Energiebesparing
Dit standpunt komt uit ons verkiezingsprogramma van de Tweede Kamerverkiezingen van 2021.
Betaalbare en klimaatvriendelijke energie en warmte
We hebben jarenlang de vruchten geplukt van onze centrale energievoorziening, gebaseerd op elektriciteit en warmte uit kolen en aardgas. Dat systeem is niet langer houdbaar. Het gebruik van fossiele brandstoffen is de grootste oorzaak van klimaatverandering wereldwijd. De gevolgen van de gaswinning in Groningen hebben daarnaast pijnlijk duidelijk gemaakt dat we ook in Nederland roofbouw op de aarde hebben gepleegd. Het kan ook anders. We willen toe naar een lokaal vormgegeven energiesysteem van volledig hernieuwbare energie, bijvoorbeeld in de vorm van zonnepanelen en warmtepompen. We krijgen allemaal met deze veranderingen te maken. We hebben alle opties voor lokale energieopwekking nodig. De Rijksoverheid neemt de regie in de energietransitie, om ervoor te zorgen dat het doel wordt gehaald: een volledig duurzaam energiesysteem. En ook om ervoor te zorgen dat het doel haalbaar en betaalbaar is en iedereen de overstap mee kan maken.
- Energiecoöperaties en lokale initiatieven. Energiecoöperaties brengen de energietransitie dichter bij de burger. Daarom willen we dat coöperaties door het ministerie van EZK voor vol worden aangezien. EZK heeft de focus nu nog vooral op de grote spelers in de energiemarkt. Er komt een ontwikkelfonds om energiecoöperaties te ondersteunen. Daarnaast doen we aan capaciteits- en kennisontwikkeling, ook voor kleine lokale initiatieven, gericht op kleinere maatregelen thuis, zoals isolatie. We stimuleren goede lokale participatie in duurzame energieprojecten, waarbij op lokaal niveau wordt gekeken naar wat nodig en wenselijk is.
- Meer wind- en zonne-energie. Via de regionale energiestrategieën (RES) wordt ingezet op 35 TWh productie aan windenergie en zonne-energie op land. De Gedragscode zon op land helpt om zorgvuldig met zonneenergie projecten om te gaan. Omdat in de praktijk niet alle projecten worden gerealiseerd, is er een voldoende grote veiligheidsmarge nodig, bijvoorbeeld door parallel grootschalige opwek op Rijksareaal voor te bereiden. Bij te weinig voortgang stuurt de Rijksoverheid bij met een concrete taakstelling.
- Zeven jaar terugverdientijd. Zonnepanelen bij consumenten dragen bij aan draagvlak voor de transitie. We houden vast aan het uitgangspunt van zeven jaar terugverdientijd via terugleververgoedingen. Eventueel in combinatie met een financiële prikkel voor opslag achter de voordeur om zo bij te dragen aan lagere benodigde investeringen in netcapaciteit.
- Wind op zee. Wind op zee is de afgelopen jaren flink goedkoper geworden. We blijven inzetten op wind op zee, in lijn met de 49 TWh doelstelling in het Klimaatakkoord, maar wel met als inzet dat de ruimte dubbel kan worden gebruikt, bijvoorbeeld door vissers en voor zeewierteelt. We onderzoeken hoe wind op zee een rol kan spelen in de energieopslag, bijvoorbeeld door conversie naar groene waterstof.
- Investeren in warmtenetten. De ChristenUnie wil de potentie van geo- en aquathermie benutten. Lage en midden-temperatuur warmtenetten hebben meerwaarde voor de verwarming van woonwijken. De ontwikkeling van warmtenetten vraagt echter duidelijke afspraken over de rol van betrokken publieke en private partijen, over een (gelijk) speelveld voor warmteleveranciers en transparantie. We willen ruimte voor publieke investeringen in warmtenetten en zien een belangrijke rol voor de publieke netwerkbedrijven. Ook willen we ruimte voor participatie vanuit de buurt en voor coöperatieve modellen van warmtenetten. Consumentenbescherming en keuzevrijheid staan hierbij hoog in ons vaandel.
- Elektriciteit en groene waterstof. We zetten in op industriële elektrificatie en groene waterstof voor hoge temperatuur warmte. Er komt een routekaart naar grootschalige elektrificatie van de Nederlandse industrie, waarbij we de balans zoeken tussen grootschalige opwek van duurzame elektriciteit en de energievraag van de grote industriële clusters.
- Eerlijker energiebelasting. De energiebelasting is oneerlijk verdeeld over verschillende verbruikers en kent geen directe CO2-component. We zetten in op een structurele hervorming met een minder degressieve opzet en daarmee een hogere belasting voor grootverbruikers. Daarnaast wordt er een expliciete CO2-component geïntroduceerd. Dubbele belasting voor energieopslag moet worden voorkomen.
- Geen nieuwe kerncentrales. De kerncentrale in Borssele kan, mits veilig en verantwoord, langer openblijven om een bijdrage te leveren aan een stabiel elektriciteitssysteem tijdens de transitie. Vanwege het afvalprobleem (wat kernenergie per definitie een niet-duurzame optie maakt) en de zorg rond veiligheid kiezen wij ervoor de energietransitie in Nederland vorm te geven zonder exploitatie- of andersoortige subsidies op nieuwe kerncentrales.
- Gebruik gasinfrastructuur voor hernieuwbare gassen. We bouwen de winning van Gronings gas af. We onderzoeken hoe de nog goede bestaande infrastructuur gebruikt kan worden voor het transport van hernieuwbare gassen.
- Nationale regie op energieopslag. Met een toenemend aandeel duurzame energie is regie nodig op de benodigde opslagcapaciteit in een stabiel elektriciteitssysteem. Onderdeel hiervan is de koppeling van grootschalige hernieuwbare opwek aan de grootschalige industriële energievraag. Daarnaast moeten vraag en aanbod goed op elkaar worden afgestemd, bijvoorbeeld door de inzet van slimme apparaten en het elektrische wagenpark.
- Duurzame energie op rijksgronden. De overheid geeft het voorbeeld door vol in te zetten op de opwek van duurzame energie op rijksgronden. Naast wind en zon denken we ook aan warmte, bijvoorbeeld aquathermie. De projecten op rijksgronden worden waar mogelijk toegewezen aan lokale energiecoöperaties. De Rijksoverheid kan onder voorwaarden ook energie leveren aan derden, als gronden niet, zoals de voorkeur heeft, in gebruik door derden gegeven kunnen worden.
Lees meer: