'Woede en moed’, over de dochters van hoop (debat over uitslag Statenverkiezingen)
Hoop heeft twee prachtige dochters, woede en moed. Woede over de dingen zoals ze zijn en moed om te geloven dat ze niet zo zullen blijven, zoals ze zijn. Dat zei Augustinus ooit en dat is voor mij een reden waarom ik elke dag blijf geloven in politiek van de hoop en dat is waarom ik heel graag aan de slag wil met het huiswerk van deze verkiezingen.
Maar laat ik dan beginnen met felicitaties aan de winnaars van deze verkiezingen: BBB, Volt, Partij voor de Dieren. En ook de SGP had stemmenwinst.
En ja, daarmee zijn deze verkiezingen ook een duidelijk signaal naar bijna alle andere partijen hier aanwezig. En als ik voor mezelf de handschoen op pak: lukt het ons om te werken aan een politiek die vertrouwen geeft aan de samenleving om er voor elkaar te zijn, om te komen met praktische oplossingen van problemen? Of het nu gaat om de wirwar in de zorg bij het vinden van hulp voor je ouders, je oom of je tante. Of het nu gaat het om het voortbestaan van een buslijn bij jou in de buurt, of het herstel van je beschadigde woning.
Lukt het ons hier om problemen op te lossen? De grote hardnekkige, die lange tijd veel inzet vragen, en de kleine venijnige als mensen tussen de wal en het schip raken, van allerlei systemen, en een reis door de bureaucratie begint. En het antwoord is, dat lukt te weinig.
Toen dit kabinet begon wees mijn fractie de minister-president op de Atlas van afgehaakt Nederland die helder in kaart bracht dat er veel plekken zijn waar mensen er gewoon niet meer in geloven dat de overheid er voor hen is. En onze oproep was – toen al, en nu nog steeds: dit kabinet zal er moeten zijn voor heel Nederland. Niet alleen voor de centra, niet alleen voor ‘tevreden mensen’, maar voor al die Nederlanders. Niet alleen door de zinnen die we hier spreken, maar door de overheid waar we aan bouwen. Die dienend is, die rechtvaardigheid zoekt.
Dat is waar wij, waar ik ook als voorvrouw van de ChristenUnie aan wil bijdragen, ook als door jarenlang beleid dat niet eenvoudig is. Door vrede te zoeken en recht te doen. En door elke keer te kijken hoe we het verschil kunnen maken. Niet op papier, maar in levens van mensen.
Als ik dan kijk naar de uitslag van deze verkiezingen, dan zie ik ook dat we onmogelijk tevreden kunnen zijn en dat het kabinet onmogelijk tevreden kan zijn. Want kiezers hebben een heel duidelijk signaal gegeven naar de politiek, dat ze zich niet gezien of gehoord voelen.
En ik herken dat eigenlijk wel.
Het gevoel dat systemen en modellen leidend zijn. Dat regels en afspraken voor gaan, in plaats van de mensen voor wie we het doen. En dat zelfs als we het anders willen, dat de systemen in de weg zitten. Computer says no. Ik denk dat alle Kamerleden met wie ik hier in 2021 gestart ben, dat wel herkennen. Want ja, je stapt hier binnen met ergens een verlangen naar een herkenbare, bereikbare overheid, maar wat loopt er veel vast. En met de beste intenties van iedere individuele ambtenaar en van iedere individuele bestuurder. Maar het is een systeemwerkelijkheid die voorbijgaat aan de reële problemen van reële mensen.
En of het nu in Den Haag of in Brussel is, te vaak heb ik het gevoel dat de tekentafel hier dan belangrijker is dan de keukentafel thuis. En er zijn wel woorden, maar het zijn geen oplossingen waarmee we samen mee aan de slag kunnen.
Laat ik dat dan ook concreet maken als het gaat over stikstof. Want van blijven discussiëren over jaartallen alleen, knapt de natuur geen millimeter op. We moeten nú aan de slag om na jaren van praten fors de stikstofuitstoot terug te gaan brengen. Niet op papier, maar in het echt. We moeten nú duidelijkheid geven aan boeren, aan de industrie, aan verkeer en luchtvaart. Duidelijkheid aan provincies, hoe zij werk hebben te maken van het verlagen van de stikstofuitstoot.
En dat betekent dan ook dat we werkende instrumenten hebben te geven aan de provincies om welke deadline dan ook te halen. Zodat een boer met minder koeien op z’n land en meer beloning voor het beheer van de natuur een goede boterham heeft. Zodat een boer zonder opvolger duidelijke keuzes heeft. Dat betekent ook dat het landbouwakkoord op korte termijn zo’n vorm is van samen aan de slag gaan om bij te dragen aan een goede toekomst.
Dat moet ook betekenen dat grote uitstoters van Yara tot Schiphol, van Rockwool tot Tata Steel ook hun bijdrage gaan leveren. Ik zie in de brief van dit kabinet kansen om daarin met provincies op te trekken, maar de verwarring in het land is na vrijdag wel groot, dat moet gezegd. Omdat bij het naar buiten brengen is gesproken over pauzeren en versnellen. Dat begrijpt niemand. En terecht. Kan de minister-president duidelijk maken wat het kabinet nu precies voor ogen heeft? En daarbij toezeggen dat hij alles op alles zet om de provincies de duidelijkheid te geven die ze nodig hebben. Over de regelingen. Over de voorwaarden. Over het geld om de plannen te kunnen maken. Want dat kan niet wachten. De natuur kan niet wachten. We moeten nu beginnen. Met het oog op de inhoud. Met het oog op die ontwikkelingen in die provincies. Ook dat in de rust bezien. Want alleen zo herstelt de natuur en kan de boer zijn boterham goed verdienen.
Want ik zei het al, het gebrek van vertrouwen van veel kiezers zit erin: kunnen we daadwerkelijk oplossingen vinden met elkaar? Kunnen we ons voegen naar de realiteit en dan aan de slag?
En zo wil ik aan de slag, want ik wil me er niet bij neerleggen dat er een wantrouwen is tegenover de politiek of de overheid. En ik zie dat ook terug in de brief van het kabinet. De wil om het anders te gaan doen. En ik zou zeggen, wordt dan alsjeblieft zo concreet mogelijk, in de jaren die dit kabinet heeft.
De minister-president omarmt de analyse uit het rapport ‘Elke regio telt’, maar welke keuze gaat hij dan maken, zodat we ook deze kabinetsperiode echt werk maken van de terugkeer van vertrouwen in de samenleving en een overheid die problemen oplost.
Daarom heel kort drie oproepen die voor mijn fractie daar bij horen.
We gaan het nog hebben over Groningen. Maar juist daar zullen we de ereschuld hebben in te lossen die we aan Groningers hebben.
We moeten recht doen aan alle regio’s. Het perspectief van de regio moet in elke afweging vanuit het Rijk aanwezig zijn. Maak dan ook werk van een norm voor het basisniveau van voorzieningen.
Doe het komend jaar ook recht aan al die gezinnen voor wie het razend ingewikkeld was om de boodschappenkar te vullen. En het is ons gelukt in het afgelopen jaar met maatregelen waarin dit kabinet ook de nek heeft uitgestoken om te zeggen: ja, we gaan ervoor dat we deze mensen genoeg geven om te kunnen rondkomen. Maar dat zullen we ook komend jaar nodig hebben. Voor deze mensen om het hoofd boven water te houden.
Ik voel ons huiswerk. Ik wil daarmee aan de slag. Toets de oplossingen van de tekentafel hier, van soms ook ons gekissebis – alsjeblieft - aan de leefwereld van gewone mensen. Kies niet voor de technocratische oplossingen voor de korte termijn, maar laten we samen bouwen aan een samenleving die het goed heeft voor de lange termijn. Om recht te doen en om vrede te zoeken. Daar blijft de ChristenUnie-fractie graag werk van maken met alle fracties in dit huis die van goede wil zijn.