Bijdrage Joël Voordewind aan het voortgezet algemeen overleg Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) (AO d.d. 25/02)

donderdag 09 april 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan een voortgezet algemeen overleg met minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Onderwerp:   VAO Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) (AO d.d. 25/02)

Kamerstuk:    26 485

Datum:           9 april 2015

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. De heer Van Dijk heeft net een motie ingediend om ervoor te zorgen dat de minister aanvullende maatregelen neemt, mochten de dertien risicosectoren niet daadwerkelijk vruchten voortbrengen, maar wij wachten dat natuurlijk vol goede moed af.

Ik dien zelf twee moties in. De eerste motie gaat over de plicht tot rapportage.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in dertien Nederlandse bedrijfssectoren aanzienlijke risico's bestaan op misstanden in de keten op het gebied van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (imvo);

overwegende dat naleving van de OESO-richtlijnen van bedrijven vereist dat zij de risico's in de keten opsporen, voorkomen, repareren en rapporteren;

overwegende dat een wettelijke plicht tot rapportage over de maatschappelijke aspecten gaat gelden voor een beperkte groep bedrijven op basis van de Europese richtlijn voor niet-financiële informatie;

verzoekt de regering om deze rapportageplicht uit te breiden naar grote bedrijven in de dertien geselecteerde sectoren, waarbij bedrijven met minder dan 250 werknemers of 40 miljoen euro omzet worden uitgezonderd van de verplichting, maar wel worden gestimuleerd om te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 205 (26485).

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Mijn tweede en laatste motie gaat over de cacaoketen, een onderwerp waar ik eerder Kamervragen over heb gesteld.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Nederlandse overheid zich inspant voor verduurzaming van de cacaoketen, onder meer door steun aan het Initiatief Duurzame Handel;

overwegende dat de gesteunde initiatieven grotendeels gebaseerd zijn op de productiviteitsverhoging en de certificering, maar dat extreme armoede bij cacaoboeren nog steeds realiteit is;

overwegende dat de cacaoketen een toenemende machtsconcentratie kent en dat de cacaoprijs onvoldoende is om uit extreme armoede te ontsnappen;

verzoekt de regering, een onderzoek naar machtsconcentratie in de cacaoketen uit te voeren en een "leefbaar inkomen"-calculatie te verplichten bij duurzaamheidsprojecten in de cacaosector die (mede)gefinancierd worden door de Nederlandse overheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 206 (26485).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2015 > april