Schriftelijke vragen Carla Dik-Faber over het aanbieden van de NIPT in België

donderdag 11 december 2014

Schriftelijke vragen van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderwerp:   Het aanbieden van de NIPT in België

Kamerstuk:    2014Z22839

Datum:           11 december 2014

Vraag 1

Kent u het bericht «Naar België, voor de zekerheid»? 1 )

Vraag 2

Bent u ook geschrokken van het aantal vrouwen (5.000) dat de afgelopen twee jaar in België de Niet-Invasieve Prenatale Test (NIP-test) heeft laat uitvoeren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Kunt u aangeven hoe vaak artsen zwangere vrouwen, die buiten de doelgroep vallen, actief naar België doorverwijzen, of het bloed van zwangere vrouwen doorsturen, voor een NIP-test? Deelt u de mening dat dit onwenselijk is en in strijd met het Nederlandse beleid? Zo ja, wat gaat u ondernemen om artsen hierop aan te spreken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Op welke wijze duidt u de uitspraak van de heer Willems, directeur van Grendia, «tegen die tijd (15 weken) voelt een vrouw haar kind soms al bewegen en dat maakt het afscheid moeilijker» op de situatie, dat de NIP-test in België vooral wordt uitgevoerd met het oog op afbreken van de zwangerschap?

Vraag 5

Bent u van mening dat de begeleiding van vrouwen rondom het uitvoeren van de NIP-test voldoende is? Kunt u aangeven hoeveel van de positieve NIP-testen in België eindigt met het vroegtijdig afbreken van de zwangerschap?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het schandalig is dat de heer Willems, directeur van Grendia, stelt dat de samenleving uiteindelijk goedkoper uit is als de NIP-test gratis wordt aangeboden omdat een kind met het Down-syndroom 1 tot 2   miljoen euro kost? Deelt u de mening dat je niet op deze manier naar mensen met het Down-syndroom kunt kijken?

1) Volkskrant, 6 december 2014

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2014 > december