Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

woensdag 22 juni 2016

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind aan een algemeen overleg met minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Onderwerp:   Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Kamerstuk:    26 485          

Datum:           22 juni 2016

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ik dank de Minister voor alle stukken en voor het overzicht en de stand van zaken van de convenanten. Dat is toch het hart van datgene waar de Minister de afgelopen twee jaar mee bezig is geweest. In een aantal sectoren loopt het goed, onder andere in de textielsector. Ik denk dat de Minister er extra aan getrokken heeft om die sector vlot te trekken. Wij hopen daar binnenkort voldoende bedrijven voor te hebben. Naar ik meen, gaat dat moment begin juli aanbreken. Dan staat in ieder geval één convenant goed in de steigers.

Kijk je het hele rijtje af, dan blijkt echter dat dit in zeven van de twaalf sectoren niet van de grond komt. In vier van de twaalf sectoren zijn gesprekken gaande. Mijn fractie en ik maken zich nog steeds heel grote zorgen over het uiteindelijke resultaat voor die twaalf, dertien convenanten. De Minister zegt zelf dat wij 1 juli niet gaan halen, maar in het voorjaar van 2017 zouden wij toch een hele slag moeten gaan maken. Ik zie de inzet van de Minister, maar tegelijkertijd zie ik de haperingen. Sommige convenanten zijn ingewikkelder dan andere. Dat zegt de Minister ook. De totstandkoming daarvan duurt langer. Tegelijkertijd zien wij kritische rapporten, bijvoorbeeld van de Universiteit Utrecht. De Minister heeft daar ook op gereageerd. Daarbij wordt ingegaan op de vraag hoe je nu echt een gelijk speelveld kunt bereiken. In deze rapporten wordt de suggestie gedaan om toch te kijken naar de wettelijke verplichting. In bijlage 2 heeft de Minister een overzicht gegeven van de wettelijke regelingen die er in Europa zijn of worden voorbereid. Frankrijk en Zwitserland zijn nog bezig. Het Verenigd Koninkrijk heeft de Modern Slavery Act 2015 van de grond gekregen. Ik heb het overzicht inderdaad gezien. Amerika heeft iets soortgelijks. Wat vindt de Minister nu van die wettelijke regeling? Ik begrijp dat de Minister alles inzet om die convenanten voor elkaar te krijgen. Daar geef ik haar ook hulde voor, maar tegelijkertijd zijn er ontwikkelingen in Europa gaande. Misschien kunnen wij de convenanten daar prima voor gebruiken, maar is dit ook wettelijk regelen, een volgende stap. Bedrijven dringen daar in ieder geval bij mij op aan. Een paar goede bedrijven, DSM, maar ook Mars, willen dat heel graag en zien daarvan de voordelen voor hun bedrijf. Dat zijn ook de woorden van de heer Vos. Het is niet alleen maar dat je daardoor in de nesten komt; het heeft voor die bedrijven ook duidelijke voordelen. Tegelijkertijd zie je echter freeridersgedrag van anderen. Is de ambitie dat straks 30% een convenant sluit niet te gering? Moeten wij deze ambitie niet optrekken naar 50%?

De mensenrechtenschendingen zijn in veel deelsectoren van de voedingsmiddelensector groot. Ik denk aan de risicosectoren koffie, thee, cacao en tropisch fruit, die nog op een grote achterstand staan. Over de kleding- en textielsector hebben wij het net gehad. De schoenensector loopt achter. Wordt die sector ook aangespoord om een convenant te sluiten? Er is een gemengd beeld over de financiële sector. Banken zijn al ver, maar milieu en klimaat zijn geen onderdeel van dat convenant. Moet niet ook daarbij aan de duurzaamheid worden gedacht? De subsector pensioenen heeft ook nog geen initiatief genomen.

Over de toezichthouder hebben wij vaak gesproken. Hoe zit het nu met het Nationaal Contactpunt (NCP)? Ik heb begrepen dat de mogelijkheden iets worden verruimd. De Minister stuurt erg aan op de betrokkenheid van de SER (Sociaal-Economische Raad) bij de uitvoering en ondersteuning, maar noemt de SER tegelijkertijd als mogelijke toezichthouder en monitor. Als je én ondersteuning verleent bij de totstandkoming van de convenanten én toezichthouder bent, hoe verhouden die zaken zich dan tot elkaar? Is dat wel verstandig? Ik heb weleens eerder in een debat geopperd dat dit misschien een rol is voor het College voor de Rechten van de Mens. De Minister heeft toen toegezegd daarnaar te kijken, maar ik zie nog even niets. Ik hoor hierop graag een reactie van de Minister. Ik heb nog een paar korte punten.

De Kamer heeft de motie-Schouten/Voordewind (26 485, nr. 118) aangenomen waarin de regering wordt verzocht ervoor te zorgen dat een leefbaar loon expliciet in de doelstellingen van het IDH (Initiatief Duurzame Handel) wordt opgenomen. Wat is daar uiteindelijk van terechtgekomen? De subsidie voor Stop Kinderarbeid loopt af. Is de Minister bereid om opnieuw naar de alliantie Stop Kinderarbeid te kijken, opdat bijvoorbeeld de belangrijke Child Labour Free Zones verder doorgezet kunnen worden? Is de Minister bereid om daar verdere financiering voor te organiseren?

Ik ga in op duurzaam inkopen. De Minister heeft eerder de toolkit Kinderarbeidvrij inkopen door overheidsinstanties in ontvangst genomen. Hoe staat het daarmee? Wordt dit nu rijksbreed toegepast? Ik heb eerder vragen gesteld over het btw-tarief. De Minister heeft gezegd dat zij daarnaar gaat kijken. Zij heeft dat in Europa ingebracht. Naar ik meen, is hierover in maart of april een debat gevoerd. Het gaat hierbij om het differentiëren in het btw-tarief voor duurzame, eerlijke producten. Wat zijn daarvan de uitkomsten? Is het mogelijk om voor deze producten een lager tarief te hanteren?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

« Terug

Archief > 2016 > juni