Inbreng Carla Dik tbv Wijz. Electriciteitswet (volumecorr. nettarieven energie-intensieve industrie)

dinsdag 12 november 2013

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken ten behoeve van een Wijziging van de Elektriciteitswet 1998

Onderwerp:   Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (volumecorrectie nettarieven voor de energie-intensieve industrie)

Kamerstuk:    33 777

Datum:            12 november 2013

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van de Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (volumecorrectie nettarieven voor de energie-intensieve industrie). Genoemde leden hechten aan een goede concurrentiepositie voor de Nederlandse industrie en behoud van werkgelegenheid, zij stellen daarnaast vragen over de verhouding tussen grootverbruikers, zakelijke afnemers en consumenten.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen een nadere analyse van het kostprijsverschil van elektriciteit tussen Nederland en buurlanden. Zoals aangekondigd in de kabinetsbrief van 4 oktober 2013 (32 637, nr 82) wordt voorliggend wetsvoorstel vervroegd ingevoerd en wordt 78 miljoen euro gereserveerd voor compensatie van indirecte ETS-kosten voor de energie-intensieve industrie ten behoeve van een gelijk speelveld. Met voorliggend wetsvoorstel wordt bovendien aangesloten bij de Duitse regeling. Tegelijkertijd is de daling van de elektriciteitsprijs van elektriciteit in Duitsland vooral toe te schrijven aan daling van de kostprijs in vergelijking met Nederland. In hoeverre is voorliggend wetsvoorstel een oplossing voor het wegnemen van ongelijke concurrentie en het creëren van een gelijk speelveld?

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen welke gevolgen de korting voor energie-intensieve industrie optreden voor zakelijke afnemers en consumenten. Genoemde leden wijzen hierbij ook op het al bestaande degressieve karakter van zowel de energiebelasting en de SDE+-opslag op de energierekening. Kan de regering de gevolgen van het wetsvoorstel nader toelichten, uitgesplitst naar zakelijke afnemers en consumenten? Wat zijn de financiële gevolgen op jaarbasis voor de verschillende afnemers?

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of de bijdrage van energie-intensieve industrie aan de netstabiliteit meer relevantie heeft dan de bijdrage van (groepen) afnemers. Er zijn immers meer aansluitingen die een positief effect hebben op de netstabiliteit. Genoemde leden noemen energiecoöperaties als voorbeeld, omdat coöperaties van ‘prosumenten’ vraag en aanbod van elektriciteit samenbrengen. Kan het voordeel voor grootverbruikers via de nettarieven om deze reden als uniek voordeel worden gezien, in vergelijking met energiecoöperaties en de opkomst van ‘smart grids’? Op dit moment zijn grootverbruikers vrijgesteld van het transporttarief voor enkel invoedende aansluitingen. Waarom zou dit gezien de genoemde objectieve criteria, anders zijn voor energiecoöperaties?

De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen dat het wetsvoorstel mogelijk met terugwerkende kracht wordt ingevoerd (bij publicatie na 31 december 2013). Welke gevolgen heeft invoering met terugwerkende kracht voor de verschillende afnemers?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2013 > november