Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Indische kwestie (Back Pay)

woensdag 14 oktober 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan een algemeen overleg met staatssecretaris van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderwerp:   Indische kwestie (Back Pay)

Kamerstuk:    20 454          

Datum:           14 oktober 2015

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Allereerst wil ik stilstaan bij het droevige nieuws dat ons gisteren bereikte. Mijn medeleven gaat uit naar de echtgenote en de naasten van de heer Herman Bussemaker. Wat heeft hij veel betekend voor de Indische gemeenschap.

Een paar weken geleden, tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen, refereerde mijn collega Arie Slob al aan de Indische kwestie, een zeer pijnlijke kwestie die nu al vele decennia voortsleept en om een oplossing vraagt. De Minister-President wilde er toen niets over zeggen. Hij verwees naar het algemeen overleg dat wij vandaag met elkaar voeren.

Ik ga terug naar 15 augustus 2015, naar de herdenking van de capitulatie van Japan 70 jaar geleden. De Minister-President heeft bij die gelegenheid een toespraak gehouden. Zijn woorden gaven hoop aan de Indische gemeenschap. Ik citeer uit zijn speech: «De regelingen met de erkenning van achterstallige salarissen en geleden oorlogsschade lieten lang op zich wachten.» Is de Staatssecretaris het met mij eens dat hiermee de suggestie is gewekt dat er eindelijk stappen gezet zullen worden? Woorden die hoop bieden, moeten ook ergens toe leiden. Hoe anders is de inhoud van de brief die wij deze week ontvingen. De regelingen waar de Minister-President over sprak, líéten niet lang op zich wachten, maar laten nog steeds op zich wachten. Elke dag dat we langer wachten met een oplossing, is weer een dag van pijn voor de Indische gemeenschap, voor slachtoffers en hun nabestaanden. Waarom moeten we bij elke kabinetswissel opnieuw beginnen met de Indische kwestie? Hiermee gaat kostbare tijd verloren. Het aantal oorlogsslachtoffers uit Nederlands-Indië neemt ieder jaar af. De ChristenUnie vindt dat we niet langer kunnen dralen en vraagt de Staatssecretaris om de Indische kwestie in deze regeerperiode op te lossen.

Ik gaf al aan dat de inhoud van de brief niet biedt waar mensen zo op hoopten. Voorgaande sprekers hebben al benadrukt dat er één opvallende zin in staat, namelijk dat er vooralsnog geen oplossing ligt die ook door Het Indisch Platform kan worden geaccepteerd. Ik krijg hierop graag een toelichting van de Staatssecretaris. Wat bedoelt hij met deze zin? Betekent dit dat de Staatssecretaris in gesprek blijft met Het Indisch Platform en blijft zoeken naar een oplossing? De ChristenUnie zou dat een goede zaak vinden.

De Staatssecretaris wijst een oplossing af vanwege financiële argumenten. Een schaderegeling betreft honderden miljoenen euro’s. De ChristenUnie ziet graag een onderbouwing van dit bedrag. Het kan niet zo zijn dat het bij een gebaar blijft. Naast een juridische en een financiële werkelijkheid is er namelijk ook een morele werkelijkheid. Daarin past dat Nederland zijn verantwoordelijkheid neemt, zoals ook andere landen dat hebben gedaan. We zouden in ieder geval kunnen beginnen met de niet uitbetaalde salarissen, de backpay. Graag ontvangen wij van het ministerie de berekeningen hiervoor. Dit is geld waar mensen gewoon recht op hebben. Is de Staatssecretaris bereid om hierover het gesprek aan te gaan met Het Indisch Platform?

De Staatssecretaris gaat in zijn brief ook in op de NIOD-rapporten. Doet hij de inhoud van deze rapporten niet tekort door deze rapporten te zien als hulpmiddel om de leemtes in de geschiedschrijving te verduidelijken? Naast een materiële regeling is het belangrijk dat de geschiedenis van Nederlands-Indië en hetgeen de Indische gemeenschap is overkomen, levend blijft. Is de Staatssecretaris bereid te overleggen met Het Indisch Platform op welke wijze dit vorm kan krijgen? We kunnen de pijn nooit helemaal wegnemen, maar laten we in elk geval doen wat wel binnen ons vermogen ligt.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug