Over Hendrik-Jan
- Fractiesecretaris
- Lid van de Eerste Kamer sinds 6 april 2021
Een samenleving waarin burgers actief en constructief betrokken zijn bij inrichting en bestuur van hun eigen leefomgeving, waarin zij samen met de overheid verantwoordelijkheid nemen, omzien naar anderen, het goede zoeken en hun steentje bijdragen. Is dat niet geweldig?
“Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid”, aldus artikel 22 lid 2 van onze Grondwet. Deze kernachtige volzin is in tweeërlei opzicht treffend juist. Allereerst in staatsrechtelijk opzicht natuurlijk; De overheid in brede zin heeft een belangrijke taak – een zorgplicht - waar het gaat om wonen in Nederland.
Seksuele misdrijven zijn strafbare feiten die een enorme en blijvende impact kunnen hebben op het leven van slachtoffers en hun naasten. Misdrijven als deze raken immers aan de seksuele en lichamelijke integriteit, iets wat bijzonder kwetsbaar en breekbaar is. Plegers van seksuele misdrijven maken iets stuk dat in wezen niet meer te helen is. Daar komt nog eens bij dat seksuele misdrijven omgeven zijn door een complex van schuld en schaamte en dat ze soms ook nog eens buitengewoon moeilijk wettig en overtuigend te bewijzen zijn en die combinatie van factoren vergroot de kans op zogenoemde secundaire victimisatie, waarbij iemand ten gevolge van een vrijspraak of door het idee dat zij of hij achteraf misschien zelf ook anders had moeten handelen eigenlijk voor de tweede keer slachtoffer wordt.