en studenten, onderwijzers en verzorgenden, landbouwers en ICT-ers, vrachtwagenchauffeurs en binnenvaartschippers, ZZP-ers en CEO’s, brandweerlieden en militairen.

Samen in de naam van Jezus. In afhankelijkheid aan onze goede God. Op weg naar een geweldige toekomst.  Hem alleen alle Eer!

Ik dank u wel.

 

Labels
Arie Slob
Congres
Toespraken

« Terug

Nieuwsarchief > 2011 > mei

Geen berichten gevonden