Bijdrage Gert-Jan Segers plenair debat over uitkomsten van de Europese Top van 7 en 8 februari 2013

woensdag 27 februari 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers aan het plenaire debat met minister-president Rutte en minister Timmermans van Buitenlandse Zaken over de uitkomsten van de Europese Top van 7 en 8 februari 2013

Onderwerp:   Debat over de uitkomsten van de Europese Top van 7 en 8 februari 2013

Kamerstuk:    21 501 – 20

Datum:            27 februari 2013

De heer Segers (ChristenUnie):

Mevrouw de voorzitter. Wij praten over dit akkoord onder andere in de context van een Italiaanse verkiezingsuitslag die op een pijnlijke manier laat zien wat voor spanning er kan ontstaan tussen moeizaam bereikte Europese akkoorden en het democratisch draagvlak in Europa.

Maar goed, wij praten nu over zo'n compromis. We hebben even moeten aandringen, maar uiteindelijk kwamen vanochtend dan toch echt de cijfers van het ministerie van Buitenlandse Zaken over de Nederlandse ontvangst en afdracht op basis van het Raadsakkoord over de Europese meerjarenbegroting. Dank daarvoor. De minister zegt er echter bij dat we er niet te veel waarde aan moeten hechten, omdat er nog van alles kan veranderen. Welke waarde moeten wij dan hechten aan dit akkoord, vraag ik aan de minister-president. Hoe kan het dat de minister van Buitenlandse Zaken aan de ene kant in het verslag van de Raad aangeeft dat Nederland erop vooruitgaat, maar aan de andere kant niet concreet kan aangeven hoeveel Nederland de komende zeven jaar dan ontvangt en afdraagt?

Laat ik vooropstellen dat de fractie van de ChristenUnie tevreden is met een aantal aspecten van het akkoord, zoals de daling van het plafond van de Europese begroting en het behoud van de Nederlandse korting. Kan de minister-president in dit verband aangeven hoe de optelsom van alle kortingen en vergoedingen die Nederland heeft bedongen voor de komende periode, zich verhoudt tot de optelsom in de huidige periode?

Ik wil echter ook kanttekeningen plaatsen bij het akkoord. Allereerst heeft de eenzijdige inzet op de afdrachtkorting ertoe geleid dat het Nederlandse landbouwbudget, zowel de directe betalingen aan boeren als het plattelandsbudget, met een vijfde omlaaggaat. Dat zijn forse bedragen, zeker als de kortingen bij concurrenten als Duitsland, Frankrijk en Italië lager liggen. Sterker nog: sommige van deze landen hebben cadeautjes gekregen in de vorm van een plus op het plattelandsbudget. Wat betekent dit voor de Nederlandse inzet in de onderhandelingen over het gemeenschappelijk landbouwbeleid, vraag ik de minister-president. Het lijkt me nu namelijk niet verantwoord om 15% van de eerste pijler te verschuiven naar de tweede pijler, aangezien de Nederlandse boeren nu nog sterker worden getroffen dan al werd aangenomen.

Een tweede kanttekening betreft de administratieve uitgaven van de Europese Unie. Enkele van mijn voorgangers hebben hier al eerder over gesproken. Hier is sprake van een stijging van 9% ten opzichte van de huidige periode. Hoe is dit mogelijk als tegelijkertijd afspraken zijn gemaakt over een vermindering van het aantal ambtenaren met 5%? Gaat het dan om pensioenuitkeringen aan Europese ambtenaren? Zijn die dan met 14% gestegen? In de context van bezuinigingen en crisis is dit een heel moeilijk te aanvaarden uitkomst in het akkoord.

De bal ligt nu bij het Europees Parlement. Zoals de minister van Buitenlandse Zaken al zei, kan er nog van alles veranderen. Ik hoop echt dat er snel een akkoord komt en dat het goede uit dit akkoord behouden wordt.

Tot slot heb ik nog een paar vragen over andere punten die op de agenda stonden. Ten eerste een vraag over de handelsakkoorden. Het moge duidelijk zijn dat vrijhandelsakkoorden van groot belang zijn voor de Nederlandse export. De groei van de export is momenteel het enige lichtpuntje in de economische ontwikkeling van Nederland. Ik hoor dan ook graag van de minister-president welke concrete afspraken hierover zijn gemaakt. Is daar ook een helder tijdpad aan verbonden? Kan de minister-president toezeggen dat de minister voor Buitenlandse Handel hier absolute prioriteit aan geeft en dat Nederland op dit dossier een voortrekkersrol zal vervullen binnen Europa?

Dank voor de inzet met betrekking tot Egypte. Ik neem aan dat vanaf nu inderdaad het uitgangspunt is en blijft dat alleen goed gedrag wordt beloond. More for more and less for less.

Mijn allerlaatste vraag gaat over Mali. Ik lees dat er bereidheid is om bij te dragen aan een Europese trainingsmissie. Ik hoor graag meer over de stand van zaken op dit punt.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug