Bijdrage Carla Dik-Faber aan het plenair debat Elektriciteits- en gaswet

dinsdag 06 oktober 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan een plenair debat met minister Kamp van Economische Zaken

Onderwerp:   Elektriciteits- en gaswet

Kamerstuk:    34 199          

Datum:           6 oktober 2015

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik wil allereerst de minister, maar zeker ook zijn ambtenaren bedanken voor alle antwoorden op de vele vragen die zijn gesteld en voor de reactie op de amendementen. Mijn dank daarvoor. Ik moet helaas vaststellen dat de minister en ik het op een aantal punten wel met elkaar oneens zijn en blijven. Dat zijn punten die voor mijn fractie best belangrijk zijn. Ik wil vandaag mijn spreektijd besteden aan drie punten.

Ik begin met de splitsing of het zogenaamde groepsverbod en het amendement van degene die zojuist sprak, de heer Smaling. De minister zegt dat dit amendement de splitsing niet van tafel kan schuiven omdat dit geregeld is in de Wet onafhankelijk netbeheer (Won). Volgens mij klopt dat niet. Het groepsverbod wordt niet door de Won in stand gelaten na de inwerkingtreding van STROOM. Het groepsverbod zelf maakt namelijk geen deel uit van de Won. Daarin staan alleen de uitvoeringsaspecten. De daadwerkelijke invoering van het groepsverbod is geregeld in de Elektriciteits- en gaswet. Die wordt nu juist vervangen door de Wet STROOM. Ik denk dus dat het terecht is dat het amendement op dit wetsvoorstel wordt ingediend. Onze naam staat daar ook onder.

De minister wil met de splitsing ook voorkomen dat de netwerken risico's lopen door bijvoorbeeld een faillissement. Volgens mij kan dat niet aan de orde zijn. Netwerk- en energiebedrijven zijn immers juridisch wel gesplitst. In de Elektriciteitswet is bepaald dat de netbeheerder een aparte rechtspersoon moet zijn. Hierdoor kan een netbeheerder niet worden geraakt door schulden of een faillissement van een ander deel van het concern. De ChristenUnie doet dan ook een laatste beroep op de minister en de partijen in de Kamer om de voorgenomen splitsing niet door te zetten. De argumenten zijn gewisseld; de heer Smaling heeft ze zojuist nog eens herhaald. Ook mijn fractie stelt vast dat dit een aderlating is voor Zeeland, waar de werkgelegenheid flink onder druk staat. Ik heb daarom een motie; volgens mij is dit de termijn om moties in te dienen.

De voorzitter:
Dat klopt. Gaat u uw gang!

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Dank.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet voornemens is om de Wet onafhankelijk netbeheer uit te voeren, waarin wordt bepaald dat beheer en eigendom van energienetwerken en levering van energie moeten zijn ondergebracht in aparte ondernemingen (splitsing of groepsverbod);

overwegende dat met het splitsen van DELTA veel werkgelegenheid verloren gaat in een regio die door het verplaatsen en sluiten van bedrijven toch al kwetsbaar is;

van mening dat het plan Campus Zeeland van de Onderwijs Autoriteit Zeeland aanknopingspunten biedt om door samenwerking tussen overheid, onderwijs en ondernemingen een impuls te geven aan de Zeeuwse economie en werkgelegenheid;

verzoekt de regering, aan te sluiten en in gesprek te gaan over de implementatie van de werkgelegenheidsplannen van de provincie Zeeland en de Kamer hierover voor het einde van het jaar te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 43 (34199).

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Mijn tweede punt betreft de hoogspanningskabels. De minister heeft inzicht gegeven in het socialiseren van de kosten voor verkabeling met een gemeentelijke bijdrage van 25%, 10% of 5%. Zoals bekend, heb ik op dat laatste een amendement ingediend, om de gemeentelijke bijdrage niet hoger dan 5% te laten zijn. De kosten voor huishoudens zijn zeer laag, maar voor energie-intensieve bedrijven kan de rekening fors oplopen. Het verschil in de gemeentelijke bijdrage van 25%, 10% of 5% is niet zo groot meer. Voor een mkb'er hebben we het dan over €19, €22 of €23 op jaarbasis. Voor energiebedrijven gaat het wel om enkele tonnen, maar zeker niet om de miljoenen waarover de minister vorige week nog sprak. Ik handhaaf daarom dan ook mijn amendement.

Niet alle hoogspanningskabels worden verkabeld. Op dit moment kan dat technisch gezien ook niet. Daar is weliswaar een uitkoopregeling voor, maar we moeten blijven kijken naar mogelijkheden om ook voor die hoogspanningskabels een oplossing te bedenken. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de voorgestelde verkabelingsregeling in de Elektriciteitswet geen ruimte biedt voor verkabeling van 220 kV- en 380 kV-leidingen, maar dat door innovatie de kosten van verkabeling in de toekomst aanzienlijk lager zullen zijn dan nu het geval is;

overwegende dat toekomstige verkabeling niet moet worden uitgesloten, bijvoorbeeld om uitkoop van bewoners te voorkomen, zoals in de gemeenten Zaanstad en Molenwaard aan de orde is;

overwegende dat alle opties moeten worden beoordeeld op de gevolgen voor bewoners, de inpasbaarheid in het gebied en kostenefficiëntie;

verzoekt de regering, bij het uitwerken van de uitkoopregeling alternatieven voor uitkoop van bewoners bij hoogspanningslijnen serieus mee te wegen, waaronder verkabeling van 220 kV- en 380 kV-leidingen, het verplaatsen van het tracé of het gebruik van innovatieve typen masten met minder straling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 44 (34199).

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik kom bij mijn derde en laatste punt, het amendement over full disclosure. De reactie van de minister vind ik teleurstellend. Hij ontraadt het amendement. Hij zegt bijvoorbeeld dat de administratieve lasten enorm zullen toenemen. Dat is niet aan de orde. Volledige transparantie hebben we immers al bij groene stroom. Waarom kan dat dan niet bij grijze stroom? De energieproducenten en -leveranciers maken al gebruik van het CertiQ-systeem, waarbij de productie van grijze stroom wordt geregistreerd. Dat wordt nu al gedaan. We kunnen daar heel gemakkelijk bij aansluiten en dat in de wet verankeren. De minister gaf aan dat alleen Oostenrijk dit toepast, maar ik heb begrepen dat ook Zwitserland en Zweden dit op vrijwillige basis al doen. Verschillende Europese instanties, zoals de Council of European Energy Regulators, hebben dit opgenomen in hun adviezen. Mijn pleidooi is helder: ik hoop dat de minister toch nog eens goed naar dit amendement wil kijken. Ik begrijp best dat niet iedereen blij is met dit amendement. De kolencentrales moeten nu laten zien hoe het zit. Maar als ik moet kiezen tussen de belangen van de kolencentrales en de belangen van de Nederlandse consument die wil weten waar zijn stroom vandaan komt, kies ik voor het laatste. Tot zover mijn inbreng. Ik zie uit naar de beantwoording van de minister.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug