Bijdrage Gert-Jan Segers aan het plenair debat over het bericht dat mogelijk 111 TBS-ers vrij komen

woensdag 04 september 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie aan een plenair debat met staatssecretaris Teeven  

Onderwerp:   Debat over de brief van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het rapport van de Taskforce TBS en het bericht dat “mogelijk 111 TBS-ers vrij komen”

Kamerstuk:    29 452

Datum:            4 september 2013

De heer Segers (ChristenUnie):
Voorzitter. De staatssecretaris heeft gelijk dat het in het geval van die 111 niet om kruimeldieven gaat. Het is een serieuze zaak. Hoeveel van de 59 tbs'ers die langer dan vier jaar zitten, hebben inmiddels een verzoek gedaan tot invrijheidstelling? Kan de staatssecretaris vertellen hoeveel tbs'ers door deze ontwikkeling daadwerkelijk te vroeg op straat zijn gekomen?

De ongewenste vervroegde invrijheidstelling brengt meerdere problemen met zich mee. Allereerst zijn er slachtoffers die het risico lopen dat ze vervroegd oog in oog staan met de dader. Hoeveel slachtoffers heeft de staatssecretaris inmiddels moeten informeren over deze ontwikkeling?

Ik sluit aan bij wat collega Oskam zei over het gebruikmaken van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen. De staatssecretaris wil voorkomen dat mensen vervroegd terugkeren in de samenleving. De grondslag voor deze wet is echter anders. Brengt een beroep op deze wet geen risico's met zich mee?

Wij hebben het over 111 tbs'ers. Heeft de staatssecretaris in beeld hoeveel van hen daadwerkelijk naar buiten zijn gegaan? Is de omvang van het probleem werkelijk beperkt tot die 111? De brief verschaft hierover geen helderheid. Het lijkt mij stug dat de staatssecretaris hierover onwetend wil blijven. Een en ander is nu gebaseerd op een interpretatie van het Arnhemse hof. De staatssecretaris schrijft dat het vrijkomen van tbs'ers het gevolg is van de jurisprudentie van het Europees Hof. Nu wordt mijn fractie weleens eurosceptisch genoemd — dat verwijt krijgen wij wel eens — maar ik denk dat hier echt te snel met de vinger naar Europa wordt gewezen. Ik zei het net al in het interruptiedebatje met collega Van der Steur. De oorzaak ligt in het ontbreken van de motivatie van de rechter dat de tbs-maatregel wordt opgelegd voor een geweldsdelict. Dat vraagt onze eigen wet. Dit probleem werd in 2011 al door de Taskforce TBS genoemd: "Bij het onderzoek is de taskforce gebleken dat over het algemeen wel wordt voldaan aan de motiveringsverplichting, maar dat die bijzondere motivering soms ook achterwege blijft." Wat is er destijds met die constatering gebeurd? Zijn er maatregelen getroffen en hoe lang was dit al bekend op het ministerie? Wat maakt dat de staatssecretaris nu wel denkt dat er in alle gevallen adequaat wordt gemotiveerd?

Wie de cassatie van de Hoge Raad heeft gelezen — ik citeerde dit net al — zal hebben gezien dat de advocaat-generaal een relatief eenvoudige wetswijziging suggereert om deze problemen in het vervolg te voorkomen. Pakt de staatssecretaris deze handschoen op? Is hij bereid deze maas in de wet te dichten?

Het is zeer ernstig dat tbs'ers vrijkomen omdat de zaken niet op orde waren. Het is ernstig omdat de kans op ongelukken bij terugkeer groot is. Het is ernstig omdat tbs'ers zelf de behandeling soms niet hebben afgerond. Het is ernstig omdat slachtoffers ontijdig oog in oog kunnen komen te staan met de dader. Het is ook ernstig omdat dit soort berichten het vertrouwen in de rechtsstaat ondermijnt. Ik hoor graag van de staatssecretaris hoe lang het probleem al bekend was, wat nu de omvang is en hoe snel hij met een reactie komt op suggesties uit het veld, zoals die van de advocaat-generaal, om dit in het vervolg te voorkomen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug

Archief > 2013 > september