Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Verzamel AO Spoor

donderdag 11 oktober 2012

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu aan een algemeen overleg met minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus van Infrastructuur en Milieu

Onderwerp:   Verzamel AO Spoor

Kamerstuk:   22 026

Datum:            11 oktober 2012

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Er zijn door verschillende sprekers opmerkingen gemaakt waarbij wij ons kunnen aansluiten. De heer Monasch heeft gezegd dat de ov-chipkaart voor bepaalde doelgroepen, zoals ouderen en verstandelijk gehandicapten, moeilijk te gebruiken is. Ook wij hebben daar in het verleden aandacht voor gevraagd. Dat doe ik bij dezen graag nog een keer. De SP heeft het punt van de dichtligtijden aangedragen. Voor de pilot verbeterd toezicht in het openbaar vervoer is ook al door verschillende woordvoerders aandacht gevraagd. Daar kunnen we ons helemaal bij aansluiten. Bij de HSL-Zuid wil ik wat langer stilstaan. Wij vinden het project wat vreemder verlopen dan we hadden kunnen voorzien. De minister vindt het een belangrijke stap dat de NS en de NMBS na jaren een akkoord hebben bereikt over de dienstregeling. Tegelijkertijd vindt zij het akkoord onacceptabel, omdat de Belgische Spoorwegen samen met NS Hispeed een bankgarantie eist van de Staat en ook niet de afgesproken treindienst Den Haag-Breda-Brussel wil rijden. Wij vragen ons dan ook af hoe belangrijk het akkoord is. Er is ook al door de heer De Rouwe gerefereerd aan de impasse in het overleg met België. Hoe denkt de minister uit deze impasse te komen? Er is op 4 oktober overleg geweest met België. Toen werd duidelijk dat België geen geld heeft gereserveerd voor de realisatie van de afspraken uit 2005 over het twintigste treinstel en dat er ook geen geld is voor het compenseren van de NMBS voor het ingroeimodel. Wij vragen ons af hoe dat mogelijk is. Wellicht is er toch een link met de Hedwigepolder; dat zou zo maar kunnen. Nu wil de minister een scheidsrechter om bindend advies vragen. Wij denken dat dit een goede stap is, maar vragen ons af hoe lang dit allemaal gaat duren. De tweesporenroute die net door het CDA naar voren werd gebracht, spreekt ons erg aan, want door al het geruzie verliest West-Brabant binnenkort zijn directe intercity naar België en moeten reizigers vanaf Roosendaal omreizen via Rotterdam. Waar blijft het alternatief? Als de verbinding naar Brussel zo rendabel is, waarom dan niet een pendel Breda-Antwerpen? Maar dan wel elk uur en niet slechts een paar keer per dag. Dan kan de minister ook werk maken van de intercity Den Haag-Eindhoven via de HSL-Zuid, waarover een paar jaar geleden al een motie van ons door de Kamer is aangenomen. De minister heeft met Duitsland gesproken over minder vervoer van gevaarlijke stoffen door Oost-Nederland, maar dan wel in combinatie met überhaupt minder goederenvervoer langs deze route door het te verschuiven naar de Betuweroute. We weten allemaal dat de Duitsers dat helemaal niet willen. Mijn voorganger, Esmé Wiegman, heeft daarom gevraagd om expliciet de optie te bekijken dat ten minste de gevaarlijkste transporten via de Betuweroute rijden. Heeft de minister hierover al gesproken met Duitsland? Hoe is dat gesprek verlopen? Ik kom bij het goederenvervoer en het personenvervoer over de Veluwelijn. De minister stelt dat goederenvervoerders vrij zijn in de keuze van hun routes. Dat klopt, maar de minister bepaalt met ProRail wel hoeveel treinpaden er per traject beschikbaar zijn. Nu is er nog een grote puzzel met spoorcapaciteit rond Almere door te weinig budget voor het project OV SAAL. De minister wil spoorverdubbeling uitstellen, maar dit kan gevolgen hebben voor de goederentreinen die daar zouden gaan rijden. De simpele vraag van mijn voorganger Esmé Wiegman is eigenlijk nog steeds niet beantwoord: is de routering van het goederenvervoer via de Hanzelijn nog steeds een randvoorwaarde voor het project OV SAAL? Is het de intentie van de minister om een deel van de goederentreinen toch terug te schuiven naar de Veluwelijn, waardoor er daar meer overlast blijft en er ook minder ruimte is voor de extra treinen van Randstadspoor? Deelt de minister de mening dat Randstadspoor gewoon moet stoppen in Putten en dat, als dit niet kan, de Veluwelijn overbelast verklaard moet worden? Dan naar aanleiding van de brief over Bilthoven. Regeren is vooruitzien, weten we allemaal. Maar dat lijkt voor het spoor niet altijd te gelden. Ik noem een paar voorbeelden. De gemeente Overbetuwe bouwt bij Elst een gemeentehuis pal naast het spoor, terwijl ProRail stelt dat op die locatie in de toekomst een vierde spoor nodig is.

De voorzitter: Wilt u afronden?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Ja, voorzitter, ik ga afronden. Er wordt dus voor tientallen miljoenen verbouwd, maar geen rekening gehouden met toekomstige inhaalsporen, omdat er formeel geen wens hiervoor op tafel ligt. Het doortrekken van de Valleilijn naar Utrecht wordt hierdoor vrijwel onmogelijk. Driebergen-Zeist wordt voor meer dan 100 miljoen verbouwd, maar er wordt geen rekening gehouden met de toekomstige snelheidsverhoging. Allemaal voorbeelden waarvan mijn fractie denkt dat hierbij niet geldt dat regeren vooruitzien is. Het is meer kortetermijndenken. Wij vinden dat jammer. Wij zien liever dat er vanuit een visie op de toekomst naar dit soort projecten wordt gekeken.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug