Bijdrage Carla Dik-Faber aan de plenaire behandeling van de begroting EZ (XIII), Landbouw en Natuur

woensdag 06 november 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan de plenaire behandeling van de Begroting Economische Zaken (XIII) (onderdeel Landbouw en Natuur)

Onderwerp:   Begroting Economische Zaken (XIII) (onderdeel Landbouw en Natuur)

Kamerstuk:    33 750 – XIII

Datum:            6 november 2013

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Vandaag vieren de protestanten in Nederland traditiegetrouw Dankdag voor Gewas en Arbeid. Het staat zo mooi in psalm 65: "U kroont het jaar met uw goede gaven. Waar uw voeten gaan, druipt het van overvloed". Het is ook een dag om stil te staan bij de vele boeren en tuinders in ons land, ondernemers die — we zouden het bijna vergeten in alle technische discussies over mestverwerking, dierrechten en stikstofprogramma's — hard werken voor ons voedsel; ondernemers die we willen helpen en stimuleren om de productie van dit voedsel steeds verder te verduurzamen. De schepping brengt veel goeds voor mensen om van te leven, maar de draagkracht van de schepping is beperkt. Dit vraagt om verantwoordelijkheid en om een goede afweging tussen economische belangen enerzijds en waarden op het terrein van natuur, milieu, dierenwelzijn en volksgezondheid anderzijds. Ik constateer dat politieke afwegingen in dit huis vaak worden gemaakt op basis van juridische en technische argumenten, en dat de ethische discussie eigenlijk onvoldoende wordt gevoerd. Zo deed het kabinet dit jaar het voorstel voor het implanteren van een kwal-gen bij kippen om het doden van eendagshaantjes te voorkomen. Dit is een technische oplossing die voorbijgaat aan de soorteigenheid van het dier en het zicht ontneemt op andere oplossingen. De Kamer was duidelijk in haar reactie: dit willen wij niet. Is het niet juist een taak van de overheid om de ethische dimensie van het beleid expliciet te benoemen en te adresseren? Ik vraag de staatssecretaris om hierin een voortrekkersrol te spelen, bijvoorbeeld bij de discussie over de afschaffing van de dierrechten.

Ik kom op het punt van voedselverspilling. Dat onderwerp is voor mij onlosmakelijk verbonden met het woord "gerechtigheid". Het is onbestaanbaar dat we met elkaar voor miljarden euro's per jaar aan voedsel weggooien, terwijl 70.000 gezinnen in ons land bij de voedselbanken aankloppen. Dat aantal groeit. Iedere dag weer verdwijnt goed voedsel in de container terwijl voedselbanken steeds moeilijker aan hun producten kunnen komen. De staatssecretaris legt in haar Actieplan voedselverspilling de bal vooral neer bij de sector. Tegelijkertijd blijkt uit de evaluatie van het Platform Verduurzaming Voedsel dat de overheid een duidelijke meerwaarde heeft als aanjager en als brug naar consumenten. Consumenten zijn relatief de grootste verspillers. Wat gaat de staatssecretaris er concreet aan doen om ervoor te zorgen dat consumenten beter geïnformeerd worden en dat bijvoorbeeld de houdbaarheidsdatum niet wordt misbruikt om producten een vers imago te geven? Wat kan de staatssecretaris melden over de samenwerking tussen de voedselbanken en de Alliantie Verduurzaming Voedsel?

Er zitten in onze wet- en regelgeving verkeerde prikkels die voedselverspilling in de hand werken. Op 13 december zal ik een symposium organiseren om samen met partijen uit de keten na te gaan hoe wij belemmeringen in wet- en regelgeving kunnen aanpakken. Hoe kunnen wij de eisen rond de houdbaarheidsdatum aanpassen? Welke belemmeringen zijn er in de hygiënewetgeving? Hoe kunnen wij supermarkten vrijwaren van aansprakelijkheid als zij voedsel weggeven aan bijvoorbeeld voedselbanken? Hierbij nodig ik de staatssecretaris en mijn collega-woordvoerders van harte uit om aan dit symposium deel te nemen.

Boeren en natuurorganisaties kijken reikhalzend uit naar de plannen van de staatssecretaris voor de invulling van het GLB. De ChristenUnie is er niet helemaal gerust op. Het gevaar van koehandel tussen landbouw en natuur ligt op de loer. Provincies hebben geld nodig voor de verschillende natuur- en wateropgaven en dus lijkt verduurzaming van de landbouw onder te sneeuwen. Ik roep de staatssecretaris dan ook op om hierin stevig de regie te houden. Wat gaat zij doen om te voorkomen dat de decentralisatie van het plattelandsbeleid naar de provincies leidt tot een verschraling van de duurzaamheidssubsidies voor de landbouw? Hoe wil zij het nationale level playing field behouden? Het kan toch niet zo zijn dat boer A straks wel een subsidie voor een duurzame stal kan krijgen, en boer B in een andere provincie niet?

Ik vraag in het bijzonder aandacht voor de jongeboerenregeling. Dit is een belangrijke regeling waarmee wij bedrijfsovernames ondersteunen en gezinsbedrijven toekomst bieden. Het lijkt er echter op dat provincies niet warmlopen voor deze regeling. Is de staatssecretaris in dat geval bereid om de regeling op nationaal niveau te blijven uitvoeren en het geld op de begroting van EZ te houden? Ik heb hiervoor een motie klaarliggen.

Over het nieuwe stelsel voor agrarisch natuurbeheer zullen wij elkaar nog uitgebreid spreken. De ChristenUnie staat open voor veranderingen om het rendement te verbeteren. Ik heb schriftelijke vragen gesteld over de fiscale vrijstelling, waarover veel onduidelijkheid is bij boeren. De staatssecretaris schijnt dit met een simpele notificatie in Brussel te kunnen regelen. Is zij hiertoe bereid?

Verder vraag ik aandacht voor de riettelers in de Weerribben. Voorheen konden zij rechtstreeks beheersubsidies aanvragen, nu moet dit via Staatsbosbeheer. Dit zal als consequentie hebben dat zij btw moeten afdragen, terwijl de subsidie al aan de lage kant is. Dit treft de riettelers hard. Kan de staatssecretaris toezeggen dat de riettelers worden vrijgesteld van btw-afdracht?

Ik kom op natuur- en milieueducatie. De ChristenUnie hecht belang aan voldoende budget voor de coördinerende rol van het IVN bij natuur- en milieueducatie. De staatssecretaris heeft beloofd om te kijken naar de mogelijkheden in het POP, het Plattelandsontwikkelingsprogramma. Nu blijkt uit de begroting dat vanaf 2015 nog maar een derde van het huidige budget beschikbaar is. Ik heb hierover eerder al een motie ingediend en aangehouden. Ik zie financiële mogelijkheden om het budget voor het IVN structureel op 1 miljoen euro te houden. Ik hoor daarop graag een reactie van de staatssecretaris. Ik ben ook heel blij dat de PvdA dit standpunt deelt; dat wil ik expliciet aangeven. Mijn interruptie van zojuist berustte op een misverstand. Ik ben heel blij met de steun van de PvdA op dit punt. Eerder dit jaar heb ik erop gehamerd dat de zoutwinning in de Waddenzee geen negatieve effecten mag hebben op de natuur in dit kwetsbare gebied. Het NIOZ heeft een onderzoek gedaan naar de gevolgen van zoutwinning voor trekvogels. Kent de staatssecretaris het NIOZ-rapport en, zo ja, hoe beoordeelt zij het instemmingsbesluit voor de zoutwinning in het licht van dit rapport?

Het is mooi dat er dit jaar nog extra geld beschikbaar komt voor groen onderwijs. Wij moeten ervoor zorgen dat de agrarische kennis in Nederland op peil blijft als jongeren enthousiast worden gemaakt voor de agrarische sector. Voor dat groene onderwijs is het belangrijk dat er ook structureel geld beschikbaar komt. Kan de staatssecretaris aangeven hoe zij dit voor zich ziet?

Mevrouw Thieme (PvdD):
Mevrouw Dik-Faber vraagt terecht aandacht voor de ethisiche discussie over de ontwikkeling in de veehouderij. Zij had het over de "glow-in-the-dark"-kip, een kip met een kwal-gen. Nu zijn er ook laboratoriumstallen in opkomst, waarin dieren bijna klinisch worden gehouden. Staat de ChristenUnie daar ook kritisch tegenover?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik vind het juist goed om door die ethische bril naar dit soort vraagstukken te kijken. Ik geef de Partij voor de Dieren toe dat er ook absoluut vraagtekens te plaatsen zijn bij bepaalde ontwikkelingen in onze Nederlandse landbouwsector. Die vraagtekens heb ik ook, juist ook omdat ik door die ethische bril deze ontwikkelingen bekijk.

Tegelijk wil ik ook gezegd hebben dat ik bij de Partij voor de Dieren een diskwalificatie bespeur van de volle breedte van onze Nederlandse landbouwsector. Ik zie naast de ontwikkeling die zij schetst dat er ook heel veel goede ontwikkelingen zijn in het licht van duurzaamheid, milieu en dierenwelzijn. Daarover hoor ik de Partij voor de Dieren eigenlijk nooit.

Mevrouw Thieme (PvdD):
Het is toch wel even belangrijk om dit misverstand uit de wereld te helpen. Wij staan zeer voor de boer, maar het systeem is op dit moment zodanig georganiseerd dat er elke week 50 boeren moeten stoppen. Dat betekent dat het systeem is vastgelopen en dat wij dus voor een ander systeem moeten kiezen. De biologische sector is daarin een belangrijke voorloper. Hiervoor zou ik mij heel graag samen met mevrouw Dik-Faber willen inzetten. Wij staan voor de boer van de toekomst, maar dat betekent iets anders dan laboratoriumstallen waar dieren op een klinische wijze worden gehouden en door computers worden bestuurd.

De voorzitter:
Een korte reactie, mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik neem toch afstand van het woord "laboratoriumstallen". Dat vind ik een kwalificatie van een bedrijfsvoering van een agrarische ondernemer die daar zelf op een andere manier naar kijkt en waar ik ook op een andere manier naar kijk. Ik wil wel kijken hoe wij de ontwikkelingen in die richting kunnen afremmen en hoe wij met elkaar kunnen zorgen voor verdere verduurzaming van de landbouw. Maar in een woord als "laboratoriumstallen" kan ik mij niet herkennen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug

Archief > 2013 > november