Bijdrage Gert-Jan Segers aan de Begroting Koninkrijksrelaties (IV)

woensdag 07 oktober 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de plenaire behandeling van de Begroting Koninkrijksrelaties

Onderwerp:   Begroting Koninkrijksrelaties (IV)

Kamerstuk:    34 300          

Datum:           7 oktober 2015

De heer Segers (ChristenUnie):
Voorzitter. Met familieleden kun je op twee manieren omgaan. Je kunt er warme banden op nahouden en je kunt de relaties laten verkillen. Dat is een keuze. Waar je binnen familie in ieder geval niet voor kunt kiezen, is geen familie van elkaar te zijn. De relatie tussen Nederland en het Caribisch deel van het Koninkrijk kunnen wij net zo min ontkennen als onze gezamenlijke geschiedenis. De geschiedenis heeft ons aan elkaar verbonden. Als je dan zozeer bij elkaar hoort, kun je maar beter alles op alles zetten om de relatie zo goed mogelijk te laten zijn. Dat is althans de onverminderde inzet van de fractie van de ChristenUnie.

Zoals je in relaties elkaar bij tijd en wijle elkaar goed in de ogen kijkt, zo gaan de verschillende delen van ons Koninkrijk de komende tijd met elkaar een goed gesprek aan. Het is vijf jaar na 10-10-10, vijf jaar na de invoering van de nieuwe staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk. Binnenkort valt het evaluatierapport op de mat. Veel zal afhangen van de manier waarop wij het gesprek daarover zullen gaan voeren. Komen wij dichter bij elkaar of drijven wij verder bij elkaar vandaan? De ChristenUnie-fractie ziet uit naar die evaluatie en naar een tijdige en gedegen reactie van de minister. Wat onze fractie betreft, houden we binnen een halfjaar na het verschijnen van de evaluatie een debat hierover. Is de minister bereid om dat door middel van een tijdige reactie mogelijk te maken?

Deze evaluatie zal in het teken moeten staan van herstel van vertrouwen. Ik heb namelijk nog levendige herinneringen aan de gesprekken die we als commissieleden in januari op de eilanden hebben gevoerd over armoede, over gevoelens van miskenning, over het soms gekleineerd worden en over het gevoel een tweederangs burger te zijn in het Koninkrijk. Dat moeten we ons aantrekken. Ook als Kamer kunnen we ons vaker en intensiever laten informeren, bijvoorbeeld door vaker rondetafelgesprekken en hoorzittingen te organiseren. Het lijkt mijn fractie in ieder geval raadzaam om een hoorzitting en gesprekken over het evaluatierapport te organiseren, want wat ons straks ook verweten mag worden, dat mag nooit een gebrek aan informatie en betrokkenheid zijn.

Wat vertrouwen kan herstellen en familiebanden kan opwarmen, is je laven aan wat goed gaat en je samen inzetten voor gezamenlijke kansrijke doelen. Dat kan beter. In welke mate staan wij bijvoorbeeld naast Aruba in zijn ambitie om als eerste land alle energie uit schone bronnen te halen? Twee weken geleden ging de Caribische handelsmissie van start in Amsterdam. Diverse CEO's, ministers, ambassadeurs en bankiers uit de Caribische regio waren aanwezig, maar de Nederlandse bedrijven ontbraken. Wat kan de minister doen om de hoop van onze premier, namelijk samen zakendoen, waarheid te laten worden? Als dat lukt, valt er, anders dan dit jaar, in de volgende Troonrede meer te vertellen over het Caribisch deel van het Koninkrijk dan alleen iets over integriteitsvraagstukken op de eilanden.

Een basis voor wederzijds vertrouwen is ook helderheid over de manier waarop onderlinge geschillen worden beslecht. Het recht moet weer zijn loop hebben in plaats van dat conflicten doorzieken of oplossingen worden afgedwongen door het recht van de sterkste. De grote weeffout van 10-10-10 moet nu echt hersteld worden door een goede geschillenregeling, want precies dit heeft ons opgebroken in de afgelopen periode. Verhoudingen zijn verstoord, oplossingen zijn afgedwongen maar aan gene zijde nooit echt van harte aanvaard. Ik denk in ieder geval aan Aruba. Als dit zo doorgaat en we conflicten alleen per aanwijzing beëindigen, worden we een verzuurde, nare familie. In dit licht stemden de laatste IPKO's ons hoopvol, omdat de verschillende delegaties van de parlementen het eens zijn geworden over de uitgangspunten van zo'n regeling. Wat mij betreft, is dit alleen maar urgenter geworden na de uitspraak van de Raad van State over het handelen van Nederland in het conflict met Aruba. De Raad van State merkt zelf ook op dat Aruba eigenlijk geen andere keuze had dan de beslissing te accepteren. Alleen een adequate geschillenbeslechtingsregeling had alternatieve mogelijkheden kunnen bieden. Aan de andere kant zag Nederland, gezien zijn waarborgfunctie, geen andere keuze, maar toch wringt het. Dat moet nu echt anders. Welk tijdspad kan de minister schetsen voor het oprichten van een geschillencommissie? Waarom zijn voor de oprichting geen middelen in de begroting gereserveerd? Kijkt de minister inderdaad primair en alleen naar de Raad van State als het lichaam dat daar vorm aan moet geven?

Een andere manier om te werken aan herstel van vertrouwen is armoedebestrijding. Armoede blijft een groot probleem, juist ook op de BES-eilanden die deel van Nederland zijn. Ik zei het net al in een interruptiedebat met collega Van Laar. Waarom accepteren we daar iets wat we hier nooit zouden accepteren? Gelukkig wordt nu eindelijk wel de kinderbijslag op de BES-eilanden ingevoerd na aanvaarding van de motie van fractiegenoot Schouten en collega Van Laar. Het is een langgekoesterde wens van mijn fractie, maar hoe realistisch is het om die regeling per 1 januari te laten ingaan?

Onze fractie is hoopvol over de samenwerking binnen het Koninkrijk, maar dat betekent niet dat je de ogen sluit voor wat misgaat. Zo is de misdaad buitengewoon goed georganiseerd op de eilanden. Er is sprake van corruptie, machtsmisbruik, zelfverrijking en verkiezingsfraude. Procureur-
generaal Guus Schram van Sint-Maarten zei in een interview dat politici, bestuurders, topambtenaren en andere invloedrijken ingaan tegen het overheidsbeleid uit eigenbelang of vanwege financieel gewin. Gelukkig komt er samenwerking tussen de politie van Sint-Maarten en Nederland, maar is de kou voldoende uit de lucht om daadkrachtig te kunnen optreden?

Ik heb nog twee vragen over de voorgaande begrotingsbehandeling, namelijk over het amendement-Van Laar/Segers, het amendement van de PvdA en de ChristenUnie over kinderrechten. Hoe zit het met de uitvoering daarvan? Zou de minister ons daar meer over kunnen vertellen?

Vorig jaar is er een motie aangenomen van mijzelf en collega Van Laar over het doen van onderzoek naar de omvang van mensenhandel. Hoe is het dan mogelijk dat de drie Caribische landen er nog steeds niet goed van afkomen in het TIP-report van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken over mensenhandel, maar deze minister concludeert dat er geen noodzaak is om nader onderzoek te doen naar de omvang van het probleem? Kunnen we het dan niet ambitieuzer formuleren in plaats van als "onderzoek"? Wat gaat Nederland doen om ervoor te zorgen dat de drie landen van zorgenkindje gepromoveerd worden tot landen met een adequate aanpak? Is dat de ambitie waar de minister werk van wil en kan maken?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2015 > oktober