Bijdrage Carla Dik-Faber aan het plenair debat Verhoging minimumleeftijd verkoop tabaksproducten

dinsdag 01 oktober 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan een plenair debat met staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport  

Onderwerp:   Verhoging minimumleeftijd verkoop tabaksproducten

Kamerstuk:    33 590

Datum:            1 oktober 2013

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Gemiddeld een kwart, één op de vier, van onze jongeren onder de 18 jaar rookt. De ChristenUnie ziet ongelooflijk graag dat het aantal rokende jongeren afneemt en nog liever dat jongeren helemaal niet beginnen met roken. Het tegengaan van roken is een van de effectiefste manieren om gezondheidswinst te boeken. Uit onderzoek blijkt dat wie voor zijn 18de begint met roken, later veel en veel moeilijker van de verslaving af kan komen. Verhoging van de leeftijd van 16 naar 18 jaar voor de verkoop van tabak kan heel veel verslaving voorkomen. De ChristenUnie is daarom een groot voorstander van de wetswijziging. Met deze wet komt er één heldere grens voor het kopen van alcohol en tabak. Ik zie deze wet niet alleen als een drempel voor jongeren om te gaan roken, maar vooral ook als steun in de rug van ouders die heel graag zien dat hun kinderen gezond opgroeien.

Het wordt overigens tijd ook. In 22 van de 27 EU-landen is de minimumleeftijd voor de verkoop van tabaksproducten 18 jaar. Nederland is nog een van de weinige landen die hierop een uitzondering is. Daarom benadruk ik vandaag ook het belang van de behandeling van het wetsvoorstel. Even leek het erop dat het onder aan het prioriteitenlijstje van de Kamer zou komen, maar gelukkig is dit niet het geval. De woorden van de staatssecretaris bij de behandeling van de alcoholwet in de Eerste Kamer zijn volgens mij vandaag net zo goed van toepassing. Hij zei: elke maand later is meer schade voor de gezondheid. Zo is het. Ik ben het hiermee van harte eens.

Hoe sterk ik ook in de verleiding was om alles te benoemen wat mij op dit dossier bezighoudt, ik zal me vandaag primair richten op deze wetswijziging. Daarbij wil ik met name inzoomen op het aantal verkooppunten en op de naleving en handhaving. Ik verzeker de staatssecretaris dat hij mij nog vele malen vaker op dit dossier zal tegenkomen. Immers, hoezeer ik dit wetsvoorstel ook toejuich, er valt daarna nog genoeg gezondheidswinst te boeken. Zo is er volgens mij nog een lange weg te gaan voordat de horeca volledig rookvrij wordt.

Het aantal verkooppunten moet drastisch worden teruggebracht. Er zijn er nu maar liefst 30.000, waarvan 16.000 tabaksverkoopautomaten. Niet alleen bij tabaksspeciaalzaken maar ook in de horeca, in supermarkten en in tankstations wordt tabak verkocht. Tijdens het rondetafelgesprek werd gesteld dat een derde van de tankstations zal verdwijnen als de tabaksverkoop daar niet meer wordt toegestaan. Ik weet niet op welk onderzoek dit is gebaseerd. Natuurlijk wil ik de ogen niet sluiten voor het verlies aan werkgelegenheid. Niet alleen tankstations maar ook supermarkten, drogisterijen en boekwinkels zien de verkoop van tabak als middel om klanten binnen te krijgen of te houden. Hieronder ligt echter een vraag, een vraag die vanavond wel gesteld moet worden: hoe ethisch is het om tankstations en boekhandels in de benen te houden door de verkoop van producten die zo slecht zijn voor de gezondheid?

Het zal duidelijk zijn dat de ChristenUnie graag ziet dat het aantal verkooppunten wordt teruggedrongen. Tabak kan in onze ogen alleen verkrijgbaar zijn in speciaalzaken die daarvoor een vergunning hebben. De staatssecretaris vindt het te vroeg om het aantal verkooppunten drastisch omlaag te brengen, omdat dat een ingrijpende maatregel is. Maar wanneer is het hiervoor wél tijd? Krijgen we eerst nog onderzoek na onderzoek? Intussen daalt het aantal jongeren dat gaat roken, niet of nauwelijks en groeit er weer een generatie op die verslaafd raakt.

De heer Rutte (VVD):
Mevrouw Dik geeft aan dat ze twijfelt aan de cijfers over de pomphouders, over het verdwijnen van zo veel pompstations. Ze vraagt zich af op welk onderzoek dat is gebaseerd. Ik vraag haar: op basis van welk onderzoek kan ze aantonen dat het aantal jeugdige rokers zal verminderen als we het aantal verkooppunten in dit land terugbrengen?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Er zijn landen om ons heen, bijvoorbeeld Zweden, waar het aantal verkooppunten veel lager ligt dan in Nederland. Daar is het aantal rokers ook veel lager. Verder komen jongeren minder makkelijk in de verleiding om te gaan roken als tabaksproducten niet bij hen in beeld zijn. Wat mij betreft brengen we dus het aantal verkooppunten omlaag en halen we de tabaksproducten uit het zicht van jongeren.

De heer Rutte (VVD):
Ik hoorde mevrouw Dik zeggen dat zij dit een ethisch punt vindt. Zij vindt dat tabak niet in het zicht mag liggen, maar ik vraag haar naar de effectiviteit. Zij noemt Zweden, ik noem Frankrijk en Italië, waar minder verkooppunten zijn, maar waar het aantal rokers hoger ligt dan in Nederland. Ik vraag nogmaals: op basis van welke feiten baseert zij de aanname dat het aantal jonge rokers zal teruglopen als wij het aantal verkooppunten terugdringen?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik zeg nogmaals dat er ook landen zijn waar het aantal verkooppunten veel lager is en waar minder verslaving is. Er zijn onderzoeken waaruit blijkt dat als je tabaksproducten letterlijk uit het beeld van jongeren haalt, zij minder makkelijk in de verleiding komen om een pakje sigaretten te kopen. Iedere jongere die nu een kroeg bezoekt, vindt daar ook een tabaksautomaat.

Voorzitter. We hebben samen met de SP een amendement ingediend om het aantal verkooppunten van tabaksproducten omlaag te brengen. Zoals ik al zei, heeft de staatssecretaris eerder gezegd dat hij het hiervoor te vroeg vindt. Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen het idee om het aantal verkooppunten stapsgewijs terug te dringen? Ik denk eraan om allereerst naar de horeca te kijken. We mogen daar binnenkort toch niet meer roken. Waarom zou je daar dan nog sigaretten verkopen? Daarna de supermarkten en de tankstations, et cetera. Ik hoor graag de reactie van de staatssecretaris.

Vermindering van het aantal verkooppunten verbetert ook de mogelijkheden van handhaving. De capaciteit bij de NVWA wordt uitgebreid. Er komt een tabaksteam van 45 jonge toezichthouders die voor de NVWA signaleren welke horeca- en tabaksverkooppunten in overtreding zijn. Dat zijn natuurlijk goede stappen. Ook de keuze van de staatssecretaris om niet nu, maar pas op termijn te kiezen voor de handhaving bij gemeenten, door de boa's, kan ik steunen.

Aan de handhavingskant wordt dus gewerkt, maar op het gebied van de naleving is nog een wereld te winnen. Het aantal jongeren onder de 16 dat nu probeert tabak te kopen, is relatief laag, en dat valt te prijzen, maar zij slagen er wel altijd in. De detailhandel heeft zelf een actieplan opgesteld dat sterk leunt op voorlichting aan de winkeliers. Gaat dit wel werken? Een boete doet nauwelijks pijn. De maximale boete bij herhaaldelijke overtreding is nu €4.500. Dat is veel te weinig.

Ik kan mij voorstellen dat onze fractie zich aansluit bij het "three strikes out"-principe dat mijn collega's van de VVD en de Partij van de Arbeid ook willen, maar is de staatssecretaris het met mij eens dat dit geen wassen neus mag worden, of een mooie regel op papier, die vervolgens in de praktijk niet uitvoerbaar is? Ik hoor hierop graag een reactie.

Naleving en handhaving kunnen bovendien vergemakkelijkt worden door een sluitend systeem van leeftijdscontrole. Zo bestaat er een ageview-systeem, een onafhankelijke check of iemand aan het leeftijdscriterium voldoet. Verkooppunten die daarmee werken, hebben een camera bij de kassa staan. De kassa gaat niet open zolang niet is bepaald of iemand nu daadwerkelijk 18 jaar of 16 jaar is. Is de staatssecretaris bereid om met de sector te spreken over de invoering van een sluitend en onafhankelijk systeem voor leeftijdscontrole, waardoor de naleving en handhaving worden vergemakkelijkt en waarmee we bovendien veel handhavingskosten kunnen besparen?

Hoe staat het intussen met de rookvrije schoolpleinen? Bij een verhoging van de leeftijd voor verkoop kan het volgens mij niet anders dan dat scholen en schoolpleinen rookvrij zijn, in ieder geval de middelbare scholen. Wat is de stand van zaken? Is hier nog een extra inspanning nodig? Kunnen we met de staatssecretaris afspreken dat hij er samen de scholen voor zorgt dat de pleinen vanaf het schooljaar 2014-2015 gewoon rookvrij zijn?

Tot slot. Er komt nu een voorlichtingscampagne over de verhoging van de leeftijd voor de verkoop van drank en tabak per 1 januari 2014. Het spreekt wat mij betreft vanzelf dat ook de ouderen en de jongeren erbij worden betrokken, want deze wet is natuurlijk geen sluitstuk, maar een beginpunt van een maatschappelijke discussie en een nieuwe sociale norm. Roken of drinken voor je 18de? Natuurlijk niet!

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug