Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Decentralisatie Jeugdzorg

woensdag 29 april 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind op het onderdeel Jeugdzorg van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan een algemeen overleg met staatssecretaris van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie

Onderwerp:   Decentralisatie Jeugdzorg

Kamerstuk:    31 839

Datum:           29 april 2015

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. De jeugdhulp krijgt van jongeren en ouders als cijfer een 7,4. Dat is een mooie opsteker voor de staatssecretaris, maar daarmee zijn we er nog niet. We zijn nog maar net begonnen. We hebben het rapport van de Kinderombudsman ontvangen. Daarin laat hij weten dat heel wat ouders de toegang tot hulp op gemeentelijke niveau nog niet weten te vinden en dat de eerste signalen van wachtlijsten er zijn. Herkent de staatssecretaris die signalen? Wat kan hij eraan doen? We hebben de jeugdhulp natuurlijk gedecentraliseerd, maar het zou goed zijn als we deze signalen serieus nemen.

De ChristenUnie is voorstander van het benutten van de eigen kracht van gezinnen. De Kinderombudsman stelt terecht dat dit geen mantra mag worden. Hij signaleert dat er in de praktijk geen consensus bestaat over de manier waarop de bestaande richtlijn moet worden toegepast. Ziet de staatssecretaris mogelijkheden om die verder te verduidelijken? De wijkteams hebben een belangrijke functie in de signalering en de toegang tot de zorg. Er wordt echter gesignaleerd dat de wijkteams expertise missen. Wanneer staan de wijkteams overal stevig op poten en kunnen de huisartsen in alle vertrouwen naar de wijkteams verwijzen? De Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ), de landelijke koepels en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) signaleren dat er sprake is van onderdiagnostiek door de toegangsteams. Ik ben benieuwd hoe de staatssecretaris op dit signaal reageert in de richting van de teams.

Mijn collega heeft het al genoemd. We hebben eerder gesproken over de mogelijke korting van 125 miljoen op jeugdzorg en 145 miljoen op de Wmo. Hierover is veel onrust ontstaan bij de gemeenten. Als ik werkbezoeken aan de gemeenten afleg, krijg ik dit als eerste te horen. We hadden afgesproken dat de focus dit jaar vooral zou liggen op de toegang en de continuïteit. Nu is er toch gedoe over de budgetten. Hoe kan dit anders? Dit jaar zouden we immers niet schuiven met budgetten. Continuïteit is juist in de zorg heel belangrijk. Toen ik op werkbezoek in Lelystad was, heb ik begrepen dat de gemeente een korting van 22% op het jeugdzorgbudget krijgt. Voor Gouda betreft het 30%. Eén overgangsjaar is mogelijk, maar een gemeente mag niet met zo'n klap achteruitgaan. In sommige gemeenten betreft het 6 of 7 miljoen. Moeten we niet een soort bandbreedte van 10% afspreken? Gemeenten kunnen er dan maximaal 10% bij krijgen of worden maximaal 10% gekort in het nieuwe verdeelmodel. Of zoals de collega van D66 het zei: moeten we niet een nog zachtere landing organiseren dan één overgangsjaar, waarin de ene helft van het budget gebaseerd wordt op historische gronden en de andere helft op het nieuwe verdeelmodel? Moeten we het niet spreiden over twee of drie jaar?

Vorige keer hebben we uitvoerig gesproken over de ouderbijdrage in de jeugd-ggz. De staatssecretaris heeft toen een onderzoek toegezegd. Hoe is het met dat onderzoek gesteld? Hoeveel gemeenten hebben inmiddels besloten om geen eigen bijdrage voor de jeugd-ggz te innen? De gemeenten zijn niet altijd scheutig met het toekennen van persoonsgebonden budgetten (pgb's), het onderwerp van het debat waaruit de staatssecretaris net komt. Het betreft nu echter de jeugdzorg. De gemeenten gaan uit van het zorgaanbod dat ze hebben ingekocht en de mensen moeten bewijzen dat zorg in natura niet passend is. Op die manier is het pgb geen gelijkwaardig alternatief. Vindt de staatssecretaris dit ook? Spreekt hij gemeenten aan op het nemen van hun verantwoordelijkheid met betrekking tot de pgb's? Herkent hij het signaal van Ieder(in) dat niet in alle gemeenten onafhankelijke cliëntenondersteuning en actieve medezeggenschapsraden geregeld zijn? Wat gaat hij daaraan eventueel doen?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2015 > april