Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Beleggingsverzekeringen / rol Kifid.

donderdag 01 december 2011 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Financiën in een algemeen overleg met minister De Jager van Financiën.

Onderwerp:   Beleggingsverzekeringen / rol Kifid

Kamerstuk:   31 980

Datum:        1 december 2011

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Voorzitter. Voor mij is dit het eerste debat over beleggingsverzekeringen. Het zou geweldig zijn als dit ook mijn laatste debat over dit onderwerp was, dan kunnen we het allemaal erg goed afronden. Ik kan me echter voorstellen dat we toch nog wel wat vaker hierover zullen moeten spreken.

Ook ik wil beginnen met een compliment voor de minister. Ik zie dat hij een behoorlijke klus heeft geklaard. In het overzicht lees ik dat er al heel veel zaken geharmoniseerd zijn die eerst in het flankerend beleid nog ver uiteenliepen. Complimenten voor de wijze waarop de minister dit heeft aangepakt en voor de gestructureerde brief hierover. Ik heb nog wel een aantal vragen.

Mijn eerste vraag gaat over de adviseurs/tussenpersonen. Zo meteen kunnen mensen die een woekerpolis hebben, gratis advies krijgen om over te stappen op een ander product of niet. Dat zou de "best of class"-norm moeten zijn. Gaat gratis advies echter wel werken? Adfiz zegt het aan te bevelen maar niet alle tussenpersonen zijn lid van Adfiz. Ook binnen de groep heerst hier nog wat onduidelijkheid over. Ik wil de minister dus vragen of het daadwerkelijk gerealiseerd zal worden.

In het verleden afgesloten producten hadden afsluitprovisies. Deze zouden in sommige gevallen teruggestort moeten worden als een klant binnen een bepaalde periode overstapt naar een ander product. Met andere woorden: is het zo dat adviseurs straks eventueel juist met kosten opgezadeld worden als zij een klant adviseren tot overstap? Dat kan immers een belemmering vormen bij het advies. Is het mogelijk dat ook hier adviseurs een provisieplan overleggen waarmee ze duidelijk maken waar zij hun middelen vandaan halen, zodat de klant kan zien waar hij aan toe is en waar de belangen zitten?

Er zijn al veel vragen gesteld over de finale kwijting. Als je het vertrouwen wilt herstellen, is het mijns inziens essentieel om geen finale kwijting te eisen. De minister zegt dat het nu in de meeste gevallen zo is, maar in het overzicht zie ik dat het niet bij alle partijen zo is. Kan hij duidelijk maken bij welke verzekeraars finale kwijting nu nog het geval is? Zijn dat met name de kleine verzekeraars?

Dan de verjaring van de claims. Het recht moet inderdaad zijn beloop kunnen hebben. Wel wil ik vragen of de minister hier een rol in heeft. De verjaringstermijn is natuurlijk geregeld. Kan hij zijn invloed aanwenden om, als verzekeraars zich erop beroepen, deze ongedaan te maken?

Het storten van de compensatie in de polis wordt niet overal breed toegepast ook al zijn er goede stappen in gezet. Ik zie dat de minister het meest vergaande model juist niet als "best of class" neemt. Achmea stort niet alleen tot het moment dat de polis stopt de compensatie in de polis maar doet dat ook voor toekomstige kosten, zelfs al een klant overstapt. Waarom heeft de minister niet voor dat model gekozen als "best of class"?

Tot slot KiFiD. Wij kunnen ons vinden in de gekozen constructie. Wij willen daarbij benadrukken dat het vooral van belang is dat er vertrouwen is in de uitspraken die worden gedaan door KiFiD. KiFiD heeft zelf een rol bij het winnen van dat vertrouwen. Het is echter ook goed als de minister de vinger aan de pols houdt en in de evaluatie aangeeft hoe het functioneert en of het gaat zoals we allemaal willen. Graag een reactie of de minister hierover meer inzicht wil geven alsmede zijn oordeel erover wil uitspreken.

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.

 


« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

december 2019

juni

september 2018

juni 2017

mei

april

februari

januari

december 2016

november