10.000 keer thuiskomen

Dakloze.jpg
paulblokhuis_staatssecretaris.jpg
Door Paul Blokhuis op 5 juni 2020 om 19:57

10.000 keer thuiskomen

Thuiskomen. Met een sleutel van je eigen kamer, woongroep of huis en daar dan op de bank ploffen. Thuis zijn. Een potje koken en in je eigen bed slapen. Je thuis voelen. Een plek die eigen is, een plek waar jij hoort.

In een tijd waarin iedereen zoveel mogelijk thuis blijft, thuis werkt, thuis móet zijn, vinden we dat eigenlijk vanzelfsprekend.

Tegelijkertijd wordt de ‘thuisloosheid’ in Nederland steeds groter. Zijn zo’n 40.000 mensen dak- of thuisloos. In Wageningen. Beverwijk. Goes. Ze zijn overal en helemaal nergens.

Een aantal van hen heb ik ontmoet en die 40.000 mensen - twee keer zoveel als tien jaar geleden - zijn zo divers als de samenleving is. Intelligent of zwakbegaafd. Opgeleid of schooluitvaller. Sociaal of stug. Hoopvol of somber over de toekomst.

Maar voor elk van hen geldt dat ze wissels hebben gemist. Door een echtscheiding, faillissement, baanverlies, verslaving of schulden. Vaak is het een combinatie van dingen. Het kan velen overkomen. Uiteindelijk ben je je huis kwijt.

Ik ken verhalen van daklozen die bij de maatschappelijke opvang niet welkom waren, omdat hun problematiek op het moment dat ze voor het eerst aanklopten niet ernstig genoeg was. Na bij vrienden en familie op de bank te hebben geslapen, kloppen ze een jaar later weer aan bij de opvang. Sterk achteruit gegaan en nu wel welkom. Schrijnende voorbeelden van hoe het niet moet.

Veel maatschappelijke organisaties, zoals bijvoorbeeld het Leger des Heils, doen tegelijkertijd wat ze kunnen. Ze vangen mensen op in kleine en grote slaapzalen. Afstand houden in coronatijden is daar moeilijk. Er zijn mooie initiatieven, een hotelketen die bedden beschikbaar stelt voor dak- en thuislozen. Sporthallen worden beschikbaar gesteld. Maar het is geen structurele oplossing.

Het is duidelijk dat het systeem vast zit, dat er een doorbraak moet komen. Eerder al kondigde ik aan dat het kabinet 200 miljoen extra wil uittrekken voor begeleiding en hulpverlening voor dak- en thuislozen. Want met de bestaande maatschappelijke opvang los je de onderliggende problemen niet op.

Vanaf deze week gaan we een stap verder. Veel gemeenten die ik spreek geven aan dat een deel van de dak- en thuislozen in hun gemeente prima zelfstandig kan wonen, zij het vaak met wat extra begeleiding. Dat we dat snel groeiende aantal kunnen keren. Dat meer mensen zich ergens thuis kunnen voelen.

We moeten een omslag maken in ons systeem, waarin niet maatschappelijke opvang, maar een plek om te wonen de norm wordt. Dat vraagt om een grote verandering en wat mij betreft is dit het moment om door te pakken. Samen met mijn collega’s Ollongren en Van Ark heb ik woensdag een plan voor de aanpak van dak- en thuisloosheid gepresenteerd. Ik ben blij dat we in anderhalf jaar tijd naast de extra 200 miljoen euro ook daadwerkelijk 10.000 extra woonplekken voor dak- en thuislozen gaan realiseren. We organiseren een zo snel mogelijke doorstroom uit de opvang naar een zelfstandige woonplek en er komt meer begeleiding op maat, dagbesteding en ruimte voor ervaringsdeskundigen. Daarmee kunnen we de trend keren en kunnen we voor een groot deel van deze mensen nieuw perspectief bieden. Omdat we willen dat iedereen moet kunnen meedoen.

Ik noemde het Leger des Heils, dat bergen werk verzet voor mensen die op straat leven. Deze week was ik in Utrecht op bezoek bij zo’n plek, een locatie van het Leger, waar ze op een laagdrempelige manier mensen opvangen en voorbereiden op een terugkeer naar zelfstandig wonen. Vandaag was ik bij De Hoop in Dordrecht. Waar ze hetzelfde doen.

Toen ik daar was raakte ik onder de indruk van de begeleiders en geraakt door verhalen van mensen die vast zijn komen te zitten. Maar het trof me ook hoe het perspectief op een eigen woonplek een verschil kan maken. Hoe we samen kunnen zorgen dat mensen die extra kwetsbaar zijn een kans krijgen om weer mee te doen in de maatschappij. Om onderdeel te zijn van de samenleving. Om thuis te kunnen zijn in ons land.

Labels: ,