Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Raad Buitenlandse Zaken

donderdag 14 februari 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken met de vaste commissie voor Europese Zaken aan een algemeen overleg met minister Timmermans van Buitenlandse Zaken

Onderwerp:   Raad Buitenlandse Zaken

Kamerstuk:    21 501 - 02

Datum:            14 februari 2013

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ik begin ook met Syrië. Ik wil allereerst ingaan op de uitspraken van Al-Khatib, de oppositieleider op dit moment. Hij zou richting Israël hebben gezegd dat het zich geen zorgen zou hoeven maken over de inzet van chemische wapens indien die in handen vallen van de oppositie. Hoe schat deze minister deze uitspraak in? Zijn er dan op dit moment al signalen dat de oppositie over deze middelen beschikt?

Al-Khatib heeft vanuit de oppositie nogal wat kritiek gekregen op zijn oproep aan Assad om te gaan onderhandelen. Er is echter geen eis gesteld dat hij zou moeten aftreden. Staat zijn positie nu onder de druk? Spreekt hij nog steeds namens de hele oppositie of is daar weer grote twijfel over? Wat is de indruk van de minister op dit punt?

De minister heeft Kamervragen van de leden Omtzigt, Van der Staaij en mij beantwoord over het religieus getint geweld in Syrië. Het is goed dat hij erkent dat het religieuze geweld in Syrië toeneemt. Het gebeurt niet alleen in Syrië, maar inmiddels ook in de Turkse vluchtelingenkampen waar christenen aangeven dat zij daar ook door de jihadistische beweging Al-Nusra worden belaagd. Religieuze vluchtelingen die Syrië juist vanwege die religie ontvluchten, worden dus alsnog in Turkse vluchtelingenkampen enorm belaagd. Kan de minister hierover contact opnemen met UNHCR en kan hij zijn Turkse ambtgenoot hierop aanspreken? Kan de minister daar speciale aandacht voor vragen?

Ik kom te spreken over de hulp richting Syrië en de omliggende landen. We weten dat er inmiddels 700.000 mensen gevlucht zijn. Ik heb gisteren de verschillende directeuren van de Nederlandse hulporganisaties gesproken. Zij zijn daar in principe actief, maar de ergernis onder Nederlandse hulporganisaties stijgt doordat van de 28 miljoen die minister Ploumen inmiddels heeft weggezet, er circa 25 miljoen alleen naar UNHCR gaat. Ik wil minister Ploumen daar via deze minister op wijzen. Dat kan een bewuste keuze zijn, maar de minister zet wel heel eenzijdig haar kaarten op UNHCR. Ook ik erken dat UNHCR goed werk doet, maar het Rode Kruis heeft zeer beperkt hulpgeld gekregen terwijl het een groot netwerk heeft in landen als Irak, Jordanië en Libanon. Het krijgt voor die drie landen geen geld, maar wel 1 miljoen voor Syrië en 2 miljoen voor Turkije. Voor de rest van de landen krijgt het Rode Kruis dus geen geld. De Stichting Vluchteling heeft eerder geld gevraagd, maar krijgt ook geen geld van het Nederlandse ministerie. World Vision heeft ongeveer tweeënhalve maand geleden een aanvraag ingediend, maar nog geen reactie daarop gekregen. Dat is een andere ergernis van hulporganisaties: zij doen aanvragen en willen graag helpen, met name voor de winterprogramma's, maar het duurt maanden voordat zij een reactie krijgen. Van die reputatie moet Buitenlandse Zaken het niet hebben. Wij moeten adequaat kunnen reageren op voorstellen van de Nederlandse  hulporganisaties die staan te trappelen om meer werk te kunnen doen, gezien het toenemende aantal vluchtelingen. Ik hoor hierop graag een reactie. Als dat niet kan, dan zie ik graag dat de minister deze zorgen doorgeleidt naar zijn collega Ploumen.

Een volgend punt betreft Egypte. De invloeden van de salafisten nemen ook onder Morsi toe. Inmiddels heeft één van de imams zelfs gezegd dat vrouwen juist naar het Tahrirplein gaan omdat ze verkracht willen worden. Dat zijn toch heel bizarre uitspraken, vooral als ze niet worden tegengesproken en de moslimbroeders daar geen reprimande over uitspreken! Mijn fractie vraagt zich af in hoeverre deze minister zich nog loyaal wil voelen aan president Morsi. Ik noem nog een paar voorbeelden van verkrachtingen, ontvoeringen en gedwongen bekeringen, met name van koptische meisjes. Duizenden koptische meisjes zouden ontvoerd worden en gedwongen bekeerd worden tot de islam. Ik heb daar eerder ook al Kamervragen over gesteld. Op dit moment speelt er een rechtszaak tegen twee jonge meisjes vanwege minachting van de islamitische godsdienst en het beledigen van de Koran.

Dat zijn Nabil Naji Rizq van tien jaar en Mina Atallah van negen jaar. Deze meisjes weten absoluut niet waar het over gaat en vrezen voor een heel lange gevangenisstraf. Eerder zijn zeven kinderen tot vijftien jaar veroordeeld. We zouden ons moeten afvragen of we dit soort processen nu met Europees geld moeten gaan stimuleren. Ik vraag daar echt aandacht voor, in ieder geval voor deze twee specifieke zaken, voor die meisjes die nu met die rechtsgang te maken hebben. Ik wil daar graag opheldering over hebben.

Ik ga snel door met de ondergrondse kernproef in Noord-Korea. Het is bemoedigend dat China in de Veiligheidsraad mee heeft gestemd met de resolutie. Dat betekent dat we misschien een stap verder zijn als het gaat om het aanspreken van Noord-Korea. Dat zou misschien ook kunnen gelden voor de Noord-Koreaanse vluchtelingen die China nog steeds onvermoeibaar terugstuurt naar Noord-Korea. Op het ontvluchten van Noord-Korea staat de doodstraf. Als mensen door China worden teruggestuurd, staat hun de doodstraf te wachten. UNHCR mag daar van China niet in bemiddelen. Op dat vlak is er echt sprake van een patstelling, al jarenlang. Noord-Korea staat op de agenda. Ik vraag de minister derhalve om dit punt van de terugkerende vluchtelingen en de doodstraf die daarop staat, aan de orde te stellen.

Ik kom ten slotte te spreken over het Midden-Oosten Vredesproces. Er zijn weer onderhandelingen gaande over de eenheidsregering. We moeten zien hoe dat loopt, maar ik neem aan dat ook deze minister de kwartetvoorwaarden om te spreken met Hamas nog steeds respecteert. Ik ben benieuwd hoe de minister deze gesprekken inschat en hoe hij uiteindelijk zal omgaan met de komst van weer een Hamas-minister van Buitenlandse Zaken terwijl het geweld niet is afgekeurd en de andere drie voorwaarden ook niet zijn gerespecteerd.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug