Verbetering Mediawet
Vandaag spreken we opnieuw over de Mediawet. Deze bijdrage houd ik mede namens de fractie van het CDA. De heer Atsma is ziek en ik wens hem vanaf deze plek van harte beterschap. U allen weet hoe betrokken hij is op de publieke omroep en het is dan ook een eer om mede namens hem op dit onderwerp het woord te voeren.
Het wetsvoorstel dat vandaag voorligt bevat meerdere onderdelen. Ik loop ze af en begin bij de modernisering van de benoemingsprocedures in ons publieke mediabestel. Wie langer meeloopt in de Eerste Kamer herinnert zich het jaar 2016 met stevige discussies over dit onderwerp in de senaat. Want ja, de minister van OCW is stelselverantwoordelijk, maar juist om een onafhankelijk publiek mediabestel te garanderen moet de politiek en dus ook de minister direct noch indirect veel invloed kunnen hebben op de benoemingen van bestuurders en toezichthouders. De discussie van toen heeft geleid tot een heldere brede Verkenning Benoemingen publiek mediabestel.
Duidelijk is dat de huidige benoemings-, schorsings- en ontslagprocedures in het publieke mediabestel in veel opzichten voldoen aan de hedendaagse normen van governance en goed bestuur. Maar ook dat de procedures op sommige punten aangescherpt, dan wel geformaliseerd konden worden. Die handschoen heeft de regering opgepakt. Onze fracties steunen de ingezette lijn.
Na de advisering van de Raad van State – op verzoek van de Eerste Kamer- en ik noem hier collega Atsma met ere- , na die advisering was bovendien klip en klaar dat de amendering in de Tweede Kamer, die er op zag dat een bestuursfunctie of dienstbetrekking bij een politieke partij op landelijk niveau onverenigbaar was met bestuurs- en toezichtfuncties bij een omroep, dat die amendering niet effectief was. En bovendien en dat is een stevige noot, niet in overeenstemming met de Grondwet. Voor de liefhebbers van de Eerste Kamer een bevestiging van het nut van dit huis, voor degenen die dat nut nog niet zien, vandaag merkt u het dan toch. U begrijpt voorzitter, onze fracties steunen de novelle die hier voor ligt.
Voorzitter het tweede onderdeel waar ik bij stil sta, is de wijziging van de procedure die de NPO moet doorlopen bij het opzetten van een nieuw of significant gewijzigd aanbodkanaal. Het is van belang dat in die procedure wordt gewogen of de publieke waarde van dit nieuwe of stevig gewijzigde kanaal opweegt tegen de effecten die het op de markt heeft. Die procedure wordt transparanter en de ACM is in het veld breed gezien als de instantie die het beste een Markteffectanalyse uit kan voeren. Wordt bij deze analyse ook gekeken naar de impact op de advertentiemarkt en welke afwegingen worden daarbij betrokken?.
Mijn derde en laatste punt, voorzitter, ziet op de Stichting EtherReclame, oftewel de STER. De wijzigingen omtrent het bestuur en de verduidelijking in de positie is eveneens een logisch voortvloeisel uit dat rapport Verkenning Benoemingen publiek mediabestel. Tegelijk is te begrijpen dat de NPO met zorg kijkt naar de teruglopende reclame inkomsten. In december bespraken we in dit huis de toekomst van het publieke mediabestel. Daar heeft de minister toegezegd juist een onafhankelijk onderzoek te laten verrichten naar de mogelijkheden waarmee en de financiële condities waaronder de publieke omroep duurzaam wordt versterkt. Een aantal fracties, waaronder die van CDA en ChristenUnie, wezen daarbij in het bijzonder op de financiering en de budgettering die daarbij betrokken zou moeten worden. Juist voor een duurzame verankering van het stelsel is dat van belang. In het licht van de discussie van vandaag over de wijziging van art. 2.148 Mediawet is dat een extra relevante toezegging. Er is zeker wat voor te zeggen dat het lastig is om de Ster-inkomsten te indexeren. Tegelijk is dit wel de lezing van het huidige artikel die de rechter heeft gehanteerd, zowel de rijksbijdrage als de Ster-inkomsten vallen onder de indexatie. De regering schrapt het deel voor de STER-inkomsten in dit wetsvoorstel. De vraag is nu welk financieel effect de minister hierin voor de NPO ziet, heeft dit materieel consequenties? Hoe verhoudt zich dit tot de eerder door dit kabinet vrijgemaakt 40 miljoen? In het licht van de reclamevermindering die wij afgelopen december al bespraken is het extra van belang dat ook de financieringsgrondslag op lange termijn zo vormgegeven wordt dat de NPO en de omroepen voldoende financiële spankracht houden.
Voorzitter, ik kom tot een afronding. De fractie van ChristenUnie en CDA staan voor een pluriforme publieke omroep. Het voorliggende wetsvoorstel betekent op verschillende fronten een kleine verbetering in het borgen van onafhankelijkheid en het versterken van een transparant proces bij stevige wijziging of een compleet nieuw aanbodkanaal. We zien uit naar de beantwoording van de minister.