Bijdrage Carla Dik-Faber aan het wetgevingsoverleg Water

maandag 18 november 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu aan een wetgevingsoverleg met minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus van Infrastructuur en Milieu  

Onderwerp:   Water

Kamerstuk:    33 750 - J

Datum:            18 november 2013

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. "Nederland leeft met water." Deze bekende campagneleus is inmiddels al tien jaar oud en is verrassend goed gekozen. Water is van levensbelang. Als we de kraan opendraaien, hebben we schoon drinkwater. Dat is niet vanzelfsprekend.

Water kan ook onze levens bedreigen, bijvoorbeeld bij een dijkdoorbraak. We wonen veilig achter de dijken en zijn vergeten dat dit niet vanzelfsprekend is.

Hoe actueel de campagneleus is, blijkt wel bij de discussie over het boren naar schaliegas. De risico's voor het drinkwater zijn niet groot, maar als het misgaat, is de schade onherstelbaar. Waarom zouden we deze risico's nemen als we het gas helemaal niet nodig hebben voor onze energievoorziening? Ik roep de minister op, in het kabinet met verve ons drinkwater te beschermen. Drinkwater is van levensbelang. Gaat de minister bij haar collega's bepleiten dat grondwater de hoogste prioriteit krijgt in de structuurvisie voor de ondergrond?

Een andere bedreiging voor het milieu, voor ons drinkwater, is de toename van medicijnresten. Heeft het gesprek met drinkwaterbedrijven en waterschappen inmiddels plaatsgevonden? Is de minister op de hoogte van initiatieven van ziekenhuizen om afvalwater apart te zuiveren? Ziet zij mogelijkheden om deze innovaties te stimuleren? Gaat de minister bij haar collega van VWS aandringen op de ontwikkeling van biologisch afbreekbare medicijnen? Een aanpak bij de bron is immers vele malen efficiënter dan de zogenaamde "end of pipe"-aanpak. Begin volgend jaar zal ik samen met D66 hierover een rondetafelgesprek organiseren.

Het is goed dat er 100 miljoen beschikbaar is voor waterkwaliteit voor de periode 2016-2018. Hiermee is een gat in de begroting kleiner gemaakt. De nieuwe stroomgebiedbeheerplannen lopen echter door tot 2021. Kan de minister aangeven of er budget beschikbaar komt voor waterkwaliteit voor de jaren 2018 tot 2021, zonder dat dit ten koste gaat van de huidige investeringsruimte in het Deltafonds voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening?

Waterveiligheid is niet vanzelfsprekend. Met het Deltaprogramma willen we ons land beveiligen tegen zeespiegelstijging en hoge rivierwaterstanden en willen we oplossingen vinden voor verzilting en verdroging. Het is dit jaar een beetje stilte voor de storm, figuurlijk gesproken. In 2014 worden de belangrijke Deltabeslissingen genomen over onder meer de nieuwe veiligheidsnormen.

Ik heb vertrouwen in de totstandkoming en de inhoud van de nieuwe normen, maar over de uitlegbaarheid maak ik me nog wel zorgen. De uitwerking wordt al snel heel erg technisch, ook voor ons Kamerleden van wie wordt verwacht er een oordeel over te vormen. Hoe gaat de minister zorgen voor een verhaal dat uit te leggen is?

De nieuwe veiligheidsbenadering zal er hopelijk ook voor zorgen dat de huidige verkokerde benadering van veiligheid op de helling gaat. In het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma moeten zowel verbetering van dijken als rivierverruiming een plaats krijgen. De minister is bereid om voor dijkversterking beschikbare budgetten ook in te zetten voor rivierverruiming. Sommige waterschappen zullen in de praktijk dan toch uit hun vanzelfsprekende dijkversterkingsmodus moeten komen. Hoe kijkt de minister hiertegen aan? Rivierverruiming levert meer baten op dan alleen dijkversterking, bijvoorbeeld voor natuur en recreatie, maar kost vaak ook meer. Hoe ziet de minister de verantwoordelijkheid van andere partijen dan de waterschappen om bij te dragen aan een duurdere waterveiligheidsoplossing? Verwacht zij bijvoorbeeld een bijdrage van de provincies? Ziet zij ruimte, zelf ook wat extra's te doen voor rivierverruiming vanuit het Deltafonds? Immers, dijkverhoging is vaak het meest doelmatig, maar rivierverruiming het meest robuust. Het Deltaprogramma is er juist om meer naar de langere termijn te kijken.

In dit kader stel ik maar gelijk de vraag of het geld dat mogelijk overblijft in het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma een-op-een ten goede komt aan het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma. Van de waterschappen begrijp ik dat dit op dit moment nog niet volkomen duidelijk is en dat er snel -- in ieder geval voor 1 januari 2014 -- duidelijkheid over gewenst is.

Ik maak mij zorgen over de juridische verankering van de nieuwe normen. In de loop van de jaren gaat het om miljardeninvesteringen. Deze normen horen wat mijn fractie betreft hun wettelijke status te behouden in de nieuwe Omgevingswet en niet te worden weggestopt in een Algemene Maatregel van Bestuur.

De inrichting van rivieren is ook van belang voor de binnenvaart. Is de minister bereid, een MIRT-verkenning te starten naar de enkelsporige spoorburg bij Ravenstein? Deze is nu zowel een knelpunt voor het spoor als voor de binnenvaart, omdat de brug te laag is. Ook is het een knelpunt voor de waterveiligheid, omdat de Maas door de spoordijk hier bij hoog water in een trechter komt. Met geld uit het Infrafonds kan hier dus een waterveiligheidsknelpunt opgelost worden.

De minister heeft afgesproken dat  Zeeland een financieringsvoorstel maakt voor zandsuppletie bij de Roggebotplaat ter bestrijding van de zandhonger in de Oosterschelde. Wat is de stand van zaken?

In Centraal Holland is snel duidelijkheid nodig. Dan heb ik het over Oudewater. Nu al is duidelijk dat eigenlijk niemand de huidige zeekeringen in dit gebied wil versterken tot de huidige normhoogte, want dat zou een dijkverhoging van 3 meter betekenen. Welke mogelijkheden ziet de minister om hier snel duidelijkheid te geven? Welke mogelijkheden heeft het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden nu reeds om mee te gaan in de wens van de gemeente Oudewater? Moet een waterschap echt wachten op de nieuwe wetgeving of heeft het de ruimte om nu al te anticiperen op de nieuwe situatie? Ik hoop dat de minister hierin iets kan betekenen, zodat de gemeente Oudewater verder kan met de door haar gewenste ontwikkelingen.

Mijn laatste punt uit de regio is het sluizencomplex Kornwerderzand. De regio heeft daar een kosten-batenanalyse voor gemaakt. Onderschrijft de minister het belang van het verdiepen en verbreden van deze sluizen? Wil de minister dit inpassen in de Delta-aanpak van de Afsluitdijk en is zij ook bereid om te onderzoeken of medefinanciering vanuit het Rijk mogelijk is?

Onderschrijft de minister de noodzaak om bij waterprojecten zuinig om te gaan met landbouwgronden, bijvoorbeeld door meervoudig ruimtegebruik en door daar waar landbouwgronden verloren gaan het productiepotentieel te herstellen, bijvoorbeeld via een kwaliteitsimpuls elders in dit gebied? Is de minister bereid, de door de landbouwsector in het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer aangereikte ideeën om landbouwgrond te sparen verder te onderzoeken?

Ik begon met "Nederland leeft met water". Het is een heel oude campagneleuze. Tien jaar geleden is die campagne gestart. De leuze is niet alleen goed gekozen, maar ook heel actueel: droge voeten, voldoende zoet en goed water en schoon drinkwater zijn niet vanzelfsprekend.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2013 > november