Asielzoekers
Wat betreft het beleid ten aanzien van asielzoekers wil de ChristenUnie:
-
Taalles meteen vanaf het begin. Mensen die hier naartoe komen moeten zoveel mogelijk vanaf de eerste dag taallessen gaan volgen. Dat geldt voor alle asielzoekers (met uitzondering van asielzoekers uit veilige landen die snel terug kunnen) en voor alle (arbeids)migranten. Arbeidsmigranten worden na zes maanden verblijf, of dat nu aaneengesloten is of niet, verplicht deze taallessen te volgen. In Europa worden afspraken gemaakt die hier ruimte voor bieden. Bij korter verblijf zijn de taallessen vrijwillig, maar worden werkgevers wel verplicht deze te vergoeden.
-
Meer mentale hulp. Veel vluchtelingen hebben traumatische gebeurtenissen meegemaakt. Vast onderdeel van de inburgering, en eerder van het verblijf in Nederland, wordt een stevig hulpaanbod om deze trauma’s en gebeurtenissen te helpen verwerken.
-
Goed burgerschapsonderwijs bij inburgering. We helpen nieuwkomers om onderdeel te worden van onze democratische rechtsstaat en om haar kernwaarden te verinnerlijken. De eindtermen van het kennisonderdeel van de inburgering worden periodiek herzien.
-
Sluiten asielzoekerscentra; naar lokale opvang. Asielzoekers worden nu van locatie naar locatie verplaatst, waardoor het heel moeilijk is om een netwerk op te bouwen. Efficiency en kostenbesparing leiden tot grote opvanglocaties op afgelegen terreinen. Er is een lokale aanpak nodig, met kleinschalige opvang op een duurzame plek, onder verantwoordelijkheid van gemeenten. Daardoor kunnen asielzoekers makkelijker een netwerk opbouwen via een plaatselijk kerk, sportvereniging of buurt. Het COA vangt in hun centrale locaties voortaan alleen nog asielzoekers op uit veilige landen, die snel terug kunnen, en asielzoekers die overlast geven. De opvang van asielzoekers wordt verder naar gemeenten gedecentraliseerd, zodat lokaal kan worden gekeken hoe zij goed kunnen worden opgevangen in de gemeenschap of kunnen worden voorbereid op vertrek.
-
Spreiding over gemeenten. Asielzoekers worden verdeeld over alle gemeenten. Deze gemeenten kunnen zelf of samen met andere gemeenten opvang verzorgen. Gemeenten blijven van begin tot eind verantwoordelijk voor de aan hen toegewezen asielzoekers, zowel bij eventuele uitzetting als bij toekenning van een verblijfsvergunning. Na verkrijgen van de verblijfsvergunning is iemand uiteraard vrij zich overal te vestigen. Nieuwkomers krijgen echter alleen recht op de toewijzing van een woning in de gemeente waarin ze zijn opgevangen. Zo wordt lokale binding en gezonde spreiding gestimuleerd. Kwetsbare wijken worden daarbij ontzien.