De abortuspil bij de huisarts

Jonge vrouw op bank.jpg
Maarten Verkerk blog portret.jpg
Door Maarten Verkerk op 29 november 2022 om 11:00

De abortuspil bij de huisarts

Voor de tweede keer in korte tijd spreken we over een gevoelig thema: wetgeving m.b.t. abortus. Mijn vorige bijdrage begon ik met inkijkje in het Joodse boek Jesaja waarin alle grote vragen van de politiek aan de orde komen. Ook de vraag over de waarde van het leven. Ik heb laten zien dat God relaties met mensen aangaat: met geboren en ongeboren leven. 

Ook heb ik gewezen op een uitdrukking die regelmatig in de Bijbel wordt gebruikt. Namelijk, dat de mens geschapen is naar het beeld van God. Met andere woorden, vanuit joods-christelijk perspectief heeft menselijk leven een eigen, inherente waarde. Een uitgangspunt dat in de visie van onze fractie van belang is voor de gehele gezondheidszorg.

Wij spreken vandaag met elkaar over een initiatiefvoorstel over de medicamenteuze afbreking van een zwangerschap onder begeleiding van de huisarts. Ook dit debat vraagt om wijsheid en een zorgvuldige keuze van woorden.  

Initiatiefwet
De Wet Afbreking Zwangerschap kent twee centrale doelen: de bescherming van het ongeboren leven en het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw. De wetgever geeft aan dat aan beide doelen recht gedaan moet worden. Hoe die balans er precies uit moet zien wordt niet nader beschreven. Een essentiële vraag is: Wat gebeurt er met die balans in dit initiatiefvoorstel.

In de Memorie van Toelichting schrijven de initiatiefnemers dat he belangrijkste doel van het initiatiefvoorstel is het vergroten van de keuzevrijheid voor vrouwen. Een ander belangrijk doel is een betere toegankelijkheid van het de abortuszorg, c.q. het verlagen van de drempel. Ten slotte wordt ook het verbeteren van de kwaliteit van de abortuszorg genoemd.   

Ik begin met het vergroten van de keuzevrijheid van vrouwen en het verbeteren van de toegankelijkheid van de abortuszorg. Op de kwaliteit van de abortuszorg kom ik later terug. Onze fractie begrijpt dat de initiatiefnemers - in de reactie op het advies van de Raad van State - stellen dat het niet hun bedoeling is om te bewerkstelligen dat meer vrouwen kiezen voor een abortus of dat vrouwen gemakkelijker kiezen voor een abortus. Ook begrijpt onze fractie dat het niet de bedoeling van de initiatiefnemers is dat de balans tussen de bescherming van het ongeboren leven en het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw wordt aangetast.

En toch roept deze wet vragen op. In de visie van onze fractie heeft dat te maken met de focus van de wet. De Memorie van Toelichting beschrijft in paragraaf 2 dat het doel van de wet is het vergroten van de keuzevrijheid van de vrouw en het verbeteren van de toegankelijkheid van de zorg. Met andere woorden, het geheel van de abortuszorg moet beter aansluiten bij de wensen van de vrouw en het proces moet gemakkelijker verlopen. Onze fractie begrijpt en waardeert deze inzet.

In de visie van de initiatiefnemers - en dat is de kern van de wet - kan die inzet bereikt worden door een medicamenteuze afbreking zwangerschap door huisarts.  Tegelijkertijd merkt onze fractie op dat deze inzet niet gepaard gaat met meer aandacht voor de bescherming van het ongeboren leven. Nergens lezen we in paragraaf 2 dat deze inzet niet ten koste mag gaan van de bescherming van het ongeboren leven. Nergens lezen we in deze paragraaf dat in het geheel van de medicamenteuze afbreking extra stappen worden gezet of extra maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de stem van het ongeboren leven wordt gehoord.

Onze fractie kan zich niet aan de indruk onttrekken dat het wetsvoorstel leidt tot de verstoring van de genoemde balans. Ook de Raad van State wijst daarop. Graag een reactie van de initiatiefnemers.

De Memorie van Toelichting spreekt één keer over de bescherming van het ongeboren leven. En wel bij de constitutionele toets. We lezen: ‘De onderhavige wet respecteert het pro life principe (bescherming van het ongeboren leven) aangezien deze wet zwangerschapsafbreking niet aanmoedigt, bevordert of verplicht stelt’. In het debat in de Tweede Kamer en in de beantwoording van vragen van deze Kamer vinden we vergelijkbare formuleringen. Onze fractie begrijpt dat de initiatiefnemers dit stellen. Toch roept deze stelling vragen op.

Zorgvuldigheid
De Raad van State wijst erop dat de wetgever in de Wet Afbreking Zwangerschap een sterke nadruk heeft gelegd op de zorgvuldigheid waarmee het afbreken van een zwangerschap gepaard dient te gaan. Het gaat daarbij om de zorgvuldigheid van de medische behandeling én om de kwaliteit van de besluitvorming rondom het afbreken van de zwangerschap. Vooral dat laatste punt lijkt in het initiatiefvoorstel minder aandacht te krijgen. De tweede evaluatie Wafz laat zien dat in de praktijk de zorgvuldigheid te wensen overlaat. Zo staat er in artikel 5 lid 2 sub a van de Wafz, begin citaat: ‘de vrouw wordt bijgestaan, in het bijzonder door het verstrekken van verantwoorde voorlichting over andere oplossingen van haar noodsituatie dan het afbreken van de zwangerschap’. Einde citaat. De cijfers vertellen dat maar 28% van de huisartsen deze informatie altijd verstrekt, 22% meestal en 23% soms, terwijl dit een vereiste is vanuit de wet.

In het licht van deze cijfers zouden we de initiatiefnemers nogmaals de vraag willen stellen naar de eerdergenoemde balans. Als de wet beter aansluit bij de wensen van de vrouw, als het gehele proces makkelijker verloopt, zou dan extra aandacht voor de kwaliteit van de besluitvorming dan niet gewenst en noodzakelijk zijn? Zou de bescherming van het ongeboren leven niet procedureel sterker verankerd moeten worden? Graag een reactie van de initiatiefnemers.

Kwaliteit van de abortuszorg
Ik kom nu tot een belangrijke nevendoelstelling van de wet. Namelijk, de verbetering van de kwaliteit van de abortuszorg.

De initiatiefwet roept bij onze fractie een aantal vragen op. Leidt de genoemde wet niet tot een verdere fragmentatie van de abortuszorg? Bouwen artsen wel voldoende ervaring op om deze handelingen met een goede kwaliteit te verrichten? Zijn artsen bereid om te investeren in de benodigde echoapparatuur om de duur van de zwangerschap vast te stellen?

Ik stel deze vragen tegen de achtergrond van het feit dat het huidige stelsel over het algemeen als positief geëvalueerd wordt. Graag een reactie van de minister en de initiatiefnemers.

Afsluiting
Ter afsluiting. Ik kom terug op het begin van mijn bijdrage. In de visie van onze fractie heeft het ongeboren leven een eigen inherente waarde. Dat vraagt om een zorgvuldig proces waarin dat belang op een zorgvuldige manier wordt gewogen.

Wat onze fractie betreft roept het wetsvoorstel veel vragen op met betrekking tot de balans tussen de bescherming van het ongeboren leven en het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw. Te meer daar het voorstel geen voorstellen doet om de bescherming van het ongeboren leven te beschermen. Ook zijn we er nog niet van overtuigd dat het voorstel bijdraagt aan een verbetering van de kwaliteit van de abortuszorg.

Onze fractie had liever gezien dat dit wetsontwerp had bijgedragen tot een échte vergroting van de keuzevrijheid van de vrouw. Dat ook de keuze van vrouwen om de zwangerschap wel uit te dragen in het geheel van de procedures nadrukkelijk ondersteund zou worden.

Labels: ,