Inbreng schriftelijk overleg Gert-Jan Segers ten behoeve van de Wet open overheid

donderdag 30 januari 2014

Inbreng schriftelijk overleg van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken inzake de Wet open overheid

Onderwerp:   Voorstel van wet van de leden Voortman en Schouw houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (Wet open overheid)

Kamerstuk:    33 328

Datum:            30 januari 2014

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel van de leden Voortman en Schouw houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (Nieuwe Wet openbaarheid van bestuur). Deze leden hebben waardering voor de inspanningen van de indieners om de wet openbaarheid van bestuur aan te passen aan de eisen van deze tijd. Dit wetsvoorstel roept bij de leden ook enkele vragen op, onder andere over de reikwijdte en de instelling van de informatiecommissaris.

De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat dit wetsvoorstel een uitbreiding tot de semipublieke sector bevat. Zij vragen de indieners nader in te gaan op de tegenwerping dat er een principieel onderscheid bestaat tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke organisaties, dat gevolgen heeft voor de openbaarheidsverplichtingen. Deze leden wijzen er op dat indien civiele geschillen indirect bij de bestuursrechter worden ondergebracht, dit spanning zou kunnen opleveren met art. 112 Gw. Bovendien vragen deze leden of duidelijk is hoeveel informatie bij private instellingen onder een of meer van de uitzonderingsgronden vallen. Mede in het licht van het antwoord op voorgaande vraag, wijzen ze op de hoeveelheid werk die dit inhoudt voor sectoren waarin we de bureaucratie juist willen verminderen. Zij vragen naar de weging van  de proportionaliteit van deze regelgeving voor de verschillende onderdelen van de semipublieke sector.

De leden van de fractie van de ChristenUnie waarderen de poging van de indieners om de kennis bij burgers hoe men informatie kan krijgen te verbeteren en in zijn algemeenheid om het wob-klimaat te verbeteren. Deze leden zien daarom zeker perspectief in de functie van de informatiecommissaris. Zij vragen waarom niet gekozen is voor de betiteling ombudsman. Zij vragen tevens naar de afbakening van het werkveld van de informatiecommissaris ten opzichte van aanpalende of overlappende instanties en denken daarbij bijvoorbeeld naar het College Bescherming Persoonsgegevens.

Artikelgewijs

Art. 5.1 lid 1 sub e

De leden van de fractie van de ChristenUnie kunnen zich voorstellen dat de betrokken persoon bijvoorbeeld instemt met openbaarmaking vanwege de druk van publieke opinie of omdat men niet kan overzien dat openbaarmaking schade toebrengt aan de eigen positie. Zij vragen of dit is overwogen bij het opstellen van deze uitzonderingsbepaling en op welke wijze de indieners ook deze personen bescherming denken te bieden.

Art. 5.2 lid 3

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen om een nadere uitleg bij deze uitzonderingsgrond.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug