Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat over de Voorjaarsnota 2014

woensdag 02 juli 2014

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Financiën aan een plenair debat met minister Dijsselbloem van Financiën

Onderwerp:   Debat over de Voorjaarsnota 2014

Kamerstuk:    33 940

Datum:            2 juli 2014

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Als vrouw durf je al bijna niets meer te zeggen over voetbal met zo veel kennis hier in huis, maar ik hoop dat de minister niet blijft hangen in reactievoetbal, maar dat hij gewoon proactief zijn beleid uitvoert. Dat lijkt mij de allerbeste strategie, overigens ook voor het Nederlands elftal, maar dat terzijde.

Toen ik het debat over deze Voorjaarsnota ging voorbereiden, moest ik even terugdenken aan vorig jaar. Vorig jaar zaten wij in een heel andere situatie. Nederland zat op het Europese strafbankje. Er waren behoorlijk wat uitgaven die uit de pas gingen lopen. Ook was er veel discussie over een mogelijk aanvullend bezuinigingspakket, dat uiteindelijk zijn beslag heeft gekregen in het herfstakkoord.

Als wij nu kijken naar deze Voorjaarsnota, lijken wij de weg naar boven voorzichtig te hebben gevonden. Bedrijven durven weer te investeren, de economie trekt weer iets aan en wij zijn ontslagen van het Europese strafbankje. Laten wij echter goed beseffen dat de crisis voor 650.000 Nederlanders en hun gezinnen onverminderd voortduurt, omdat zij nog steeds zonder baan zitten. De absolute prioriteit voor het kabinet moet wat ons betreft dan ook werk, werk en werk zijn. Wij weten dat de werkgelegenheid vertraagd weer aantrekt en dat het dus nog even kan duren voordat wij dit opgelost hebben. In de Voorjaarsnota is het wel een klein lichtpuntje dat de WW-uitgaven lager zijn uitgevallen dan geraamd, maar dit is natuurlijk een papieren werkelijkheid, want in de praktijk betekent dit nog steeds dat heel veel mensen wanhopig op zoek zijn naar een baan.

Wij hebben de afgelopen jaren een heel aantal maatregelen genomen. Ik meen dat de heer Harbers het allemaal al opsomde. Een belangrijk deel daarvan was natuurlijk ook het terugdringen van de overheidsschuld. Ik begon er al over in mijn interruptie bij de heer Harbers: we zijn hard bezig met de overheidsschuld, maar een grote zorg blijft de hoge private schuld. Afgelopen week waarschuwde de Bank voor Internationale Betalingen, BIS, dat deze private schuldenlast weleens een molensteen om onze nek zou kunnen worden. Het positieve effect van het laten oplopen van de schulden, namelijk het op peil houden van de vraag, is zo langzamerhand uitgewerkt. Als de rente gaat stijgen, zou dat een heel groot risico vormen, niet alleen voor de economie, maar ook voor de positie van vele huishoudens en bedrijven die de rentelasten dan niet meer kunnen opbrengen. BIS zegt zelfs dat er een moment kan komen dat we schulden moeten gaan afschrijven om weer tot groei te komen. Wat vindt de minister van dit rapport? Herkent hij zich in het beeld dat BIS schetst? Belangrijker nog, hoe beoordeelt hij deze zaken in het licht van de stand van de Nederlandse economie? Wat betekent dit volgens hem voor Nederland?

Ik sluit mij aan bij de vragen van de heer Van Hijum. Aan de ene kant zijn we druk doende om de schuldenlast naar beneden te brengen, maar aan de andere kant wordt er een leenstelsel ingevoerd, waarmee de private schuldenlast vooral zal worden verhoogd. Wat betekent dit leenstelsel uiteindelijk voor de rijksbegroting? Een deel van het leenstelsel zal namelijk oninbaar zijn. Andere landen, zoals Engeland, hebben daar vergelijkbare ervaringen mee. We zien dit niet direct terug op de rijksbegroting, maar we zien dat zeker wel over pak 'm beet 30 jaar. Schuiven we nu niet een probleem vooruit? Onderkent de minister dat risico?

Ik heb nog een vraag over de tegenvaller van 900 miljoen als gevolg van de vertraging van de ratificatie van het eigenmiddelenbesluit; de heer Merkies wees er al op. Voor 2014 zou het om een tegenvaller gaan en voor 2015 om een meevaller. Begrijp ik goed dat we in 2015 de korting twee keer krijgen? In principe was die al wel ingeboekt, of was verondersteld dat die voor 2014 zou ingaan. Dat is mij niet helemaal duidelijk. Ik mag er toch van uitgaan dat die korting twee keer wordt toegekend in 2015.

Het is niet alleen gesomber, we moeten ook lichtpuntjes erkennen. Overigens begon ik mijn betoog al met wat lichtpuntjes. Het is in ieder geval heel bijzonder dat we bij het Budgettair Kader Zorg zelfs een onderschrijving hebben. Ik kan mij niet heugen dat dit eerder is voorgekomen in al die jaren dat ik hier werkzaam ben — dat is nog niet zo lang — maar ik denk dat we dit expliciet moeten benoemen. Een deel van de onderschrijving lijkt zelfs structureel te zijn.

Ook mijn fractie heeft een vraag over de huurtoeslag. We zien dat juist door een maatregel die we hebben genomen, de uitgaven aan de huurtoeslag weer verondersteld worden te stijgen. Dat moet binnen de begroting van Wonen en Rijksdienst worden opgevangen. Was die koppeling al bekend bij het regeerakkoord? Hoe verhoudt die zich tot de andere toeslagen? Is daarbij ook een-op-een genoemd dat de uitgaven aan bijvoorbeeld de zorgtoeslag zullen stijgen doordat andere maatregelen worden genomen? Moeten die dan ook weer allemaal worden opgevangen? Ik heb de indruk dat dit bij de huurtoeslag nogal heel exclusief wordt toegepast. Ik krijg graag een nadere toelichting hierop van de minister.

Op het punt van de juridische verplichtingen waren wij nogal verrast. Ik heb bij het verantwoordingsdebat samen met mevrouw Van Veldhoven een motie ingediend om het budgetrecht van de Kamer te versterken, omdat bij de begrotingen het deel "juridische verplichtingen" altijd zo hoog wordt opgetrokken dat de Kamer heel weinig ruimte meer heeft. Bij bepaalde posten zie ik dat de juridische verplichtingen opeens van 90% naar 50% worden bijgesteld. Dit lijkt mij toch wel iets wat wij ons als Kamer zouden moeten aantrekken. Hoe kan daar zo'n groot verschil in zitten? Ons wordt altijd verteld dat dit van tevoren allemaal al bekend is en dat het door onze Kamer zelf komt dat wij wetten vaststellen waarin deze juridisch verplichte uitgaven allemaal worden vastgelegd, maar vervolgens blijkt dat heel erg mee te vallen. Wij vinden het juist vanwege het budgetrecht van de Kamer heel erg van belang om hier meer duidelijkheid over te krijgen.

Het is niet zo relevant voor deze Voorjaarsnota, maar ik wil de minister van Financiën nog danken voor de SIS, de stimuleringsmaatregel voor de innovatieve scheepsbouw. Die maatregel is via de minister van EZ gegaan, maar wij hebben er bij de Najaarsnota een amendement op ingediend. We hebben gezien dat dat nu is uitgevoerd. Het budget is na één dag zelfs al helemaal overtekend. Er bestaat dus een grote behoefte aan. Het is mooi dat we dit nu hebben kunnen realiseren.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug