Bijdrage Joël Voordewind aan het plenair debat over de situatie in Israël en Gaza

woensdag 20 mei 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken aan een plenair debat met minister Koenders van Buitenlandse Zaken

Onderwerp:   Debat over de situatie in Israël en Gaza

Kamerstuk:    23 432

Datum:           20 mei 2015

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Soms moet het acht maanden duren voordat wij weer over de situatie in Israël spreken, althans plenair. Er was aanleiding genoeg om over Israël en de Gaza te spreken.

In verband met de aanhoudende raketbeschietingen vanuit de Gaza is de operatie Protective Edge in gang gezet. Ook de ChristenUnie betreurt ten zeerste de 2.000 slachtoffers die daar zijn gevallen. Tegelijkertijd staan wij nu voor de vraag hoe die cyclus van bouwen, bombarderen en betalen kan worden doorbroken. Ook aan ons is gevraagd om mee te betalen aan de wederopbouw van de Gaza. Ik vraag aan de minister of hij samen met zijn EU-collega's bij de Midden-Oostenpartners die voornamelijk die 5 miljard aan wederopbouwgelden voor de Gaza hadden toegezegd erop wil aandringen dat zij de gelden daadwerkelijk overmaken. Ik vraag ook aan de minister hoe Nederland voorkomt dat als wij een bijdrage van 12 miljoen leveren aan de wederopbouw, die gelden in handen van Hamas komen. De minister schrijft zelf in zijn brief dat wij moeten voorkomen dat Hamas en de andere milities weer wapens gaan kopen en weer tunnels gaan bouwen. Hoe denkt de minister te voorkomen dat ons geld daarvoor zal worden gebruikt?

Wij hebben in de Kamer meerdere keren gesproken over de betalingen aan de Palestijnse terroristen in Israëlische gevangenissen. De Kamer heeft er meerdere keren op aangedrongen, onder andere via vier moties, dat de minister dit in EU-verband bespreekt en in de bilaterale contacten met de Palestijnse Autoriteit. Ik lees dat de Palestijnse Autoriteit die gelden nu niet meer betaalt, maar dat overlaat aan de PLO. Ik vraag toch een principiële uitspraak van de minister. Vindt hij het evenals de ChristenUnie een perverse prikkel dat die betalingen nog steeds worden uitbetaald, met name als het om de hoogte gaat: hoe meer slachtoffers er zijn gemaakt, hoe hoger de bonus? Graag hoor ik daarover een principiële uitspraak van de minister. Wat gaat de minister doen om dit wederom zowel in EU-verband als direct bij de Palestijnse Autoriteit aan de kaak te stellen?

Ik kom bij de pensioenen. Wij hebben allemaal in de media kunnen lezen dat een mevrouw van 90 jaar die bij haar zoon op de Westbank ging wonen nu voor 35% op haar AOW wordt gekort. Ik heb begrepen dat dit misschien wordt teruggedraaid. Kan de minister er uitsluitsel over geven dat er niet wordt gekort op de AOW-uitkering van de Holocaustoverlevenden? Ik heb begrepen dat dit een verdrag uit 1984 is. Tot nu toe heeft dit nooit tot grote problemen geleid met het toezicht. Vanmiddag heb ik nog even met de SVB zelf gebeld. Ik zou graag vandaag van deze minister horen dat de nieuwe richtlijn, die per 1 januari 2015 ingaat, van tafel gaat, niet alleen voor de Holocaustoverlevenden, maar ook voor de mensen die na 1945 zijn geboren. Graag krijg ik een reactie op dit punt.

Wat de labeling betreft, waarover collega Van Bommel ook heeft gesproken, moet ik mijn teleurstelling uitspreken in deze minister. De EU-richtlijn is er en wordt ook uitgevoerd. Men kan via de codes achterhalen waar de producten vandaan komen. De producten die uit de Westbank komen, komen niet in aanmerking voor het preferentiesysteem van de EU. Waarom wordt dit voorstel nu toch weer uit de ijskast gehaald? Ik vraag dat ook aan de VVD. Waarom laat de VVD dit toe? Ik dacht dat wij daar goede overeenstemming over hadden.

Mijn een-na-laatste punt betreft het verzoeningsamendement. Kan de minister een toelichting geven over de stand van zaken van de uitvoering van dat amendement?

Ten slotte sluit ik mij aan bij de woorden van Van Bommel over de Palestijnse kinderen in Israëlische gevangenissen. UNICEF heeft een stand van zaken gegeven. Duidelijk blijkt dat er met name in de eerste 48 uur problemen zijn met de kinderen. Ik vraag dit ook over de Palestijnse kinderen in de Palestijnse gevangenissen, want daarnaar heeft UNICEF geen onderzoek gedaan. Is de minister bereid om UNICEF om eenzelfde onderzoek te vragen?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug