Bijdrage Carola Schouten aan Wetgevingsoverleg Raming Tweede Kamer 2012.

maandag 20 juni 2011 00:00

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft op 20 juni 2011overleg gevoerd met de Voorzitter van de Tweede Kamer over de Raming der voor de Tweede Kamer in 2012 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten (32745).

Aan de orde is de behandeling van:

            - de brief van de Voorzitter van de Tweede Kamer d.d. 22 april 2011 ter aanbieding van de Raming der voor de Tweede Kamer in 2012 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten (32745).

Mevrouw Schouten(ChristenUnie): Voorzitter. Het is al door alle sprekers gezegd, maar ook ik wil mijn bijdrage beginnen met veel dank en lovende woorden voor alle medewerkersvan de Kamer;van de fracties en het restaurant tot de beveiliging. Zonder al deze mensen kunnen wij ons werk inderdaad niet doen. Ik verzoek de Voorzitter dit ook door te geven aan iedereen die daarvoor in aanmerking komt. Heel veel dank nogmaals.

            We bespreken de raming in een bijzonder tijdsgewricht. De overheid bezuinigt fors en het kabinet heeft daar plannen voor ontwikkeld. De politieke partijen verschillen behoorlijk met elkaar van mening over de manier waarop die bezuinigingen vorm moeten krijgen. Je ontkomt echter niet aan de conclusie dat de meeste partijen vinden dat vooral de overheid het zuiniger aan moet doen. Daarom is ookde Kamerin beeld gekomen. Daarmee raken we aan een gevoelig punt: in hoeverre valt er te bezuinigen op de democratie? We begrijpen allemaal dat, als heel Nederland het met minder moet doen, wij ook naar onze eigen organisatie moeten kijken. Tegelijkertijd zijn we hier inde Kamer destem van het volk tegenover de regering. Die stem moet krachtig klinken, kwaliteit hebben, toegankelijk zijn en niet bij voorbaat vatbaar zijn voor druk vanuit het kabinet. Dat besef lijkt soms niet helemaal door te dringen tot deminister van BZKdie feitelijkde Kamerniet als een zelfstandige begrotingsautoriteit lijkt te willen erkennen.

Tegelijkertijd vinden wij het ook wel goed dat er een inspanningsverplichting op ons rust om te bekijken of het wat soberder kan. Daar moeten we zeker serieus naar kijken. Het gaat om een flinke opgave. De kwaliteit van ons werk kan daar gemakkelijk onder lijden. Goede communicatie met en overeenstemming met en tussen de fracties ende Kamerals geheel is daarom geboden. Een oriënterende fase tussen fracties en MT voorafgaand aan Presidiumvergaderingen op ambtelijk niveau kan zeker een meerwaarde hebben en ligt ook in lijn met het protocol. Graag krijg ik op dit punt een nadrukkelijke toezegging.

            Ik kom op een aantal praktische punten, waaronder het vandaag veelbesproken dertigledendebat.

Ook mijn fractie ziet het probleem van het dertigledendebat. Uit het feit dat het spoeddebat is vervangen door het dertigledendebat, blijkt al dat het instrument bot aan het worden is. Het duurt maanden voordat wij kunnen overleggen over zaken die we in eerste instantie wel urgent vinden. Er is gesproken over het aanleggen van extra criteria. Ik loop hier nog niet zo lang rond, maar ik heb al wel van verschillende kanten gehoord dat er in het Presidium heel vaak is gesproken over de criteria die zouden moeten worden aangelegd. We belanden eigenlijk weer in dezelfde discussie als we hier opnieuw over gaan spreken. Iedereen heeft zijn eigen ideeën hierover en criteria gaan altijd gepaard met een grote mate van subjectiviteit. Mijn fractie verwacht daarom dat deze discussie weer zal verzanden. Daarom stellen wij voor om het over een andere boeg te gooien, namelijk door naast een dertigledendebat een zestigledendebat in te stellen. Dit zestigledendebat krijgt dan qua agendering voorrang op de dertigledendebatten. Daaraan kun je de eis toevoegen dat ten minste drie of vier fracties dit debat ondersteunen. Het zestigledendebat zou de garantie moeten hebben dat het binnen drie weken wordt geagendeerd.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga(VVD): Ik wilde al interrumperen voordat het zestigledendebat ter sprake kwam.Mevrouw Schouten maakt duidelijk dat de urgentie er is, maar zegt daarnaast dat de criteria altijd zo subjectief zijn. Zij zou toch open kunnen staan voor een objectief vast te stellen criterium, bijvoorbeeld voor het criterium dat er binnen twee maanden na de aanvraag van het debat al een AO of een andere sessie staat gepland? Dat is toch redelijk objectief.

Mevrouw Schouten(ChristenUnie): Defractie van de ChristenUnie is die discussie ook nooit uit de weg gegaan. Zij denkt altijd heel graag mee over allerlei criteria. Ik constateer alleen dat wij het al zo lang hebben geprobeerd. Mijn collega mevrouw Wiegman zal de discussie graag nog een keer aangaan in het Presidium. Onze suggestie is om te kijken naar de effectiviteit van het middel. De effectiviteit van dertigledendebatten vermindert omdat er zo veel van zijn. Ik heb net het lijstje nog even nagekeken. Wij hebben zeventien dertigleden- of spoeddebatten en nog tien overige debatten staan, die we eigenlijk voor het reces hadden willen afronden. Dat gaat gewoon niet lukken.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga(VVD): Wat zou een zestigledendebat dan toevoegen? Nu geldt dat er maar twee partijen zijn, de PvdA en de VVD, die op eigen kracht een dertigledendebat kunnen aanvragen. De rest moet altijd steun zoeken. Zal dit nu zo heel veel verschil gaan maken, zeker omdat het al heel dicht tegen een gewoon debat aan zit?

Mevrouw Schouten(ChristenUnie): Ik wacht op de dag dat de PvdA en de VVD samen een zestigledendebat zouden gaan aanvragen. Het punt is dat je van tevoren meer draagvlak moet gaan zoeken voor het debat. Nogmaals, wij doen dit voorstel als kleine fractie. Wij hebben als kleine fractie eigenlijk veel meer belang bij de mogelijkheid van een dertigledendebat. Immers, het is voor ons eenvoudiger om dat debat te krijgen. Wat ons betreft zou er, vanuit een stuk verantwoordelijkheidsgevoel voor de agenda en vanuit de efficiency van het werk dat hier wordt gedaan, vooraf al breder draagvlak gezocht moeten worden voordat iets op de agenda wordt gezet.

De heer Van Raak (SP): Als je een zestigledendebat invoert, verdwijnt het dertigledendebat. Het nieuwe dertigledendebat wordt dan het zestigledendebat. Dat is een heel slechte zaak. Er zijn veel makkelijkere oplossingen mogelijk. Misschien ismevrouw Schouten het daarmee eens. Kunnen we de Voorzitter niet de taak geven om te kijken welke debatten snel worden gehouden en welke debatten in een AO moeten worden omgezet? Of kunnen we afspreken dat als een fractie het verzoek doet om een dertigledendebat om te zetten in een algemeen overleg, dat altijd wordt gehonoreerd in plaats van dat dit door de coalitie wordt tegengehouden?

Mevrouw Schouten(ChristenUnie): Volgens mij los je daarmee een ander probleem op, namelijk het probleem dat hier al vaker over tafel is gegaan, dat dit soort zaken niet goed lopen in de procedurevergadering. Dat probleem moet worden opgelost, maar dat doe je niet door in de regeling een AO aan te vragen. Dat lijkt mij een heel omslachtige procedure.

De heer Van Raak (SP): Dat bedoel ik niet. Het probleem is -- dat is ook wel enigszins technisch -- dat als je met dertig leden een debat aanvraagt en je dat in een algemeen overleg wilt omzetten om de agenda te ontzien, je daar een meerderheid voor nodig hebt in de commissie. Dat wordt nog steeds regelmatig geblokkeerd, zeker in sommige commissies. Dat moeten we oplossen. Het is misschien meer een cultuurprobleem dan een structuurprobleem. We moeten met z'n allen afspreken dat we dit gewoon gaan doen.

De voorzitter: Uw punt is duidelijk.

 

De heer Van Raak (SP): Als we daarnaast afspreken dat we niet over alles watvan de regering komt, een AO hoeven te houden, kunnen we ook de groei van het aantal AO's tegenhouden.

Mevrouw Schouten(ChristenUnie): Mijns inziens ligt het allereerst aan de zelfbeheersingvan de partijen. U zegt: bij de procedurevergadering moeten we een meerderheid hebben, maar bij een dertigledendebat niet. U stelt daarom voor dat een dertigledendebat wordt aangevraagd, waar dan vervolgens een AO van wordt gemaakt. Volgens mij zet je dan zeer omslachtige procedures in om een probleem op te lossen dat bij de procedurevergadering ligt. Wij moeten eerst kijken hoe wij dat probleem kunnen oplossen.

De heer Elissen (PVV):Mevrouw Schouten zegt zelf al dat de oplossing van het probleem vooral zit in de zelfbeheersingvan de partijen. Ik heb dat zojuist ook al gezegd. Ik denk dat wij elkaar moeten aanspreken als er weer een spoeddebat, dat nu een dertigledendebat wordt genoemd, wordt aangevraagd. Het onderwerp kan wellicht worden gekoppeld aan een algemeen overleg. Het is een kwestie van interne discipline. Wij maken het ingewikkelder en ongedisciplineerder door er weer een andere variant bij te halen. Wat vindt u daarvan?

Mevrouw Schouten(ChristenUnie): Ik ben nooit tegen zelfbeheersing. De ChristenUnie-fractie kan niet worden verweten dat zij geen zelfdiscipline heeft op dat punt. Ik heb het nog even opgezocht, maar mijn fractievoorzitter heeft de afgelopen tien jaar één spoeddebat aangevraagd en toen kreeg hij commentaarvan de SP-fractie, die zich afvroeg waarom het spoeddebat moest worden aangevraagd. Dat was wel heel opmerkelijk.

            Het punt is dat het instrument bot is geworden. Dat is een conclusie die wij met elkaar delen. Wij proberen noodverbanden aan te leggen om het onderwerp via een algemeen overleg geagendeerd te krijgen. Dit is een manier die recht doet aan de oppositie, omdat het niet bij meerderheid kan worden weggestemd. De oppositie kan altijd nog in haar geheel besluiten om een spoeddebat door te laten gaan, waarvan de Voorzitter weet dat het snel moet worden geagendeerd. Dertigledendebatten blijven wat ons betreft bestaan. Als er niet genoeg draagvlak inde Kameris voor een snel debat, komt dat debat er niet binnen drie weken. Het wordt dan echt wel een paar maanden. Wat ons betreft, doet het recht aan beide discussies.

De voorzitter: Ik stel voor datmevrouw Schouten haar betoog vervolgt.

Mevrouw Schouten(ChristenUnie): Sinds10 oktober 2010 vertegenwoordigtde Tweede Kamer ook drie nieuwe Nederlandse gemeenten in de Cariben, ook al hebben zij nog niet deelgenomen aan de verkiezing van deze Kamer in de huidige samenstelling. Bij de volgende verkiezing zullen zij dat wel doen. Of dit nu spoedig aan de orde is of niet, het puntvan de representativiteit van onze Kamer naar deze drie eilanden toe, speelt nu al een rol. Zij kunnen worden gehoord in het parlement.

            Wij hebben daar in ons land nog geen goede oplossing voor gevonden, ondanks onze representatieve democratie. Andere landen kennen wel bijzondere voorzieningen voor soortgelijke situaties, zoals gereserveerde of extra zetels. Bij de behandelingvan de ramingkunnen wij dit alles natuurlijk niet een-twee-drie regelen. Wel kunnen wij erover nadenken hoe de representativiteitvan de Kamerjegens de drie BES-eilanden binnen de kaders van onze mogelijkheden hier en nu meer aandacht kan krijgen.

            Te denken valt aan een soortgelijke constructie alsde Kamerzelf heeft jegens de EU; een permanente vertegenwoordiging derhalve. Ik verzoek het Presidium, zich te buigen over deze optie.

            Ik kom over een punt te spreken dat volgens mij binnen het Presidium is besproken, maar waarover wij graag meer informatie willen hebben. Het gaat om de site rijksoverheid.nl., waar onlangs een merkwaardig bericht van hetministerie van Defensieop stond. Er was een notaoverleg geweest en hiervan heeft het ministerie een zeer gekleurd verslag op de site rijksoverheid.nl gezet. Dat lijkt mij niet de feitelijke informatie waarop onze burgers zitten te wachten. Er werd zelfs gezegd wat bepaalde partijen vonden van het debat en wie voor en wie tegen was. Ook watminister Hillenhad gezegd, stond erop. Wij willen graag zien dat de site puur voorlichtende en zakelijke informatie bevat. Ik heb begrepen dat dit onder de aandacht van hetministerie van Defensieis gebracht en wij horen graag welke afspraken zijn gemaakt.

            Wij leven in een tijd van scherpe politieke debatten en van snelle berichten op vele fronten. Juist dan kan de vraag hoe wij deze debatten willen voeren, nuttig zijn. Onze voormalige collega Anker heeft hieraan een bijdrage geleverd door een meerderheidvan de Kamerachter de introductievan de hoffelijkheidstrofee tekrijgen. Wij zijn benieuwd wie de eer krijgt deze trofee, na onze eerdere zeer gewaardeerde prijswinnaars, de heer Van Beek, die ik al zie glimmen, en de heerDe Wit, uitgereikt te krijgen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

 

« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

december 2019

juni

september 2018

juni 2017

mei

april

februari

januari

december 2016

november