Bijdrage Carola Schouten aan plenair debat over Wijziging Algemene Ouderdomswet ivm partnertoeslag

woensdag 18 september 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan een plenair debat met staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid   

Onderwerp:   Wijziging van de Algemene Ouderdomswet teneinde het recht op partnertoeslag van de gehuwde pensioengerechtigde van wie de echtgenoot jonger is dan de pensioengerechtigde leeftijd afhankelijk te maken van het gezamenlijk inkomen van die pensioengerechtigde en diens echtgenoot

Kamerstuk:    33 687

Datum:            18 september 2013

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. De AOW-partnertoeslag is een onderwerp met een vluchtige geschiedenis. De huidige partnertoeslag werd halverwege de jaren tachtig ingevoerd. Als de jongere partner van een gepensioneerde niet of weinig werkte, werd de AOW aangevuld met de toeslag. Het duurde echter niet lang voordat er discussie kwam over de toekomst van de partnertoeslag. Tien jaar later werd alweer besloten om de partnertoeslag per 2015 af te schaffen. Vlak voor de geplande afschaffing zitten we middenin een diepe crisis. In de zoektocht naar bezuinigingen heeft het kabinet zijn oog laten vallen op diezelfde partnertoeslag. Eerst zouden de mensen die voor 2015 al een toeslag kregen deze wel houden. Het kabinet wil dit nu veranderen. Ook voor de bestaande groep met een hoger inkomen wordt de partnertoeslag afgebouwd. Onverwacht raken deze mensen nu dus alsnog hun toeslag kwijt. Wij moeten hiermee zorgvuldig omgaan.

Het is duidelijk dat dit voor de getroffen mensen om een moeilijke maatregel gaat. In 1995 kreeg men nog, mede op voorspraak van de voorgangers van de ChristenUnie, twintig jaar de tijd als voorbereiding op het verdwijnen van de partnertoeslag voor de nieuwe instroom vanaf 2015. Nu gaat de eerste verlaging al na een jaar in. Drie jaar later is de toeslag helemaal afgebouwd. De tijd die mensen hebben om zich voor te bereiden is dus zeer kort. De ChristenUnie vindt het belangrijk dat de overheid zich betrouwbaar opstelt. Het onverwacht en op korte termijn beperken van de partnertoeslag staat hiermee op gespannen voet. Waarom heeft het kabinet er niet voor gekozen om een langere overgangstermijn te hanteren? Ik hoop dat de staatssecretaris hierover toch wat meer duidelijkheid kan geven, want dit komt voor heel veel betrokkenen als een donderslag bij heldere hemel.

Wat gebeurt er als de jongere partner werkloos wordt? Klopt het dat er dan geen recht meer bestaat op partnertoeslag? Dit is voor ons een cruciaal punt. Het verliezen van je werk heb je meestal niet in de hand. Als het inkomen vervolgens zakt, moet je ook uitgaan van de nieuwe situatie. Wij hebben hier eerder een wetsvoorstel behandeld over de huurverhoging op grond van inkomen, waarin we die trap-op-trap-afsystematiek ook hebben toegepast. Mensen kregen een huurverlaging als ze hun baan kwijt zouden raken. Als ik het wetsvoorstel goed heb gelezen, is daarvan hier geen sprake. Dan ben je in een keer je partnertoeslag kwijt. Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen een dergelijke trap-op-trap-afsystematiek in dit wetsvoorstel?

Dan de communicatie. De bekendheid onder de doelgroep met de eerder besloten afschaffing van de partnertoeslag per 2015 is slechts 40%. Die maatregel is al bijna ingegaan! De nieuwe maatregel om ook bestaande partnertoeslagen voor hogere inkomens af te bouwen moet nog worden gecommuniceerd. Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat de doelgroep echt op de hoogte is van deze verandering? De staatssecretaris wil in het najaar een campagne starten. Hoe reëel is het dan om te verwachten dat AOW'ers zich kunnen voorbereiden op deze forse inkomensachteruitgang?

Tot de slot de reden van dit wetsvoorstel. Het kabinet is hier duidelijk over. Het beperken van de partnertoeslag is gewoon een bezuinigingsmaatregel. Ik snap dat er keuzes gemaakt moeten worden in deze tijd van crisis. Ook wij ontkomen niet aan die moeilijke keuzes. Maar dan is het wel de vraag of een maatregel die je neemt redelijk en proportioneel is. Voor mijn fractie staat het nog niet vast dat daar hier sprake van is. De betrouwbaarheid van de overheid, de invoeringstermijn, de consequenties bij het verlies van een baan en de communicatie over deze maatregel wegen zwaar voor ons. De staatssecretaris moet dan ook met heel goede antwoorden komen, want op dit moment zijn wij nog niet overtuigd.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug