Bijdrage Carla Dik-Faber aan de plenaire behandeling van de Begroting Economische Zaken (onderdeel Landbouw en Natuur)

woensdag 02 december 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan de plenaire behandeling van de begroting Economische Zaken (onderdeel Landbouw en Natuur) met staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken

Onderwerp:   Begroting Economische Zaken (onderdeel Landbouw en Natuur)

Kamerstuk:    34 300 - XIII  

Datum:           2 december 2015

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik wil allereerst van de gelegenheid gebruikmaken om de nieuwe staatssecretaris te feliciteren met de prachtige post die hij heeft gekregen. Het is niet zomaar een portefeuille, maar die van landbouw, natuur en visserij. Ik wil graag teruggrijpen op de woorden van Franciscus van Assisi, die God prijst om zuster aarde, die ons voedt en leidt en verscheidene vruchten voortbrengt met kleurrijke bloemen en kruiden. De zorg voor de aarde is natuurlijk een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, maar ik denk dat de staatssecretaris hierin een bijzondere verantwoordelijkheid heeft. Ik zou tegen hem willen zeggen: zorg er goed voor!

Er liggen heel veel uitdagingen. Hoe brengen we onze voedselvoorziening meer in balans met zorg voor de schepping? Landbouw en natuur horen niet tegenover elkaar te staan, maar hebben elkaar nodig. Beide zijn, om met de woorden van Franciscus te spreken, vruchten van de schepping. Juist Nederland, waar stad, natuur en landbouw zo dicht bij elkaar liggen, kan hierin nog meer gidsland worden. Ik zie uit naar de visie van de staatssecretaris op de toekomst van de agrarische sector en het natuurbeleid in ons land.

Ik vraag hem ook waar zijn passie ligt. Wellicht wil hij in de eerste termijn van zijn beantwoording een tipje van de sluier oplichten. Ik krijg regelmatig de vraag waar mijn passie voor de Nederlandse landbouw vandaan komt. Wellicht ligt het een klein beetje aan mijn roots op het Friese platteland, maar meer nog gaat het erom dat voedsel het eerste geschenk van God aan mensen was. Ons voedsel is in overvloed aanwezig, maar vanzelfsprekend is dat niet. Mensen lijken dat weleens te vergeten. Onze voedselvoorziening is overgeleverd aan een economisch model waarin helaas de laagste prijs leidend is. Dat gaat ten koste van milieu, dierenwelzijn en niet in de laatste plaats ook van de boeren zelf, die amper nog een eerlijke prijs krijgen voor de producten die zij leveren.

Ik vraag de staatssecretaris welke toekomst jonge boeren hebben in ons land. Heel concreet: wanneer kunnen zij weer gebruikmaken van de jongeboerenregeling? Die stagneert, heb ik begrepen. Vorige week sprak ik met een groep jonge boeren, veelal melkveehouders. Zij wachten met smart op duidelijkheid over de fosfaatrechten en de eisen aan grondgebondenheid. Wat is de marsroute van de staatssecretaris? Is hij bereid om een eerste stap te zetten en duidelijkheid te geven over het referentiejaar 2014 en de peildatum 2 juli 2015? Welke ruimte ziet de staatssecretaris voor de varkenshouders om nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen?

De crises in de varkenshouderij en de melkveehouderij, maar zeker ook die in de legpluimveehouderij, laten zien dat verduurzaming en nieuwe verdienmodellen pure noodzaak zijn. Er moet veel meer ruimte komen voor initiatieven zoals het Recept voor Duurzaam Varkensvlees. De Autoriteit Consument & Markt zou een autoriteit voor mens, milieu en markt moeten zijn die niet alleen naar economische waarden kijkt. Ook ecologische houdbaarheid, gezondheid en robuustheid van het voedselnet moeten aandacht krijgen. Boeren moeten gewoon een eerlijke prijs krijgen voor hun producten en extra inzet op het gebied van milieu of dierenwelzijn moet beloond worden. Ik vraag de staatssecretaris hoe het staat met de uitvoering van mijn aangenomen motie over Initiative Tierwohl.

Verduurzaming en regionalisering van de voedselproductie gaan niet samen met vergaande liberalisering van de landbouwhandel tussen de EU en de VS. Door TTIP wordt de prijs de enige drijvende kracht achter productie en komen milieu en dierenwelzijn, maar ook het verdienmodel voor boeren, verder onder druk te staan. Is de staatssecretaris het met mij eens dat de landbouw uitgesloten moet worden van TTIP als we echt verder willen gaan op het pad van verduurzaming?

Wat hebben we lang moeten wachten op de kabinetsreactie op het rapport van de WRR.

Mevrouw Thieme (PvdD):
Puur uit nieuwsgierigheid nog een vraag over het vorige punt. Ik deel enorm de zorgen die mevrouw Dik heeft over TTIP en de gevolgen voor de Europese landbouw. Maar kan zij uitleggen, waarom de ChristenUnie voor het associatieverdrag met Oekraïne heeft gestemd? Daardoor wordt landbouw benadeeld, omdat legbatterijen uit Oekraïne op de Nederlandse markt kunnen komen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik kan daar op dit moment niet tot in detail op ingaan, omdat het woordvoerderschap bij een collega van mij ligt. Maar ik heb in ieder geval wel voor alle moties van de Partij voor de Dieren gestemd die bepleiten om de import van eieren uit Oekraïne een halt toe te roepen. De ChristenUnie is nooit tegen handelsverdragen geweest, dat niet, maar wij vinden onze voedselvoorziening wel wat anders dan een koelkast, om maar even een voorbeeld te noemen. Ik steun ik de Partij voor de Dieren bij haar inzet om de import van eieren uit Oekraïne — op dit moment het belangrijkste punt — een halt toe te roepen. Ik zie namelijk dat onze eigen ondernemers in Barneveld en andere gebieden hiervan echt last hebben.

Mevrouw Thieme (PvdD):
Mijn vervolgvraag gaat dan over TTIP, want daar begon mevrouw Dik over. Is het voor de ChristenUnie van zo'n doorslaggevend belang dat landbouw buiten TTIP wordt gehouden dat, als dat niet het geval is, de ChristenUnie vindt dat TTIP niet mag doorgaan?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Mijn pleidooi op dit moment is helder: ik wil landbouw echt uit TTIP. Zoals ik al zei: de ChristenUnie is niet tegen handelsverdragen, maar onze voedselvoorziening is ons zo waardevol dat we die uit het handelsverdrag willen hebben. Ik ga eerst kijken hoever we kunnen komen met het debat in de Kamer, de positie van de staatssecretaris en de Europese besluitvorming. Daarna zal ik met mijn fractie overleggen over hoe we TTIP zullen beoordelen, als niet gebeurt wat wij wensen. Ik kan daar nu geen uitsluitsel over geven, maar weet dat het voor ons zeer zwaarwegend is.

Ik had het over de kabinetsreactie op het rapport van de WRR. De reactie moest een heuse voedselvisie worden, maar het werd een opsomming van acties die allemaal al in gang zijn gezet. Ik help de staatssecretaris graag om punten uit de voedselvisie concreter te maken. Zo hadden we de doelstelling om voedselverspilling met 20% te verminderen. Die gaan we niet halen. Europa gaat voor 50%-reductie in 2030. Maar als de staatssecretaris een trendbreuk wil bewerkstelligen, wat is dan de nieuwe doelstelling voor 2020 waarop we hem kunnen afrekenen? Want het blijft onverteerbaar dat we jaarlijks voor 4,5 miljard aan voedsel weggooien, terwijl 450.000 mensen in ons land met regelmaat honger hebben en voedselbanken de groeiende vraag niet aankunnen. De ChristenUnie ziet graag dat er een taskforce voedseloverschotten en voedselbanken komt. Deze taskforce met experts uit bedrijfsleven, voedselbanken en Wageningen UR moet ervoor gaan zorgen dat bedrijven uit de hele voedselketen bereid zijn, structureel extra voedseloverschotten aan de voedselbanken te schenken. Ik zal hiervoor een amendement indienen.

Dat dit thema leeft, blijkt ook uit de WhatsApp-actie die ik een week lang tussen de Dag van de Duurzaamheid en de Wereldvoedseldag heb georganiseerd. Consumenten willen maar al te graag meedenken over hoe we voedselverspilling kunnen voorkomen: van het hergebruik van overtollig voedsel tot het aanpassen van houdbaarheidsdata en het helpen van voedselbanken. Ik geef de staatssecretaris straks graag ter inspiratie een overzicht van wat we in één week tijd binnen hebben gehaald. Ik herinner hem ook graag aan de toezegging van zijn ambtsvoorganger om te overleggen met het Voedingscentrum over de mogelijkheden om een meldpunt in te richten waar consumenten hun tips om voedselverspilling tegen te gaan kwijt kunnen. Kan hij hierover al iets melden?

In het rapport van de WRR wordt ook gesproken over de eiwittransitie. Het ontwikkelen van alternatieve eiwitbronnen wordt nu gefrustreerd door de Europese Novel-Foodverordening. Hierdoor moeten producten die soms al langere tijd in de Nederlandse supermarkt liggen nu een complexe en kostbare aanvraagprocedure doorlopen. Hoe gaat de staatssecretaris veelal kleine producenten helpen om aan de nieuwe wetgeving te voldoen?

Ik kom toe aan de NVWA. Afgelopen maandag kregen we een brief die mij nogal zorgen baart. Het is inmiddels twee jaar geleden dat het kabinet met een plan van aanpak kwam voor de NVWA. Het lijkt er echter op dat van de mooie ambities nog maar weinig terecht is gekomen. Voorgenomen besparingen zijn niet gerealiseerd en de NVWA staat er financieel slecht voor. Maar in plaats van een extra financiële impuls kiest de staatssecretaris voor het verder uitkleden van de NVWA. Dit doet alle inspanningen weer teniet. Het is voor mijn fractie onacceptabel om wel te investeren in veiligheid op straat maar niet in onze voedselveiligheid. Wachten tot de Voorjaarsnota is te laat. Is de staatssecretaris bereid om nu al stappen te zetten?

Net als vorig jaar is er dit jaar weer gedoe over financiering van het groene onderwijs en net als vorig jaar moet het initiatief voor een oplossing uit de Kamer komen. Om te voorkomen dat dit een jaarlijkse discussie wordt, heeft mijn fractie samen met een aantal andere partijen het voorstel gedaan om het groene onderwijs bij OCW onder te brengen. De aoc's krijgen te maken met een bezuiniging op de basisbekostiging van maar liefst 15%. De staatssecretaris zegt simpelweg dat men dan maar moet snijden in het onderwijsaanbod. Maar hoe doordacht is deze bezuiniging uit het regeerakkoord eigenlijk? Ik hoor graag van de staatssecretaris of hij bereid is om de aoc's tegemoet te komen. Ik heb ook een amendement ingediend om de bezuinigingen op de aoc's ongedaan te maken.

Vandaag bleek al dat er zorgen zijn over de positie van de universiteit van Wageningen bij overheveling naar OCW. De studentenaantallen zitten de afgelopen jaren duidelijk in de lift, maar door de afgesproken aftopping begint de financiering steeds meer te knellen. Mijn fractie wil dat Wageningen net zo wordt behandeld als andere universiteiten. Een overheveling naar OCW helpt daarbij. Voor mijn fractie kan de gouden driehoek van overheid, onderwijs en ondernemers echter niet ter discussie staan. Dit stond ook helder geformuleerd in de motie. Dit moet worden geborgd. Ik hoor graag de ideeën van de staatssecretaris hierover.

Ik kom op het natuurbeleid. Diverse rapporten laten zien dat de verbetering van de biodiversiteit stagneert. Mijn fractie wil dat het agrarische natuurbeheer "nieuwe stijl" bijdraagt aan het halen van de internationale natuurdoelen. Op dit moment heeft de staatssecretaris echter totaal geen zicht op de ecologische effectiviteit van de gebiedsaanvragen die inmiddels zijn ingediend, terwijl de ineffectiviteit van het agrarische natuurbeheer juist de reden was om het stelsel op de schop te nemen. Is de staatssecretaris bereid om een ex-antetoets te laten uitvoeren en daarbij ook te kijken naar de samenhang met vergroening van het GLB en het natuurbeleid van andere terreinbeheerders? Ik vraag hem ook wat de stand van zaken is met betrekking tot de uitvoering van de motie-Jacobi/Dik-Faber over het gebruiken van 2015 als overgangsjaar voor afstemming met de provincies over complementariteit van de eerste en de tweede pijler.

Er is destijds naar aanleiding van het GLB-debat nog een andere motie van mijzelf en collega Jacobi aangenomen. Die ging over de vogelakkers. Een coalitie van Vogelbescherming Nederland, het Louis Bolk Instituut en de Werkgroep Grauwe Kiekendief werkt die nu verder uit. Een en ander is ook geïmplementeerd in beleid. Ik wil de staatssecretaris graag van harte uitnodigen om met mij het veld in te gaan, op werkbezoek te gaan en onder de paraplu van zingende veldleeuweriken — ik zie het helemaal voor me — te zien hoe succesvol de vogelakkers zijn.

Het beheer met schapen levert een belangrijke bijdrage aan het natuurbeheer in heidegebieden en uiteraard ook aan de cultuurhistorie. Er is veel onrust onder de traditionele schaapherders over de wijze waarop de sector functioneert door de verplichte openbare aanbestedingen. Hierover heeft Alterra ook een rapport geschreven. Kan de staatssecretaris dit rapport met een reactie naar de Kamer sturen? Wat gaat hij samen met de provincies doen om de problemen van de traditionele schaapherders nu eens echt op te lossen?

Ik heb nog een klein maar niet onbelangrijk punt. Ik maak mij zorgen over de Stichting Zeldzame Huisdierrassen (SZH). Voor de zomer is een evaluatie over de regeling zeldzame huisdierrassen opgeleverd. In dit rapport wordt gesteld dat de SZH in de afgelopen periode in een gevaarlijk negatieve spiraal is beland die haar continuïteit bedreigt. Dit terwijl uit de evaluatie blijkt dat de SZH duidelijk een toegevoegde waarde heeft voor houders van zeldzame huisdierrassen op het gebied van professionalisering en promotie. De afgelopen jaren is er echter flink bezuinigd op de SZH. Is de staatssecretaris bereid om de evaluatie naar de Kamer te sturen en de subsidieregeling weer op twee ton terug te brengen?

Verder heb ik nog een korte opmerking over de visserij. Over een maand moeten de Nederlandse kotters al voldoen aan de aanlandplicht, maar de vissers weten nog niet waar ze aan toe zijn. Er is eindelijk een Europese repartiewet, maar die laat de uitwerking van de procedures aan de lidstaten. Volgens IMARES is de beheerstructuur nog totaal onduidelijk. Gaan alle lidstaten straks wel op dezelfde manier handhaven? Ik snap niet waarom de staatssecretaris op zo veel vragen van de sector nog geen antwoord heeft. Dan kun je van bedrijven toch niet vragen om op 1 januari al met de nieuwe werkwijze aan de slag te gaan? Er zouden uitzonderingen komen voor vissen met een hoge overlevingskans. Dat is voor de Nederlandse visserijsector erg belangrijk. Maar wanneer is duidelijk wat wordt verstaan onder "een hoge overlevingskans"?

Ik rond af. Ik sluit af met woorden uit een gebed van paus Franciscus, uit Laudato si: "Leer ons de waarde van alle dingen te ontdekken, met verbazing te kijken en te erkennen dat wij ten diepste verbonden zijn met alle schepselen op onze weg naar uw oneindig licht."

De heer Graus (PVV):
Ik vind het heel mooi dat deze woorden worden uitgesproken, maar dan moet de ChristenUnie die ook waarmaken in de Kamer. Er is ook gesproken over kleine rassen en noem allemaal maar op. De dierenpolitie moet waken over het wel en wee van dieren, schepselen die er eerder waren dan de mens. Of je nu in de evolutieleer gelooft of in het scheppingsverhaal: de dieren waren er eerder. De ChristenUnie helpt de dierenpolitie mede om zeep. Dat begrijp ik dan niet. Dat was het korps dat moest waken over de dieren, die geen stem hebben en weerloos zijn. Ik kan niet begrijpen dat mevrouw Dik die woorden gebruikt, terwijl ze de dierenpolitie om zeep helpt. Ik kan dat niet met elkaar combineren.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Volgens mij wordt in de reguliere opleidingen en taken van de politie ook aandacht gegeven aan dierenverwaarlozing. De ChristenUnie vindt het niet noodzakelijk om daar een aparte politie voor op te tuigen. Daarover verschillen wij dus van mening. Wat betreft de zorg om de schepselen, verwijs ik heel graag naar alle moties die we in de Kamer hebben ingediend. We hebben ook enkele moties van de PVV op dat punt gesteund. Het is spijtig dat we het op het punt van de dierenpolitie niet eens zullen worden, maar laten we wel, waar dat kan, samenwerken in de zorg voor de schepping en de schepselen.

De heer Graus (PVV):
Zeker. Dank ook daarvoor. Als de ChristenUnie dat steunt, dan dank ik de ChristenUnie daar netjes voor, maar het gaat nu om het volgende. De dierenpolitie is een paar jaar actief geweest. Er zijn duizenden en duizenden dieren in beslag genomen. Het is in de hele wereld nog nooit voorgekomen dat een dier in beslag is genomen. Toch wordt de dierenpolitie om zeep geholpen. De dierenpolitie is succesvol. Eén op de vier is succesvol. Het is puur een partijpolitiek spelletje. De taakaccenthouders hebben helemaal niet eens de tijd om achter de 144-meldingen aan te rennen, laat staan dat ze preventief naar een slachthuis kunnen gaan, dat ze achter stropers aan kunnen gaan of dat ze veetransporten kunnen controleren. Die mensen hebben daar de tijd niet voor. De NVWA heeft er ook de tijd niet meer voor, met al die voedselschandalen. Ik ben het ermee eens dat mevrouw Dik druk legt op de NVWA, maar zorg er dan alsjeblieft voor dat de dierenpolitie weer fulltime terugkomt. We kunnen toch niet die dieren aan hun lot overlaten? Zij hebben niemand die voor hen opkomt. De dierenpolitie was er, maar nu is er niemand. De reguliere politie, de Nationale Politie, doet niets voor dieren. Niets. Nul. Als mevrouw het dan over de schepselen van God heeft, dan verwacht ik dat ze opkomt voor de schepselen die geen stem hebben, afgezien die van mevrouw Thieme en mij misschien, maar voor de rest van niemand.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik sta hier juist om ook de dieren en de natuur een stem te geven. Ik heb gezegd wat ik wilde zeggen over dat punt van de dierenpolitie. Ik denk dat er wel degelijk actie op wordt ondernomen, dat de politie in de opleiding en in de werkwijze hier wel degelijk aandacht voor heeft. Ik lees gewoon ook in de kranten dat er acties zijn, dat er dieren worden weggehaald. Waar dierenmishandeling aan de orde is, zijn er vaak ook wel andere zaken aan de orde. Maar de politie is erop gefocust en heeft het in het vizier. Laten we wat betreft het andere punt, de NVWA, bekijken waar we samen kunnen optrekken. De NVWA moet veel beter op de kaart worden gezet. Zij moet weer de autoriteit worden die ze ooit was. Helaas is zij dit niet. Daar gaan we samen aan werken.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug