De endemische fase van corona vraagt om een groter verhaal

Coronatijd 1.jpg
Maarten Verkerk blog portret.jpg
Door Maarten Verkerk op 8 november 2021 om 10:30

De endemische fase van corona vraagt om een groter verhaal

Corona zal niet meer verdwijnen uit onze samenleving. De verhalen uit de crisistijd volstaan niet meer. Ik zie een technologisch doordacht verhaal – het beleid van het kabinet – en een tegenverhaal – de maatschappelijke protesten.

Het eerste verhaal doet – zwart-wit uitgedrukt – geen recht aan de verantwoordelijkheid van de samenleving en het tweede niet aan die van de overheid. Het lijkt mij hoog tijd om na te denken of er geen groter verhaal te vertellen valt hoe we in de toekomst willen leven met het virus. 

Een groter verhaal 
Ik wil juist nu de optie van een democratisch verhaal op tafel leggen. Dat woord ‘democratisch’ kies ik bewust. Het lijkt me belangrijk om vanuit de rechtsstaat én de controle van de macht na te denken over bestrijding van corona in de endemische fase. Daarnaast, de democratie kan alleen maar gedragen worden door de samenleving. Ik zoek dus naar een verhaal waarin zowel de verantwoordelijkheid van de overheid, als die van de samenleving aan bod kunnen komen. Ik werk dat concreter uit in drie punten. 

In de eerste plaats: de rijksoverheid en de minister van volksgezondheid houden ook in een endemische fase de verantwoordelijkheid voor de regie; dat is in overeenstemming met de grondwet en de Wet publieke gezondheid. Dat woord ‘regie’ kies ik wel met opzet. Wie regie neemt legt kaders voor beleid vast en spreekt over randvoorwaarden. Vanzelfsprekend kan er sprake zijn van een ‘code zwart’: waarbij we terug moeten naar acute crisisbestrijding, met een centrale rol voor het kabinet.  

Maar regie laat ook ruimte. En daarmee kom ik bij mijn tweede punt: lokale overheden hebben ook een belangrijke verantwoordelijkheid. Ik zou in dat kader graag het katholieke subsidiariteitsbeginsel in herinnering brengen: ‘hogere’ overheden moeten niet doen wat ‘lagere’ overheden kunnen afhandelen.  

Tijdens de crisisfase waren burgemeester en wethouders vooral verantwoordelijkheid voor uitvoering en handhaving van kabinetsbeleid. We zouden dus ook eens meer kunnen nadenken over de verantwoordelijkheid van burgemeesters en wethouders voor het vaststellen van coronabeleid. Iets wat past bij de denklijn van artikel 6 van de Wet publieke gezondheid. Want iedereen beseft dat er een groot verschil is tussen een stedelijke gemeente met een hoge bevolkingsdichtheid, lage vaccinatiegraad en veel culturele activiteiten, en een plattelandsgemeente met een lage bevolkingsdichtheid, hoge vaccinatiegraad en weinig culturele activiteiten. Het gaat om maatwerk.  

In de derde plaats is er ook een verantwoordelijkheid voor de samenleving. In de traditie van denkers als Abraham Kuyper en Herman Dooyeweerd spreek ik zelfs liever van maatschappelijke verbanden. Want – alleenstaanden en families, onderwijsinstellingen, bedrijven, sportverenigingen of kerken – elk verband heeft een eigen doel, karakter en waardenpalet. In de crisis was het uiteindelijk steeds het kabinet – ook na overleg met diverse geledingen – dat besluiten nam. Onlangs adviseerde het Sociaal Cultureel Planbureau terecht te verkennen of er meer zeggenschap en verantwoordelijkheid bij deze maatschappelijke verbanden gelegd kan worden.  

De samenleving verantwoordelijkheid geven kan ons allemaal helpen om een weg te vinden in moeilijke situaties met botsende waarden. Ik geef één voorbeeld. Het beleid van de regering met betrekking tot de verpleeghuizen was gericht op de waarde ‘bescherming van kwetsbare ouderen’. Dit leidde tot inhumane situaties omdat de zorg voor kwetsbare ouderen – zeker in de stervensfase – vraagt om nabijheid en lichamelijk contact. In de toekomst moeten dit soort botsingen voorkomen worden.   

Het samen van de samenleving is in het geding
Het democratische verhaal is geen panacee. Maar ik leg het op tafel omdat ik denk dat het goed is om na te blijven denken over alternatieve routes in het coronabeleid in de endemische fase.  

Mijn hoop is dat het verkennen van de democratische weg polarisatie kan tegengaan. Begrijp me goed: ik verkeer niet in de illusie dat alle aanhangers van het tegenverhaal zich zullen conformeren aan lokaal genomen besluiten. Toch kan en mag het effect van dialogen en verbindingen niet onderschat worden. Juist op het gebied van maatregelen, draagvlak en naleving.  

Bij de bestrijding van corona is er sprake van botsende waarden. Noem het een waardencrisis. Díe crisis kan de politiek niet oplossen. Wel kunnen politici een voorbeeld stellen door hun omgang met deze waardencrisis. Want het ‘samen’ van de samenleving is in het geding, en dat lijkt me langzaamaan een crisis die we even serieus zouden moeten nemen als een pandemie. 

Dit opiniestuk is op 6 november 2021 gepubliceerd door Trouw.

Labels: ,