Klimaat en energie

donderdag 10 juni 2021 00:00

Bijdrage Pieter Grinwis aan een commissiedebat met staatssecretaris Yesilgöz-Zegerius van Economische Zaken en Klimaat

10 juni 2021

Kamerstuknr. 32813

 

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Allereerst succes aan de staatssecretaris. Er is genoeg belangstelling en dat is ook terecht. Ik sluit me aan bij de complimenten die gegeven zijn aan de medewerkers van Tata, ofwel Hoogovens, en bij het pleidooi van collega Leijten. De doelen liggen er. Collega Van der Lee zei het al: het is nu hoog tijd voor klimaatdaden. Het is goed om daarbij te beseffen dat sommige investeringskeuzes die we echt nu moeten maken, al tot ná 2030 doorlopen. Wat de ChristenUnie betreft onderstreept dat tegelijk de noodzaak voor een meer programmatische aanpak van de energietransitie. Nu is er soms nog een wat kortzichtige focus op tonnenjacht, terwijl een langjarige slimme transitieaanpak echt hard nodig is. Ik ben altijd fan van het Deltaprogramma, onder leiding van de deltacommissaris, maar ik zeg er eerlijk bij dat ik daarin heb gewerkt, dus ik ben misschien wat vooringenomen. Maar het programma zorgt voor stabiliteit, voor gezamenlijkheid en voor continuïteit over regeerperiodes heen en biedt de mogelijkheid om op meerdere doelen tegelijk te sturen, zoals in het verleden bij Ruimte voor de Rivier gebeurde. Ik breng dat hier nog maar even als voorbeeld ten tonele.

De energietransitie begint natuurlijk met energiebesparing. We hebben pas een heel debat gehad over isolatie. Dat ga ik niet herhalen. Maar we kunnen niet genoeg benadrukken dat er grote behoefte is aan een nationaal isolatieprogramma. Het moet sneller, slimmer en socialer, en beter dan het huidige hapsnapbeleid. Bovendien liggen er onnodig RRF-gelden in Brussel te verpieteren. Ik heb op dit terrein nog wel een vraag aan de staatssecretaris. Welke slimme normstelling acht de staatssecretaris nodig in het Bouwbesluit, bijvoorbeeld als het gaat om hybride als minimum, of om zon op dak?

Dan over de SDE en de biomassabrief van gisteren. In die brief ontbrak helemaal een verwijzing naar wat aangenomen moties, zoals mijn motie die inzet op overprogrammering in de SDE++. De onrendabele top wordt immers steeds kleiner met de huidige ETS-prijs. Bij het openstellen van de SDE++-ronde in het najaar zou daarop ingezet moeten worden, zodat er niet onnodige reserves ontstaan en we de energietransitie extra tractie geven. Is het dan ook niet een goed idee om een warmteschot te plaatsen in de SDE? Collega Bontenbal zei dat ook al. Nu vallen projecten immers vaak over de rand heen. We moeten dus nu echt gaan beschikken. Projecten hebben namelijk zomaar een doorlooptijd van acht jaar, en dan schiet je weer door 2030 heen. Is het dan ook niet handig om de vierjaarstermijn voor geothermieprojecten in de gebouwde omgeving te verlengen, dus langer te maken dan de huidige vier jaar?

Dan over elektrificatie. Ik sluit me aan bij het pleidooi van collega Bontenbal over de groene-industriepolitiek. Ik heb daarbij nog wel een vraag. De SDE++-subsidie voor de e-boiler is hartstikke goed, maar moeten we aan die slimme vraagstimulering niet gelijk koppelen dat we bijvoorbeeld eisen stellen aan de stroom die daarvoor wordt gebruikt? Denk bijvoorbeeld aan GvO's. Daarmee geef je het tot stand brengen van groene stroom en van nieuwe projecten voor wind op zee een extra boost. We raken anders zomaar van de regen in de drup. Aardgas is immers vanuit klimaatperspectief vaak beter dan grijze stroom. Voor het draagvlak is het ook handig als er, naast subsidie voor joekels van zeg 240 meter hoog, ook SDE++-subsidie beschikbaar blijft voor lagere windturbines. Wat is daarin mogelijk? Verder sluit ik me aan bij de kwaliteitsvraag van collega Thijssen.

Veel collega's hebben al gesproken over het investeren in en het verzwaren van de netten. Ik sluit me aan bij hun vragen. Hoe krijgen netbeheerders nou voldoende financiering voor hun netinspanningen? Hebben netbeheerders ook voldoende sturingsmogelijkheden?

Ik breng ook nog even het puntje van de ODE ten tonele. Dan heb ik het bijvoorbeeld over de ODE als showstopper in de glastuinbouw. Wat kan en wil de staatssecretaris hieraan doen?

De voorzitter:
Uw laatste minuut gaat nu in.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik sluit me aan bij het pleidooi van collega Stoffer over energie uit water. Het was een pleidooi voor innovatie, een pleidooi voor Dynamic Tidal Power: een energiedam in zee. TNO rekent wat conservatief, maar ziet grote kansen. Hoe staat het met het vervolgonderzoek en met de pilots?

Ten slotte over de Regionale Energiestrategieën. Heeft de staatssecretaris ook het beeld dat er veel te veel zon uit de RES'en komt en te weinig wind? Klopt het dat dat extra geld gaat kosten? Hoe wordt lokaal eigenaarschap nou concreet geborgd in die RES'en? Voor het welslagen is dat namelijk essentieel.

Ik heb nog een oproep aan de staatssecretaris: laat de wethouders weten en voelen dat ze er niet alleen voor staan. Laat bijvoorbeeld ook zien hoeveel het Rijk doet, bijvoorbeeld wat betreft wind op zee, op het rijksareaal en op land. Dat geeft ook aan dat niet alleen de gemeenten daarvoor aan de lat staan. De financiering voor de ondersteuningsstructuren voor bewoners en voor RES-initiatieven vervalt binnenkort. Hoe garandeert de staatssecretaris dat ook ná 2021 voortgang kan worden geboekt?

Tot zover.

« Terug